direct naar inhoud van 2.3 Beschrijving van de ontwikkeling
Plan: Herinrichting Zandwetering nabij Diepenveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P228-OH01

2.3 Beschrijving van de ontwikkeling

In 2000 is door het Waterschap Groot Salland en de gemeente Deventer de ontwikkelingsvisie Zandwetering ("Het verhaal van het water") vastgesteld. Vervolgens is in een interactief proces tussen bewoners en overheden de volgende stap gezet en dit heeft in 2004 geleid tot het Masterplan Zandwetering.

Afgelopen periode is stap voor stap uitvoering gegeven aan de diverse afzonderlijke maatregelen. Het huidige initiatief van het Waterschap is een belangrijke stap binnen het Masterplan Zandwetering.

Er is veelvuldig overleg geweest tussen waterschap, gemeente en omwonenden om tot een optimalisatie van de uiteindelijke inrichting te komen. De nadere afspraken die tijdens deze optimalisatie zijn gemaakt betroffen hoofdzakelijk de onderhoud- en beheerskant van de ontwikkeling. Deze afspraken zijn uiteindelijk in april 2011 vastgelegd in een verslag waarin het Waterschap en enkele omwonenden partij in waren. Dit bestemmingsplan beperkt zich hoofdzakelijk tot die onderdelen die relevant zijn voor het juridisch vastleggen van de ontwikkeling. Dit betreft de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor de gronden, hetgeen gepaard gaat met een ruimtelijke onderbouwing in de vorm van een toelichting. In de toelichting wordt wel een toelichting gegeven aan de inrichtingsafspraken die zijn vastgelegd.

2.3.1 "Randerpad"

Op deze locatie komt een eenvoudige en toch aantrekkelijke retentie tot stand. In het 5000 m2grote gebied kan ongeveer 2000 m3 water geborgen worden. Voor recreanten biedt de ontwikkeling een mooie route langs het Randerpad. Fraaie watervegetaties maken het lager liggende water zichtbaar in het landschap. Er ontstaat kruiden- en bloemrijke grasruigte met in ecologisch opzicht waardevolle soorten en voor het landschappelijk beeld aantrekkelijke bloei.

2.3.2 "Verlegging zijwatergang nabij Roobrug"

Hier wordt voorzien in de herinrichting van de zijwatergang, gelegen tussen het deelgebied van de Retentie Randerpad en de spoorlijn. Zie het kaartje in paragraaf 1.2.1. Door de herprofilering ontstaat ongeveer 250 m3 waterberging en de waterkwaliteit toeneemt doordat deze waterberging zich ontwikkelt als een natuurvriendelijke oever. Het streefbeeld van deze oever is een rietzone van ongeveer 1 meter hoog. De ruimte voor waterberging ontstaat omdat ten noorden van de huidige zijwatergang een strook grond van 5 meter is verworven. Met behoud van de huidige afvoercapaciteit wordt binnen de beschikbare grond de zijwatergang iets verplaatst richting het noorden en opnieuw geprofileerd. Aan de zuidzijde ontstaat hierdoor ruimte voor een onderhoudsroute in eigendom van het waterschap. Aan de noordzijde komt de genoemde meestromende berging die tegelijk functioneert als natuurvriendelijke oever.

2.3.3 "Laage Diepenveen"

De betekenis van Laage Diepenveen is drieledig.

  • 1. Waterretentie;

Met de oppervlakte die het heeft, levert dit gebied in één klap de hoofdmoot van de retentie (veerkracht) die moet worden gerealiseerd in dit deelgebied van de Zandwetering. Dat gebeurt op een waterstaatkundig markante plek: de kop van de zijwatergang en op een landschappelijk interessante overgang: de overgang van dorpskern, rivierduin en landgoederen naar het open lage gebied. Hierbij is enerzijds gekeken naar de fysieke mogelijkheden en is praktisch overleg gevoerd met grondeigenaren, waardoor een bepaald grondaanbod is ontstaan. Anderzijds is er een hoofdbeeld neergezet van de "natte laagte". In dat ideaalbeeld is de Zandwetering niet langer een smalle, efficiënte watergang omringd door droog landbouwgebied maar een breder laag gebied dat soms nat en soms droog is. Het watersysteem beschikt zo over meer veerkracht en functioneert hiermee beter en heeft een veel minder strak bepaalde plaats. Overstromingen mogen op duidelijk gemarkeerde plaatsen. Water wordt daar opgevangen en weer afgegeven. Het uitgangspunt bij de retentie is dat deze zo wordt aangelegd dat onder normale omstandigheden de retentiegebieden droog staan. Nadat de berging als gevolg van peilstijging geheel of deels volgelopen is, loopt deze na enige tijd weer geheel leeg. Dit gebeurt ook bij zomerpeil. Met het grondaanbod van retentiegebieden ten noorden van Diepenveen kan ruim een derde van de waterbergingsopgave voor dit deel van de Zandwetering (Boxbergerweg - Randerstraat) gerealiseerd worden. Alle delen van de waterberging worden afgegraven op zomerpeil. Dat levert naar schatting bijna 4 hectare ofwel 20.000 m3 berging.

