Plan: | Chw Deventer, stad en dorpen, deel A evenemententerrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.Chw001Aevenementen-VG02 |
Het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, plandelen A, B, C en D zijn op 1 juli 2020 door de gemeenteraad vastgesteld.
Tegen de plandelen A, B en C is beroep ingesteld. Tegen plandeel D is geen beroep ingesteld, dit plandeel is dan ook per 4 september 2021 onherroepelijk in werking getreden.
Op 7 juli 2021 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan op de plandelen A, B en C en hierbij de gemeenteraad opgedragen binnen 20 weken na de uitspraak een aangepast bestemmingsplan te hebben vastgesteld.
Bij besluit van 17 november 2021 heeft de gemeenteraad de drie plandelen van het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen" vastgesteld.
Tegen de aanpassingen in plandeel A (evenemententerrein) heeft appellant een zienswijze naar voren gebracht over de wijze waarop de gebreken volgens de raad zijn hersteld.
Tegen de plandelen B (Sluisstraat) en C (Winkelcentrum Colmschate) zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.
Met betrekking tot plandeel B heeft de Raad van State zelf in de zaak voorzien bij uitspraak van 13 juli 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1978). Het bestemmingsplan betreffende plandeel B is vervolgens onherroepelijk geworden.
Met betrekking tot plandeel C heeft de Raad van State zelf in de zaak voorzien bij uitspraak van 11 mei 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1354). Het bestemmingsplan betreffende plandeel C is vervolgens onherroepelijk geworden.
Op 12 juli 2022 vond een zitting plaats over het herstelbesluit van plandeel A. Op 16 november 2022 heeft de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak een tweede tussenuitspraak gedaan inzake het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel A, evenemententerrein (ECLI:NL:RVS:2022:3299).
De uitspraak draagt de gemeente op om binnen 16 weken na 16 november 2022:
Er dient een gewijzigd of nieuw besluit genomen te worden. Dit besluit hoeft niet voorbereid te worden met afdeling 3:4 Awb.
Onderhavig herstelbesluit betreft het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel A, evenemententerrein, planversie VG02. Dit besluit vervangt het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel A, evenemententerrein, planversie VG01.
In de toelichting van onderhavig bestemmingsplan wordt ingegaan op de tweede tussenuitspraak van plandeel A en het tweede herstelbesluit. Voor het overzicht wordt eveneens de eerste tussenuitspraak en het eersteherstelbesluit herhaald. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de toelichting op de eerste tussenuitspraak, met het eerste herstelbesluit (panversie VG01) en de tweede tussenuitspraak met het tweede herstelbesluit (planversie VG02).
Zoals in planversie VG01 al is opgemerkt, zijn de planregels, omwille van een op zichzelf leesbaar plan, integraal overgenomen uit het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen. De begrippen en wijze van meten zijn volledig overgenomen. Voor de functieregels, bouwregels, dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen is een selectie gemaakt en zijn uitsluitend de op de betreffende locatie van toepassing zijnde planregels opgenomen.
Ook is in planversie VG01 er voor gekozen om voor de verbeelding uitsluitend het plandeel waar het herstelbesluit betrekking op heeft aan te passen. Het plangebied is daarmee anders dan het plangebied van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen. Hiervoor is gekozen, omdat voor het overige deel van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen geen wijzigingen plaats hoeven te vinden naar aanleiding van de tussenuitspraak. Echter zijn er na vaststelling van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen wel nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld in het plangebied. Indien we dezelfde plangrenzen zouden hanteren zouden deze reeds vastgestelde en onherroepelijke bestemmingsplannen weer overschreven worden. Het uitknippen of overnemen van deze plangebieden is tijdrovend en het risico op het maken van fouten is groot. Het is om die reden dat daar niet voor is gekozen.
Op 7 juli 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een tussenuitspraak (Bijlage 1 Eerste tussenuitspraak plandeel A) gedaan op het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, plandeel A (ECLI:NL:RVS:2021:1469).
Tegen dit bestemmingsplan heeft een aanwonende van het evenemententerrein Roland Holstlaan beroep ingediend over de manier waarop het evenemententerrein in het bestemmingsplan was opgenomen.
