direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Herinrichting Zandwetering nabij Diepenveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P228-OH01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurplan Deventer 2025 (2004)

In het structuurplan Deventer 2025 (april 2004) zijn de toekomstige ruimtelijke opgaven voor Deventer en de gewenste ontwikkelingsrichting in beeld gebracht. Deventer wil ruimte bieden aan voldoende en kwalitatief goede woningen in de nieuwbouw en het bevorderen van de aantrekkelijkheid en gevarieerdheid van de bestaande wijken.

Deventer zet in op meer ruimte voor water. Wateraspecten krijgen een nadrukkelijkere rol bij zowel locatieafweging als ontwikkeling. Hierbij gaat het zowel om grondwater als om oppervlaktewater. een goede samenwerking met waterbeherende instanties is hierbij essentieel. In het gemeentelijk waterplan wordt het gemeentelijk waterbeleid verder uitgewerkt.

Het Structuurplan geeft aan dat er voor de Zandwetering een ontwikkelingsvisie is vastgesteld (2000) welke uitgaat van meer ruimte voor water, maar ook van de functie als stedelijk uitloopgebied. De Zandwetering krijgt een belangrijke rol in de overgang tussen oude en nieuwe stad. Dit is ook zo in het Structuurplan Deventer verwoord. Hierbij is ook aangegeven dat het een initiatief is van zowel de gemeente, het waterschap Groot Salland en de provincie Overijssel. Deze ontwikkelingsvisie voor de Zandwetering is uitgewerkt tot een masterplan waaraan een inrichtingsplan en een bestemmingsplan wordt gekoppeld. Op deze manier wordt de ambitie vanuit de structuurvisie concreet gemaakt. In de nota van uitgangspunten voor het project "Herinrichting Zandwetering Diepenveen Rande" wordt het structuurplan aangehaald en wordt aangegeven dat de Zandwetering gebruikt moet worden als aanzet voor een stedelijke groenstructuur. Hierbij moet het zuid-noord lopende deel langs Diepenveen de nadruk hebben van integratie met de landgoederenstructuur.

3.4.2 Structuurvisie Diepenveen 2003

In de structuurvisie van Diepenveen wordt aandacht besteedt aan het Masterplan Zandwetering en wordt de visie beschreven. Daarnaast worden in de visie van Diepenveen uit 2003 de ecologische en recreatieve waarden van de Zandwetering als gering gewaardeerd. De wens in de visie is om dit te verbeteren. Daarnaast wordt in de visie gesteld dat de herinrichting van de zandwetering ook voorzient in de vraag naar een niet commerciƫle voorziening op het gebied van recreatie en vrije tijd.

Het bestemmingsplan sluit aan bij deze wensen door de oevers van de Zandwetering een meer natuurlijk karakter te geven en door ruimte te bieden voor een wandelpad.

3.4.3 Beleidsplan toerisme en Recreatie 2000

De relatie tussen onderhavige ontwikkeling en dit beleidsstuk is beperkt. Wel wordt er in het beleidsplan ingegaan op het recreatief medegebruik van de Zandwetering zelf en het omliggende groengebied. Het beleidsplan geeft namelijk aan dat deze goede perspectieven bieden voor kanovaren, wandel-, fiets en skeelerroutes. Het bestemmingsplan sluit aan bij deze wensen door een wandelpad mogelijk te maken.

3.4.4 Landschapsontwikkelingsplan Deventer

De Zandwetering is gelegen in het weteringenlandschap zoals dit beschreven staat in het LOP (Landschapsontwikkelingsplan, definitief 23 september 2008). Het specifieke deel van de Zandwetering waar het in dit bestemmingsplan om gaat ligt in het meest smalle deel van het weteringenlandschap op een punt waar het dekzandruggenlandschap en de landgoederenzone het weteringen landschap dicht naderen. Toch sluit het type landschap hier goed aan op de beschrijving in het LOP betreffende het weteringenlandschap, waarbij als karakteristieken vanuit het LOP worden meegegeven:

  • Wetering als structuurdrager;
  • Wetering heeft een rationele structuur en de verkaveling sluit hier haaks op aan;
  • Wegen en doorgaande structuren zijn niet beplant met uitzondering van historische lanen langs de wegen;
  • Enkele kleinschalige ruggen met essen liggen als kleinschalige verdichte opduikingen in de laagtes.

