direct naar inhoud van 5.6 Verkeer en parkeren
Plan: Havenkwartier
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D133-VO01

5.6 Verkeer en parkeren

In de huidige situatie is het gebied in zijn geheel in gebruik als bedrijventerrein met enkele woningen. Het plangebied, exclusief het water, bedraagt circa 14 ha. Uitgaande van een gemengd bedrijventerrein zou de huidige verkeersproductie 2300 motorvoertuigen bedragen.


In de toekomst zal een deel van het gebied worden herontwikkeld tot een gemengd gebied met wonen en werken. Hier zal dan ook sprake zijn van een wijziging van de verkeersproductie. Voor woningen zal de toename, uitgaande van 190 woningen, ruim 1000 mvt bedragen. De beoogde functies zijn niet direct onder te brengen in een categorie waarvoor kengetallen in het CROW zijn opgenomen.

In de huidige situatie is het gebied in zijn geheel in gebruik als bedrijventerrein met enkele woningen. Het plangebied, exclusief het water, bedraagt circa 14 ha bruto. Uitgaande van een gemengd bedrijventerrein zou de huidige verkeersproductie 2300 motorvoertuigen per etmaal bedragen.


In de toekomst zal een deel van het gebied worden herontwikkeld tot een gemengd gebied met wonen en werken. Er zal dan ook sprake zijn van een wijziging van de verkeersproductie. In het verkeersmodel van de gemeente is voor 2020 uitgegaan van een toevoeging van 80 woningen. De overige woningen en de andere functies die worden voorzien in het gebied, zijn in het verkeersmodel nog niet meegenomen. De beoogde functies zijn niet direct onder te brengen in een categorie waarvoor kengetallen in het CROW zijn opgenomen. Vooralsnog is uitgegaan van een worst-case benadering waarbij het verkeer verdubbeld ten opzichte van de huidige situatie. In het Ontwerp bestemmingsplan zal dit nader worden uitgewerkt.


Uitgangspunt is dat de wegen binnen het plangebied worden ingericht als 30 km -zones.


Parkeren
Door ingenieursbureau Spark is de parkeerbehoefte in het Havenkwartier geconfronteerd met de parkeerplaatsen die gerealiseerd zullen worden.


Uit de parkeerbalans blijkt dat er, na toewijzing van bewoners en werknemers aan de parkeerplaatsen in en op diverse stallingsgarages, binnenterreinen en eigen terreinen, een tekort aan straatparkeercapaciteit resteert in de deelgebieden 1, 3 en 4a. In de deelgebieden 2 en 4b is sprake van overschotten aan straatparkeercapaciteit. Deze overschotten kunnen worden benut door doelgroepen uit respectievelijk de deelgebieden 1 en 4a. In onderstaande afbeelding is het resultaat van de parkeerbalans weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D133-VO01_0018.png"

Voor de parkeerstrategie gelden de volgende criteria:

  • Er is een klein knelpunt in deelgebied 1 ter grootte van ca. 35 parkeerplaatsen. Dit knelpunt doet zich primair voor op de weekdagavonden en in mindere mate op de zaterdagmiddag (dan ca. 15 plaatsen). De betreffende parkeervraag is gerelateerd aan de te realiseren horecafunctie. Hiervoor dient in de nabijheid van deelgebied 1 een aanvullende parkeeroplossing te worden gevonden, bij voorkeur gelegen op maximaal 100 m loopafstand. De benoemde locaties voor de collectieve voorzieningen in deelgebied 3 en 4a zijn op te grote afstand gelegen. Thans wordt uitgegaan van een parkeerdek op het terrein van de silo;
  • De parkeerbehoefte van de deelgebieden 3, 4a en 4b, die niet in/op de private stallingsgarages, binnenterreinen, eigen terreinen of op de openbare straatparkeerplaatsen kan worden gefaciliteerd, kan zowel in één collectieve voorziening (hetzij in deelgebied 3, hetzij in deelgebied 4a) als in twee collectieve voorzieningen (één in deelgebied 3 en één in deelgebied 4a) met in totaal ca. 230 plaatsen worden opgelost. Beide locaties voldoen voor de realisatie van een deel of het geheel van de parkeervraag, omdat deze parkeervraag uitsluitend kan bestaan uit ondernemers uit deelgebied 4a en medewerkers van de commerciële functies en werkplaats uit deelgebied 3. Voor deze doelgroepen is de loopafstand tussen parkeerplaats en bestemming geen probleem;
  • De collectieve voorziening(en) kan/kunnen tot de benoemde omvang van 230 plaatsen worden beperkt onder de voorwaarden dat de private parkeervoorzieningen (totaal 461 parkeerplaatsen) dwingend worden opgenomen in de planontwikkeling van de betreffende locaties;
  • De collectieve voorziening(en) kan/kunnen in omvang verder worden beperkt tot een omvang van 185 plaatsen, indien de 'overcapaciteit' van de parkeerplaatsen op eigen terrein in deelgebied 4b kan worden ingezet voor bijvoorbeeld de medewerkers van de in deelgebied 4a gevestigde bedrijven;
  • De collectieve voorzieningen zijn, bij de huidige programmatische ambitie en de daaruit voortvloeiende parkeerbehoefte, primair stallingsgarages (er parkeren alleen zogenaamde 'vaste gebruikers');
  • De aanleg van de collectieve parkeervoorziening(en) kan modulair geschieden en daarmee gefaseerd worden vormgegeven (in clusters van ten minste 50 plaatsen) en gefaseerd worden ontwikkeld. Hierbij geldt als aandachtspunt dat het ontwerp van de 1e fase van de voorziening(en) wel moet worden gedimensioneerd op de maximale eindsituatie (ontsluiting en interne routing);
  • Indien de private stallingsgarages en binnenterreinen van de deelgebieden 3 en 4a niet dwingend kunnen worden opgelegd, dient nog voldoende compensatie mogelijk te zijn op de benoemde locaties voor de collectieve voorzieningen. Voor de private stallingsgarages en binnenterreinen van de deelgebieden 1 en 2 gaat dit niet op vanwege de acceptabel te achten loopafstanden voor met name bewoners;
  • Aanvullend kan worden gesteld dat programmawijzigingen in deelgebieden 3, 4a en 4b en deels in deelgebied 2, altijd mogelijk zijn. Zo ook wijzigingen in de parkeercapaciteit. De hieruit voortvloeiende consequenties voor de parkeervraag en -aanbod kunnen worden opgelost door de collectieve voorziening(en) te vergroten.
  • Programmawijzigingen en wijzigingen in de parkeercapaciteit die leiden tot collectieve voorzieningen die kleiner zijn dan 50 plaatsen, zijn niet aan te bevelen (kosteninefficiënt). De dan resterende parkeervraag kan dan beter in het openbaar gebied of middels grotere private voorzieningen worden opgelost.


De parkeerbalans is dynamisch omdat ontwikkelingen stapsgewijs worden gerealiseerd en het vrije aanbod aan parkeerplaatsen in het openbare gebied hiermee evenredig afneemt. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen die aansluit op deze dynamiek. Zo zijn de parkeernormen per gebruikersgroep opgenomen in een bijlage, welke bijlage als maatstaf gehanteerd moet worden bij de afgifte van omgevingsvergunningen. Daarbij is aangegeven dat de benodigde parkeergelegenheid primair op eigen terrein gerealiseerd moet worden. Pas wanneer dat niet gaat, komt de openbare ruimte aan de orde.