In de uitspraak komt naar voren dat de Afdeling het beroep van de bewoners op een aantal punten niet overneemt. Op onderstaande punten volgt de Afdeling het beroep van appellant:
De planregels bevatten geen beperkingen met betrekking tot het maximum aantal bezoekers voor grote evenementen. Bij een groot evenement mogen meer dan 10.000 bezoekers aanwezig zijn. Niet is onderbouwd wat het maximum aantal bezoekers is. Hierdoor is sprake van een onzorgvuldige onderbouwing.
De eindtijd van een evenement niet is bepaald. De maximale tijdsduur in dagen is voor evenementen wel vastgelegd in de planregels. Maar door het gebrek aan een eindtijd, kan een evenement tot in de nachtelijke uren plaatsvinden. Dit is niet onderbouwd. De Afdeling wijst erop dat gebleken is dat de raad wel belang lijkt te hechten aan eindtijden voor evenementen, omdat de raad in juli 2019 een convenant met omwonenden heeft gesloten, waarin is opgenomen dat het op- en afbouwen van evenementen zoveel mogelijk tussen 8:00 en 24:00 uur plaats dient te vinden. In dit kader merkt de Afdeling ook op dat het de raad vrij staat om af te wijken van de afspraken over eindtijden in het convenant mits hij nader motiveert waarom hiervan wordt afgeweken.
Op- en afbouwwerkzaamheden en pauze-dagen zijn niet vastgelegd in de planregels. In het bestemmingsplan moet een maximaal aantal op- en afbouwdagen met maximale geluidbelasting worden bepaald, waarbij rekening wordt houden met omwonenden en mogelijke geluidshinder als gevolg van deze werkzaamheden.
De raad moet nagaan of het noodzakelijk is dat organisatoren van evenementen in bepaalde gevallen van tevoren een geluidsonderzoek overleggen, opdat duidelijk is dat het te houden evenement kan voldoen aan de in de planregels opgenomen maximale geluidsbelasting voor evenementen. Zo nodig zou dit dan in het bestemmingsplan moeten worden gewaarborgd.
Conclusie
De conclusie in de tussenuitspraak luidt als volgt:
De gemeenteraad is opdragen om binnen 20 weken na verzending van deze uitspraak:
Het gaat hierbij om een tussenuitspraak, wat betekent dat de gemeenteraad in de gelegenheid wordt gesteld om het onderdeel waarop het beroep slaagt te herstellen. Hieronder wordt ingegaan op het herstelbesluit waarin de opdracht van de Raad van State is uitgewerkt.
Het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, deel A is met inachtneming van de eerste tussenuitspraak als volgt hersteld (planversie VG01).
Het terrein dat in het bestemmingsplan is opgenomen met de aanduiding 'evenemententerrein Roland Holstlaan' heeft een oppervlakte van ruim 46.000m2.
Gebruikelijk is om het maximaal toelaatbaar aantal personen voor evenementen te baseren op voor het publiek overblijvende netto terreinoppervlak na inrichting van het evenement en de plaatsing van objecten. Maximaal worden gemiddeld 2 personen per m2 toelaatbaar geacht.
Hierbij geeft het Event Safety Instituut de volgende grenswaarden voor een veilige publieksdichtheid:
Uitgaande van een oppervlakte van 46.000 m2 zou het aantal bezoekers op het terrein, uitgaande van het gemiddelde van 2 personen per m2, 92.000 zijn. Indien 50% van het terrein ingericht wordt met objecten zoals podia en eetgelegenheden zou het netto terrein dat voor het publiek overblijft 23.000 m2 bedragen. Uitgaande van het gemiddelde van 2 personen per m2, zouden er 46.000 bezoekers op het terrein aanwezig kunnen zijn.
Voor het stellen van een regel in het bestemmingsplan is echter niet uitsluitend gekeken naar de gehanteerde gemiddelden voor het aantal bezoekers per m2. De ervaringen met de evenementen die in de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden zijn hierin meegenomen.
Het aantal bezoekers van het stadsfestival was 10.000. Tijdens dit evenement waren er 4 grote podia/tenten/horeca aanwezig, wat veel oppervlakte in beslag neemt. Ook is niet het gehele terrein opengesteld voor bezoekers vanwege het inrichten van voldoende vluchtroutes aan de randen van het terrein.