In hoofdstuk 4.1 wordt ingegaan hoe bovenstaande vertaald wordt in dit bestemmingsplan door een toelichting te geven op de landschappelijke inpassing.

3.4.5 Masterplan Zandwetering

Cultuurhistorie

Met het door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan Zandwetering is een perspectief geschetst voor de toekomst van de Zandwetering als geheel. Het gebied "Diepenveen - Rande" wordt gezien als een gebied met een grote landschappelijke kwaliteit. Verspreid in het overwegend laag gelegen gebied liggen enkele dekzandkopjes met boerderijerven. Een netwerk van beplante (zand)wegen legt de verbinding tussen het dorp Diepenveen en het landgoed oud en nieuw Rande. Deze landgoederen en de omgeving van het voormalige klooster geven het gebied een bijzondere cultuurhistorische betekenis.

Landschap

Het gebied tussen Diepenveen en landgoed Rande is van bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische betekenis. De Zandwetering voegt zich in een landschap van verspreid liggende erven, lanen en subtiele doorzichten. Het gebied is redelijk goed toegankelijk en de Zandwetering vormt een mooie rand voor het dorp. Het gaat hier om een subtiel spel van hogere en lagere gronden, van essen, dekzandruggen en dekzandlaagtes. In het landgoed Oude Rande komt het relief nog goed tot uitdrukking. In het landbouwgebied tussen landgoed en dorp zijn de verschillen moeilijk waarneembaar, ze blijken niet meer uit het grondgebruik. Inwoners van Diepenveen weten te vertellen dat de laagste terreindelen tot enkele tientallen jaren geleden 's winters regelmatig onder water stonden.

Op hogere gronden op afstand van de Zandwetering liggen verspreide boselementen. In de toekomst kunnen functies een plek krijgen in nieuw aan te leggen bos in de flank van het Weteringdal. Op deze wijze ontstaat een gevarieerd en natuurlijk bos.

De wetering vraagt in het gebied tussen Diepenveen en Rande niet om een continue accentuering met bijvoorbeeld beplanting, maar gaat op in haar omgeving. De lanenstructuur in de omgeving wordt daartoe versterkt.

Retentie

De nieuwe Zandwetering voegt zich op subtiele wijze in het verweven agrarische landschap. Ruimte voor water wordt gezocht in de laagste terreindelen langs de wetering en op een aantal plaatsen met een bijzondere cultuurhistorische betekenis. In het bijzonder worden genoemd de aantakking met de Randerziel (oude afwatering richting de IJssel).

Recreatie

In het gebied (Diepenveen - Rande) worden de mogelijkheden voor recreatief medegebruik vergroot met behoud van het agrarische en landelijke karakter. In dit gebied is negen hectare extra waterbergingsruimte nodig. Deze ruimte wordt vooral gezocht direct langs de watergang. Naast berging speelt de opgave om het water zichtbaar te maken, een recreatieve opgave en een ecologische opgave. De relatieve rust en de bereikbaarheid van begeleidende groene structuren in het achterland vormen een goede basis voor de natuur rond de Zandwetering en zijn overstromingsruimte.

Het masterplan geeft het belang aan van recreatie op drie niveau's: de regio, de stad en de wijk. Voor Diepenveen is met name medegebruik van het landelijke gebied voor recreatie (fiets en wandelpaden) aan de orde.

Ecologie

In het masterplan wordt de Zandwetering beschreven als een groen/blauwe loper met doorgaande structuren. De doorgaande groene structuren in het achterland vormen de Sallandse Lanen. Deze leggen de verbinding met omliggende bos- en natuurgebieden. De lanen werken ondermeer als verbindingslijnen voor vleermuizen, evenals de Zandwetering zelf. Het profiel van de Zandwetering wordt aangelegd volgens de habitateisen die de doelsoorten daaraan stellen. Barrieres die het functioneren als ecologische verbinding bemoeilijken oftewel landschapweerstand veroorzaken worden zoveel mogelijk vermeden of opgeheven.

In de nieuwe lage landjes langs de wetering komt ook de natuur tot zijn recht. Het masterplan beschikt reeds over een aantal dwarsprofielen voor de Zandwetering en de te creeeren retentiegebieden en poelen.

