direct naar inhoud van 5.2 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten
Plan: Borgele
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D112-OH01

5.2 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten

5.2.1 Archeologie

Een groot deel van het plangebied is bebouwd. Het kent daarom veel recente verstoringen in de vorm van woningbouw en infrastructuur. Voorafgaand aan de bouw van de woonwijken hebben vrijwel geen opgravingen, waarnemingen of booronderzoeken plaatsgevonden zodat de beschikbare archeologische informatie zeer beperkt is.

De noordwesthoek van het plangebied is in gebruik als sportpark. De rest van de noordelijke helft van het plangebied, het gebied ten noorden van de Overstichtlaan, is bebouwd. Het gaat hier voornamelijk om eengezinswoningen en flats van vier verdiepingen, gebouwd in de jaren '60 en '70. Dit deel van het plangebied kent veel groenvoorzieningen in de zin van groenstroken en tuinen. Bij onderzoek in de Driebergenbuurt en Borgele is aangetoond dat het bodemarchief tussen de huizen en flats vaak nog grotendeels intact is.

Het zuidelijk deel van het plangebied is voornamelijk in gebruik als plantsoen. In dit plantsoen bevinden zich twee kolken. Hier hebben vermoedelijk geen grootschalige verstoringen plaatsgevonden. Alleen de strook net ten zuiden van de Overstichtlaan is bebouwd, voornamelijk met eengezinswoningen. Hier is de totale oppervlakte van de bebouwing relatief gering en is vermoedelijk eveneens een groot deel van het bodemarchief intact.

5.2.1.1 Prehistorie

Er zijn geen vindplaatsen of vondsten uit de prehistorie in het plangebied bekend. Wel is het grootste deel van het gebied relatief hoog gelegen. Op vergelijkbare locaties elders in Deventer zijn vindplaatsen uit alle perioden tussen het Mesolithicum en de (laat) Romeinse tijd aangetroffen. Ook in dit plangebied moet dus rekening worden gehouden met vindplaatsen uit de prehistorie.

5.2.1.2 Middeleeuwen

In de zuidwest hoek van het plangebied loopt de Platvoetsdijk/Lookersdijk. Deze dijk is aangelegd om het gebied ten oosten te beschermen tegen overstromingen bij hoog water. De dijk is in het landschap nog zichtbaar als de Lokersdijk. Deze dijk is een behoudenswaardig landschapselement.

De Deventer Enk

De historie van het gebied valt feitelijk uiteen in twee geografisch gescheiden zones. De zuidelijke helft van het plangebied maakte deel uit van de Deventer Enk. De Enk bestond uit landbouwgrond die vruchtbaarder werd gemaakt door stadsmest en met dierlijke mest doordrenkte (heide)plaggen op te brengen. In het zuiden van het plangebied lagen in de nieuwe tijd geen boerderijen. Veel grond was eigendom van de stad Deventer en de openbare instellingen binnen haar muren. De gronden werden verpacht aan landbouwers of particulieren die de grond bewerkten vanuit hun stadsboerderijen en woningen. Het is onduidelijk of deze situatie teruggaat tot de (vroege) middeleeuwen. Mogelijk was een deel van de grond aanvankelijk particulier eigendom en stonden er wel boerderijen en zijn deze pas in een later stadium door donaties in handen van de instellingen gekomen.

De stedelijke bezittingen werden in de late Middeleeuwen omgeven door een landweer. Deze landweer was een verdedigingssysteem van wallen, greppels en op sommige plaatsen palissaden, dat aangelegd is in de 14de eeuw om de gebieden rond de stad Deventer te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. De exacte locatie van de landweer is binnen dit plangebied niet bekend.

De Marke Borgele

De noordelijke helft van het plangebied lag in de Marke Borgele. Deze Marke bestond in ieder geval vanaf 1221 en maakte deel uit van het Schoutamt Colmschate en de latere gemeente Diepenveen. Op de kadastrale kaart van 1832 zijn in dit gebied meer dan tien boerderijen weergegeven. Hiervan gaat alleen de Havezate Borgele met zekerheid tot de late middeleeuwen terug.

De Havezate Borgele

In het midden van de zuidelijke helft van het plangebied, ter hoogte van de kruising Het Laar-Overstichtlaan lag de Havezate Borgele, waar de wijk haar naam aan dankt. De eerste vermelding van dit huis dateert uit 1457. Het is niet duidelijk hoelang het huis toen al bestond. De havezate Borgele was aanvankelijk een leen van de proosdij van St. Lebuïnus in Deventer. In de 16de eeuw kwam de havezate Borgele in het bezit van de familie Van Brienen en vererfde in de 17de eeuw aan de Bentincks, die haar in 1740 verkochten. Hierna kwam zij achtereenvolgens in handen van Hendrik Lindeman, de familie Van Rechteren, M.A.C. van Voorst en de familie Slichtenbree. In 1851 werd het goed in percelen verkocht. In 1869 brandde de al vervallen havezate af, waarna een nieuwe boerenwoning werd opgebouwd: De Ketelarij. Vanwege de uitbreiding van Deventer werd het pand rond 1965 afgebroken. Ter hoogte van het woon- en zorgcentrum 'De Bloemdal' zijn mogelijk nog resten van het pand te vinden.