Gezien onder andere de infrastructuur van het terrein en de omgeving, de doorstroming van het verkeer, het (fiets)parkeren en de inrichting van het terrein zijn wij van mening dat het maximum aantal bezoekers tijdens een groot evenement niet meer dan 15.000 bezoekers kan zijn.
Bij een evenementenvergunning kan bepaald worden dat het maximum aantal bezoekers minder dient te zijn, bijvoorbeeld indien de inrichting van het evenement hiertoe aanleiding voor geeft.
Het maximum van 15.000 bezoekers bij een groot evenement is opgenomen in de tabel zoals opgenomen in artikel 6.1 sub a onder 2.
In het initiële akoestisch onderzoek was de categorie 'groot evenement' niet opgenomen. Omdat de gehanteerde geluidwaarde gelijk is aan een middelgroot evenement, 65 dB(A), was het niet noodzakelijk hier opnieuw een berekening voor uit te voeren. Zie ook paragraaf 1.5 Akoestisch onderzoek.
In het evenementenbeleid (Bijlage 3 Actualisatie evenementenbeleid Deventer (2017), zijn eindtijden van evenementen opgenomen: als de dag na het evenement een werkdag is wordt als eindtijd 23.00 uur aangehouden. Indien de volgende dag in het weekend valt (za en zo) of een feestdag is, wordt de maximale eindtijd 24.00 uur. Een uitzondering wordt gemaakt voor Koningsdag (maximale eindtijd 24.00 uur).
Op het evenemententerrein Roland Holstlaan zal worden aangesloten bij de eindtijden uit het beleid. De eindtijden zijn in de planregels opgenomen in een nieuwe tabel, opgenomen in artikel 6.1, sub a onder 3.
Voor de geluidberekeningen is de eindtijd niet relevant, omdat momentane niveaus zijn berekend (en ook worden vastgelegd als grenswaarde) speelt de bedrijfsduur geen rol.
Ervaring leert dat het opbouwen van een evenement maximaal 5 dagen duurt en het afbouwen circa 3 dagen. In totaal gaat het dan ook om een maximum van 8 op- en afbouwdagen per evenement. Veel van de evenementen betreffen meerdaagse evenementen, zoals de paaskermis, een circus en dergelijke. Het zal in de praktijk dan ook niet voorkomen dat er 43 eendaagse evenementen zullen plaatsvinden waarbij elk evenement 8 dagen op- en afbouwt.
Om overlast van op- en afbouw zoveel mogelijk te voorkomen is de regel gesteld dat het op- of afbouwen niet eerder mag starten dan 08.00 uur en niet later mag eindigen dan 22.00 uur. Met deze regel wordt voorkomen dat na afloop van een evenement er direct (in de nachtperiode) afgebouwd wordt.
Voor evenementen waarbij versterkte muziek ten gehore wordt gebracht is sprake van een soundcheck. In de regels is opgenomen dat het soundchecken niet uitgevoerd mag worden eerder dan de dag voor de start van het evenement. Hiermee wordt voorkomen dat er gedurende alle opbouwdagen geluidsoverlast kan ontstaan. Ook wordt een beperking opgelegd voor de duur van een soundcheck, deze mag niet langer duren dan 2 uur.
Het soundchecken heeft als doel om te toetsen of de maximale geluidsniveaus niet worden overschreden. Gedurende het soundchecken kan de geluidsbelasting incidenteel boven de maximale geluidsbelasting uitkomen, maar dit betreffen incidentele gebeurtenissen. Het geluid van de soundcheck mag de maximale voor het evenement bepaalde geluidsbelasting niet structureel overschrijden.
Voor overige op- en afbouwdagen is opgenomen dat er geen versterkt geluid ten gehore mag worden gebracht die de norm van 65 dB(A) te boven gaat, waarbij deze norm gemeten wordt op 30 meter van de geluidsbron, en tevens gemeten loodrecht op de as van de speaker. Deze norm voor achtergrondgeluid wordt standaard gehanteerd bij meldingsevenementen en categorie 1 evenementen (zoals opgenomen in afdeling 7 van de APV). Met de wijze van meten van deze norm wordt aangesloten bij de wijze van meten die wordt gehanteerd bij de evenementenlocaties waarvoor een evenementenprofiel is opgesteld (zie bijlage evenementenprofielen). Voor het evenemententerrein aan de Roland Holstlaan is (nog) geen evenementenprofiel opgesteld, het gebruik is vastgelegd in de regels van het bestemmingsplan.