Beheer

In het gebied Diepenveen - Rande wordt ingezet op de ontwikkeling van rietlanden in de laagste delen. Het rietland behoeft extensief beheer (om de 3-6 jaar maaien en afvoeren), nu en dan moet het spontaan opschieten van wilg beperkt worden. Als referentie voor de hogere en drogere delen geldt het bloem- en kruidenrijke grasruigte zoals dat tot ongeveeer 30 jaar geleden nog veel voorkwam in het landbouwgebied van de zandgronden; hoe schraler hoe beter. Dit is goed te combineren met recreatief gebruik.

3.4.6 Gemeentelijk waterbeleid (2007)

Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in het Waterplan Deventer (2007-2010) en Gemeentelijk Rioleringsplan (2010 - 2015).

Het Waterplan is een gezamenlijk plan van de waterschappen Groot Salland, Rijn en IJssel en Veluwe, waterbedrijf Vitens en de gemeente Deventer. Er staat in welke knelpunten deze organisaties zien in de waterhuishouding en hoe ze die denken op te lossen. In het Waterplan staan de belangrijkste maatregelen die de waterorganisaties de komende jaren samen willen treffen. Ieder jaar wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Het waterschap Groot Salland is initiatiefnemer en daardoor vormen bij de totstandkoming van de geplande ontwikkeling de beleidsmatige keuzes het uitgangspunt.

3.4.7 Milieubeleidsplan

In het Milieubeleidsplan staat een integrale benadering van milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en wonen en verkeers- en vervoersbeleid centraal. Het plan is daarom gebaseerd op de drie pijlers van het gemeentelijke beleid, zoals vastgelegd in de Stadsvisie. Vanuit milieuperspectief zijn per pijler de volgende milieu-uitgangspunten opgesteld:

  • ruimtelijke ontwikkeling en milieu: behoud van bestaande milieukwaliteiten, verantwoord gebruik van natuurlijke hulpbronnen;
  • economische ontwikkeling en milieu: een duurzame ontwikkeling en betrokkenheid en verantwoordelijkheid van ondernemers staat centraal;
  • maatschappelijke ontwikkeling en milieu: de betrokkenheid van de burger.


Ter voorbereiding op het nieuwe milieubeleid voor de periode 2009-2015 is de Visie Duurzaam Deventer in juni 2009 bestuurlijk vastgesteld. Deze visie bevat de kaders en beleidsrichtingen op hoofdlijnen voor het nieuwe milieuprogramma dat naar verwachting eind 2009 wordt vastgesteld. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een nieuwe aanpak van ons milieubeleid. En om daadwerkelijk bij te dragen aan de kwaliteit en toekomstbestendigheid van ons leefmilieu, zal Deventer zich ontwikkelen tot een vitale,duurzame en innovatieve gemeente.

  • klimaat;
  • ecologie;
  • afval.


Het vraagstuk rond de klimaatverandering en de eindigheid van de fossiele energievoorraad raakt ons allemaal. De gemeentelijke ambitie is dat Deventer in 2030 klimaatneutraal is. De belangrijkste consequenties voor de komende jaren zijn als volgt:

  • Nieuwe woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen worden vrijwel CO2 neutraal gebouwd;
  • Bestaande woningen zijn in 2018 50% energiezuiniger;
  • Gemeentelijke gebouwen zijn in 2015 50% energiezuiniger;
  • Openbare verlichting en openbaar vervoer wordt CO2 neutraal;
  • Fietsverkeer wordt gefaciliteerd;
  • Bedrijven streven naar een 4% hogere energie-efficiĆ«ntie per jaar.


Vanuit ecologisch perspectief profiteert de mens van de natuurlijk omgeving met al zijn variaties. Het behouden en verbeteren van deze omgeving is een ambitie van de gemeente, waarvoor verschillende ecologieprojecten zijn ontwikkeld voor de komende jaren. Zo worden ecologische waarden in nieuwe en gewijzigde bestemmingsplannen gerespecteerd en eventueel gecompenseerd.