  • 2. Ecologie;

Watervegetaties maken het water zichtbaar in het landschap. Er ontstaan bloem- en kruidenrijke grasruigtes met in ecologisch opzicht waardevolle soorten en voor het landschappelijk beeld aantrekkelijke bloei. In de nieuwe lage landjes langs de wetering komt natuur tot zijn recht. Hierbij moet worden gedacht aan natuurvriendelijke oevers en de aanleg van amfibiëënpoelen verspreid in het gebied.

In het deelgebied wordt ook griend aangelegd. De aanleg van griend zorgt voor een toename van een grote biodiversiteit. Voor het behoud van het griend is een beheer van één keer in de drie jaar noodzakelijk. Deze cyclus is ook afgesproken met de omwonenden. Immers bij een lagere frequentie bestaat er kans op het uitscheuren van de stoven en verdwijnt de biodiversiteit. Dat de biodiversiteit in de grienden zo hoog is zit hem juist in de beheercyclus van één keer in de drie jaar afzetten. Deze cyclus brengt een bijzondere vegetatie en broedvogelbevolking met zich mee in verband met de hoge lichtintensiteit direct na de kap en daarna een aantal steeds donkerder wordende jaren. Elk stadium van groei betekent een optimum voor specifieke soorten en door de kapcyclus komen al die soorten aan de beurt.

  • 3. Wandelpad;

Gegeven de landschappelijk markante omgeving van dit retentiegebied is in Laage Diepenveen de toegankelijkheid van belang. Er wordt een route toegevoegd die dorpsbewoners en bezoekers een nieuwe kijk op de omgeving biedt. Met de hiervoor genoemde route is een samenhang aangebracht tussen in feite een aantal losse stukken grond, die het retentiegebied vormen. Deze recreatieve routes maken onderdeel uit van een groter netwerk van (nieuwe) recreatieve routes langs de Zandwetering en sluiten aan op het bestaande recreatieve netwerk van de gemeente Deventer.

Tijdens het planproces bleek circa 4 hectare grond beschikbaar, bestaand uit verschillende percelen. Door grondruil is een samenstelling van grondbezit tot stand gekomen die praktisch en landschappelijk aantrekkelijk is. Toch brengt de samenstelling van de gronden de vraag met zich mee om dit te smeden tot één geheel. Dit is gedaan door in te steken op laag liggende, kruidenrijke grasruigtes, die zijn opgevat met een laagwater- en een hoogwaterroute. Met deze inrichting wordt het gebied niet dichtgezet en wordt samenhang gecreeerd.

In het gebied wordt een kunstwerk geplaatst dat door een particulier aangeboden is aan het waterschap. Het thema 'kunst met landschap' komt dan ook goed tot zijn recht in dit plandeel. De landschapskunstenaar heeft een labyrint ontworpen. Het wandelpad baant zich hierin een weg langs het water en door natuurlijke begroeïng. Afhankelijk van het weer en het seizoen lopen de waterbergende delen langs het wandelpad vol met water of vallen zij weer droog. In een natte periode ben je als wandelaar als het ware omringd door water. Het wandelpad eindigt op een 'eiland' waar een waterput staat. In deze waterput is de hoogte van het grondwater zichtbaar. Met het zichtbaar maken van de hoogte van het grondwater heeft de landschapskunstenaar het geheim van de waterberging onthuld.

Tussen Zandwetering en de retentievlakken ligt een beheerstrook van 5 meter breed op ZP(zomerpeil) +50 cm. Deze maakt efficiënt beheer mogelijk en is tegelijk de hoogwaterwandelroute. Wel zijn er in -en uitstroompunten nodig. Uit belevingsoogpunt kunnen dit aardige punten zijn, waardoor deze telkens dicht bij de wandelroute zijn gelegd. Bij hoogwater kan men de instroompunten via ‘stapstenen’ passeren. Via de beheerroute zijn de retentievlakken goed toegankelijk. In het profiel van de Zandwetering is voorzien dat de beheerstrook doorgezet wordt. De bestaande brug in de Driehoeksweg blijft bestemd voor bestemmingsverkeer. De Zandwetering zelf heeft al een nieuw profiel. Het natte profiel is verondiept en smaller, met ruimte voor plasdrasoevers.

Aan de oever langs de Zandwetering worden tussen de Randerstraat en deelgebied Laage Diepenveen in totaal 3 boomstroken van 25 meter lang aangelegd. Het plan is dat de bomen binnen een strook van 50 centimeter vanaf het water gezien worden neergezet. In het eindbeeld is bepaald dat de stroken wisselen in hoogten. Dit wordt gerealiseerd door ieder jaar een van de stroken af te zetten.
Langs het genoemde overgebied liggen nog enkele kleinere gebieden waarin bomen worden geplant. In deelgbied 1 worden drie eiken en drie witte abelen geplant. In deelgebied 2 wordt een zwarte populier geplant. Tot slot wordt in gebied 3 één eik en een groep van drie zwarte populieren geplant.
Met de aanleg van nieuwe beplanting wordt rekening gehouden met afstanden tot bestaande wegen om te voorkomen dat boomwortels onnodige schade veroorzaken aan wegen of het huidige gebruik belemmeren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P228-OH01_0002.png"