De regels over de op- en afbouw zijn opgenomen in artikel 6.1, sub a onder 4.
Bij het verlenen van de evenementenvergunningen wordt aan de organisatoren van geluidveroorzakende evenementen gevraagd een akoestisch rapport aan te leveren. In dit rapport dient aangetoond te worden dat het evenement voldoet aan de geluidsnormen zoals opgenomen in het bestemmingsplan. In het convenant dat is afgesloten met de omwonenden van het terrein is het aanleveren van een akoestisch onderzoek opgenomen als afspraak (artikel 3.1 van het convenant bepaalt: “Bij (muziek)evenementen (met versterkte muziek of geluid) moet de organisator een akoestisch onderzoek aanleveren. Uitgangspunt daarbij is dat moeten worden aangetoond dat de geluidsbelasting binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan blijft. Dit convenant is echter een privaatrechtelijke overeenkomst waarin de organisatoren van evenementen geen partij zijn. Om een organisator van het evenement te verplichten een akoestisch onderzoek aan te leveren zal dit op een andere manier geregeld moeten worden.
In het bestemmingsplan is een bepaling opgenomen waarin is bepaald dat een geluidveroorzakend evenement slechts doorgang kan vinden indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat de in artikel 6.1 onder 2 genoemde geluidnormen niet worden overschreden. Het gaat hierbij om een voorwaardelijke verplichting.
In de regel is niet opgenomen wie het akoestisch onderzoek aanlevert, dit zal in overleg met de gemeente en de organisator van het geluidveroorzakend evenement bepaald worden. In de praktijk zal het er op neerkomen dat aan de organisator gevraagd zal worden om een akoestisch onderzoek aan te leveren.
Een geluidveroorzakend evenement kan een evenement zijn waarbij sprake is van versterkte muziek, maar ook andere, niet muzikale evenementen kunnen geluid veroorzaken, zoals motorgeluid. Daarom is een definitie opgenomen voor het begrip 'geluidveroorzakend evenement': een evenement waarbij (versterkt) geluid prominent aanwezig is en/of vermaak door middel van het produceren van versterkt (muziek) geluid een van de hoofddoelen is.
Tegen het herstelbesluit van 17 november 2021 heeft appellant een zienswijze naar voren gebracht. De standpunten van appellant en het verweer van de gemeente zijn op een zitting op 12 juli 2022 nader toegelicht.
Op 16 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een tweede tussenuitspraak (Bijlage 2 Tweede tussenuitspraak plandeel A) gedaan op het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, plandeel A evenemententerrein (ECLI:NL:RVS:2022:3299).
Op één punt dient de gemeente nader onderzoek te verrichten. Op twee punten is ter zitting tot overeenstemming gekomen tussen appellant en de gemeente, zoals ook is opgenomen in de tweede tussenuitspraak. Op de overige door appellant aangevoerde punten is geen aanpassing nodig.
1. Geluid
Appellant voert aan dat de raad het maximum aantal bezoekers voor een groot evenement ten onrechte op 15.000 bezoekers heeft gesteld. Volgens hem is dit in strijd met het conserverende karakter van het plan en zijn de ruimtelijke effecten wat betreft [de natuur,] het geluid [en het verkeer] niet nader onderzocht.
De Afdeling is van oordeel dat de raad ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan naar de geluidbelasting van een groot evenement met een bezoekersaantal van maximaal 15.000 bezoekers. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat geen onderzoek is gedaan naar het muziekgeluid van het grote evenement in combinatie met stemgeluid van 15.000 bezoekers. Volgens de Afdeling is onduidelijk of de geluidbelasting van maximaal 65 dB(A) bij een groot evenement uitvoerbaar en daarmee dus ook handhaafbaar is.
De Afdeling oordeelt dat het herstelbesluit op dit punt in strijd met artikel 3:2 van de Awb en niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en in strijd met artikel 3:46 van de Awb niet afdoende is gemotiveerd.
2. Geluid tijdens op- en afbouwdagen, anders dan soundcheck
Appellant stelt dat de toegestane geluidbelasting tijdens op- en afbouwwerkzaamheden in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en de rechtszekerheid.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting zijn appellant en de raad overeen gekomen om artikel 6.1, aanhef en lid a, onder 4, 3e bullet, van de planregels als volgt te formuleren: "tijdens de overige op- en afbouwdagen ter plaatse van de gevels van de woningen versterkt (muziek) geluid en/of motorgeluid niet duidelijk hoorbaar mag zijn."