Veel afval dat vrijkomt is eigenlijk geen afval, maar grondstof voor nieuwe producten. In het nieuwe milieubeleid worden voorstellen gedaan om de hoeveelheid restafval terug te brengen en hergebruik van afvalstromen te bevorderen. Van bedrijven en organisaties wordt verwacht dat zij de wijze van produceren, hun producten en diensten meer en meer baseren op het cradle-to-cradle principe. Voor zover van toepassing zullen ook gebiedsontwikkelingen volgens dit principe plaatsvinden.

Dit bestemmingsplan speelt in op de aspecten klimaat en ecologie. Met de ontwikkeling wordt ingespeeld op de klimatologische ontwikkelingen door ruimte te bieden aan de waterlopen en door hiermee ook ecologische ontwikkelingen mogelijk te maken.

3.4.8 Groenbeleidsplan (2007)

Het groenbeleidsplan (april 2007) geeft richtlijnen voor de inrichting en het beheer van openbaar groen, inclusief bomen en waterpartijen. De gemeente Deventer ligt op de grens van het rivierenlandschap van de IJssel en het Sallandse dekzandlandschap. Deze ligging zorgt voor een enorme biodiversiteit. Allerlei dieren en (zeldzame) planten vinden hun weg in en om de stad. Het Groenbeleidsplan zorgt ervoor dat deze kenmerken en haar biodiversiteit behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden.

Om in de komende jaren verantwoorde keuzes te kunnen maken is in het groenbeleidsplan een visie op het groen (wat willen we bereiken) verwoord en zijn concrete ambities gedefinieerd.

De groenvisie is: "De gemeente Deventer streeft naar een gevarieerd aanbod van betekenisvol en aantrekkelijk groen. Ze doet dit door in te spelen op de verschillen in ligging, omvang, functie, historische betekenis en gebruikswensen. Dit leidt tot omgevingsbewust ontwerpen en vervolgens tot ontwerpbewust beheren".

De ambities uit het Groenbeleidsplan zijn:

  • ruimte voor groen in en om de stad;
  • aandacht voor de toegankelijkheid, gebruik en beleving van het groen;
  • duurzaamheid in inrichting, beheer en onderhoud van het groen;
  • inspringen op nieuwe stedelijke ontwikkelingen;
  • een handleiding bieden voor de praktische invoering van de groenvisie in de praktijk.

In het voorliggende bestemmingsplan zijn de toegankelijkheid, gebruik en beleving van groen samen met een duurzame inrichting, beheer en onderhoud van het groen juist speerpunten. De geplande ontwikkeling past binnen het Groenbeleidsplan.

3.4.9 Overstromingsrisicoparagraaf

Het bestemmingsplangebied ligt binnen de dijkring 53: Salland. Dit is een wettelijk vastgelegd dijkringgebied, waarbinnen alleen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk zijn indien in het bestemmingsplan voorwaarden worden opgenomen om de veiligheid ook op lange termijn voldoende te waarborgen. Door klimaatveranderingen moeten we meer rekening houden met de gevolgen van een overstroming. Inzet is het voorkomen van slachtoffers (rampenbeheersing) en van economische schade (gevolgenbeperking). In deze overstromingsrisicoparagraaf wordt ingegaan op de risico's bij overstroming en de stand van zaken van maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om deze risico's te voorkomen of te beperken.


De dijkring betreft een gebied met een risico op overstroming (minder snel en ondiep onderlopende gebieden) en heeft volgens de Waterwet een gemiddeld overschrijdingskans van 1/1250 per jaar. De primaire keringen worden op veiligheid beoordeeld door de beheerders. De Europese richtlijn overstromingsrisico's (2007) verplicht tot het inzetten van drie instrumenten voor een betere bescherming tegen overstromingen: een voorlopige risicobeoordeling (gereed in 2011), kaarten (gereed 2014) en risicobeheersplannen (in werking per 22 december 2015). De richtlijn geldt voor de binnendijkse (dijkringen) en buitendijkse gebieden van de IJssel. Voor woon- en werkgebieden dienen rampenplannen opgesteld te worden.

De gemeente Deventer zal de komende jaren samen met de Waterschappen en Rijkswaterstaat de overstromingsrisico's in het plangebied onderzoeken en hiervoor beleid opstellen.

Voor 2015 zullen in het kader van het rijksprogramma Ruimte voor de Rivier maatregelen bij Deventer worden uitgevoerd, die bij hoogwater een waterstandsdalend effect hebben.