De raad heeft het besluit in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb onzorgvuldig voorbereid.
3. Begrip "geluidveroorzakend evenement"
Appellant voert aan dat de omschrijving van het begrip "geluidveroorzakend evenement" in artikel 1.57 van de planregels onvoldoende duidelijk is.
Ter zitting zijn appellant en de raad het erover eens geworden dat artikel 1.57 van de planregels kan worden geschrapt, omdat het leidt tot onduidelijkheid.
De raad heeft het besluit in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Awb onzorgvuldig voorbereid.
Conclusie over herstelbesluit
De conclusie in de tweede tussenuitspraak luidt als volgt:
De gemeenteraad is opdragen om binnen 16 weken na verzending van deze uitspraak:
De raad dient de Afdeling en de andere partij de uitkomst mee te delen en een gewijzigd of nieuw besluit zo spoedig mogelijk op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mee te delen. Het door het college te nemen gewijzigde of nieuwe besluit behoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Awb te worden voorbereid.
Het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, deel A evenemententerrein is met inachtneming van de tweede tussenuitspraak als volgt hersteld (planversie VG02).
1. Geluid
Aan de hand van een nieuw akoestisch onderzoek is aangetoond dat er bij het organiseren van een groot evenement met 15.000 bezoekers voldaan kan worden aan de geluidnormen zoals opgenomen in het bestemmingsplan. Hierbij zijn voor het organiseren van muziekevenementen met dance-muziek wel beperkingen aanwezig.
Het aantal van 15.000 bezoekers in combinatie met muziekgeluid is uitvoerbaar. Het aantal bezoekers hoeft naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek niet bijgesteld te worden.
Zie verder paragraaf 1.5 Akoestisch onderzoek.
2. Geluid tijdens op- en afbouwdagen, anders dan soundcheck
Artikel 6.1, aanhef en lid a, onder 4, 3e bullet, van de planregels zijn in onderhavig bestemmingsplan als volgt gewijzigd.
De zin "tijdens de overige op- en afbouwdagen geen versterkt geluid ten gehore gebracht mag worden die de norm van 65 dB(A) te boven gaat, waarbij deze norm gemeten wordt op 30 meter van de geluidsbron" is gewijzigd in "tijdens de overige op- en afbouwdagen ter plaatse van de gevels van de woningen versterkt (muziek) geluid en/of motorgeluid niet duidelijk hoorbaar mag zijn."
3. Begrip "geluidveroorzakend evenement"
Artikel 1.57 van de planregels is geschrapt. De overige begripsbepalingen zijn hiermee vernummerd (artikel 1.58 wordt 1.57 en zo verder).
Bij het vaststellen van het bestemmingsplan "Digitalisering analoge bestemmingsplannen" op 1 juli 2016 is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Tauw, Projectnummer 1228371, 22 januari 2016), waarop de gebruiksregels in dat bestemmingsplan waren gebaseerd. Bij het eerste herstelbesluit is dit akoestisch onderzoek geactualiseerd (Tauw, Projectnummer 1283511, september 2021).
Voor het onderbouwen van het tweede herstelbesluit is er voor gekozen om een nieuw akoestisch onderzoek te laten uitvoeren welke zich richt op de gevolgen van het toelaten van en groot evenement met maximaal 15.000 bezoekers.
Om onderhavig herstelbesluit te onderbouwen is een nieuw akoestisch onderzoek uitgevoerd, waarbij onderzoek is gedaan naar de gevolgen van een groot evenement met 15.000 bezoekers (zie DGMR, M.2022.1372.00.R001, 23 januari 2023, Bijlage 4 Akoestisch onderzoek)
Bevindingen groot evenement
In het akoestisch onderzoek is een groot evenement gemodelleerd waarbij sprake is van 1 podium. Het publieksvlak heeft een grootte waarin zich 15.000 bezoekers kunnen bevinden, uitgaande van 2,5 persoon per m2. Gekeken is naar een speelrichting in zuid-westelijke richting, waarbij sprake is van dance-muziek. Ook is gekeken naar de manier van luidsprekeropstellingen. Tevens is rekening gehouden met het stemgeluid van 15.000 bezoekers.
Uit het onderzoek blijkt dat ter plaatse van de gekozen beoordelingspunten tijdens het organiseren van een groot evenement met muziek- en stemgeluid een langtijdgemiddelde beoordelings-niveau (LAr,LT) wordt bereikt van maximaal 62 dB(A) gedurende de dagperiode op 1.5 mv+ en 65 dB(A) gedurende de avond- en nachtperiode op 5.0 mv+. Hiermee wordt voldaan aan de geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in onderhavig bestemmingsplan, namelijk 65 dB(A).
Het verschil tussen de dB(A) en dB(C) waarde ter plaatse van Front of House op 25 meter recht voor het podium bedraagt 13 dB en voldoet hiermee ook aan maximaal toegestane verschil van 15 dB.
Naast het berekenen van een evenement waarbij sprake is van muziekgeluid, is ook een berekening gemaakt van een evenement waarbij uitsluitend sprake is van stemgeluid. Uit het onderzoek blijkt dat er in die situatie een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) wordt bereikt van maximaal 52 dB(A) gedurende de dagperiode op 1.5 mv+ en 54 dB(A) gedurende de avond- en nachtperiode op 5.0 mv+ (punt 10 Pekelharingweg 2A). Deze resultaten passen binnen geluidsgrenswaarden die zijn opgenomen in onderhavig bestemmingsplan, namelijk 65 dB(A).
Voor de volledigheid is in het rapport ook een (worst-case) berekening gemaakt van de effecten van een groot evenement op het omliggende natura-2000 gebied Rijntakken. Hierbij wordt in het rapport opgemerkt dat gekeken moet worden naar het 24-uursgemiddeld equivalente geluidsniveau (LAeq,24uur) in plaats van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT).
Uit de resultaten blijkt dat tijdens een groot evenement waarbij sprake is van muziek- en stemgeluid een 24-uursgemiddeld equivalent geluidsnviveau (LAeq,24uur) wordt bereikt van maximaal 62 dB(A). Hiermee is sprake van een overschrijding van de geluidsgrenswaarde die geldt volgens de natuurbeschermingswetvergunning van 55 dB(A). De overschrijding bedraagt maximaal 7 dB. Om te kunnen voldoen aan de geluidsgrenswaarden die gelden volgens de natuurbeschermingswet-vergunning zijn organisatorische maatregelen nodig. Het beperken van de duur van de muziek of het beperken van het zendniveau behoren daartoe tot de mogelijkheden. Bij een gelijkblijvend zendniveau [een LAeq van 89 dB(A) op 25 meter voor het podium] zal de duur van de muziek moeten worden teruggebracht van 8 uur naar maximaal 100 minuten (1 uur en 40 minuten). Er gelden dan geen restricties aan het stemgeluid. Dat kan 8 uur aanwezig blijven.
Conclusie
Conclusie uit het onderzoek is dat, met inachtneming van een aantal aanbevelingen, kan worden voldaan aan de gestelde geluidsnormen in het bestemmingsplan. Een organisator dient rekening te houden met bepaalde podium opstellingswijze en zendniveaus:
In het akoestisch onderzoek wordt aangegeven dat het voor een juiste beoordeling van de te verwachten geluidsniveaus van belang is om vooraf te weten welke podiumposities, richtingen, luidsprekertechnieken, exploitatievorm, muziekstijl (geluidsvolume en genre) per evenement wordt toegepast.
Bij geluidveroorzakende evenementen dient voorafgaand aan het evenement aangetoond worden dat de in het bestemmingsplan opgenomen geluidnormen niet worden overschreden (artikel 6.1, lid, onder a sub 6). Een organisator zal dan ook een akoestisch onderzoek moeten aanleveren. In de communicatie met de organisator zal aangegeven worden dat in dat betreffende onderzoek de hierboven genoemde aspecten zoals podiumpositie, richting, techniek en dergelijk worden opgenomen.
Aan de hand van het Akoestisch onderzoek van DGMR kan aan de organisator vooraf aangegeven worden welke BBT-voorzieningen in acht moeten worden genomen.
Geconcludeerd wordt dat de geluidbelasting van maximaal 65 dB(A) bij een groot evenement uitvoerbaar en daarmee dus ook handhaafbaar is.