De locatie van de Havezate is door de RACM aangewezen als een terrein van Archeologische waarde. (Monumentnummer 13585, CMA-nummer 27G-A03). Het heeft dan ook in het bestemmingsplan de dubbelbestemming archeologische waarde.

5.2.1.3 Nieuwe tijd

De Deventer Enk

Dit akkerbouwgebied kende tot in de 19de eeuw geen zelfstandige boerderijen en werd nog steeds vanuit de stad geëxploiteerd. In de jaren '60 en '70 van de twintigste eeuw werden er woningen gebouwd.

De Marke Borgele

In dit deel van de Marke Borgele lagen de in de onderstaande tabel weergegeven erven.

Naam   Eerste vermelding   Sloop  
Lucas   1832   1865  
Van Cleef   1748   1850  
Vlierman   1854   1965  
Vlier   1768   1966  
De Borgel   1457   1965  
Daggert   1626   1965  
De Winter   1626   Onbekend  
Bremmer   1675   1965  
Bomhof   1660   1965  
Smeenk   1675   Bestaand  
Weitendaal   1660   1965  
Leerenlamp   1762   1965  
Otter   1601   1965  

Opvallend is het vrijwel ontbreken van laat middeleeuwse boerderijen. Alleen de havezate Borgele gaat terug tot de late middeleeuwen. De oudste vermeldingen van de meeste boerderijen dateren uit de 17de eeuw (7) en 18de eeuw (3). Het is niet zeker dat hieruit mag worden geconcludeerd dat geen van deze boerderijen teruggaat tot de middeleeuwen. Mogelijk is het ontbreken van vroege meldingen ook het gevolg van de overlevering van historische gegevens.

Rond alle historische boerderijen die voor 1800 dateren is een buffer van 100 m aangegeven waarin oudere voorgangers en randverschijnselen van het erf worden verwacht.

In 1960 vond een grenswijziging plaats en werd dit gebied bij de gemeente Deventer getrokken. In 1965 en 1966 werden vrijwel alle boerderijen binnen het plangebied afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Alleen boerderij de Smeenk heeft de bouw van de nieuwbouwwijk overleeft.

5.2.1.4 Verwachting, selectie

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D112-OH01_0004.jpg"

Verreweg het grootste deel van het plangebied kent een middelhoge archeologische verwachting. In het zuidelijk deel van het plangebied ligt een aaneengesloten gebied, met een hoge archeologische verwachting. Dit gebied wordt grofweg begrensd door Wittenstein-Dreef in het noorden, Arkelstein-Hendrik Heukelaan in het zuidoosten en Lokersdijk-Heimansweg-Het Laar in het westen. Op deze relatief hoog gelegen grond en de randen hiervan liggen de havezate Borgele en meeste boerderijen binnen het plangebied. Naast vindplaatsen uit de middeleeuwen en nieuwe tijd zijn in de gebieden met een middelhoge en hoge verwachting ook vindplaatsen uit de prehistorie te verwachten.

In de noordoost hoek van het plangebied kent het gebied tussen de Havezatelaan en de Breklenkamp een lage archeologische verwachting. Ook in de noordwest- en zuidwesthoek van het plangebied zijn kleine lager gelegen gebieden, die daardoor een matige archeologische verwachting hebben. In de zuidwest hoek gaat het hier om delen van de Lookerskolk en de Klinkenbeltskolk in het Nieuwe Plantsoen.

Alle gebieden die op basis van de verwachtingskaart een hoge en middelhoge verwachting hebben, zijn in het bestemmingsplan opgenomen met de dubbelbestemming archeologische verwachting.

5.2.2 Cultuurhistorie

Het noordelijk deel van Borgele had tot 1960 een agrarisch en landelijk karakter. Vanaf 1965 heeft het een nieuwe stedenbouwkundige invulling gekregen met vooralsnog een geringe cultuurhistorisch waarde. Van voor 1960 zijn de volgende cultuurhistorisch waardevolle onderdelen te benoemen:

  • De historische lintbebouwing langs de laan van Borgele en de Havezatelaan met een waardevolle grondgebonden karakteristiek;
  • De boerderij Smeenk met zijn vrije en beeldbepalende ligging aan de Daggertsweg 1. De eerste vermelding dateert uit 1675;

Cultuurhistorisch waardevolle elementen:

  • Havezatelaan 42 en de gemeente Deventer grenspaal langs de Laan van Borgele;
  • Laan van Borgele 7.

Het gebied ten zuiden van de Ceintuurbaan was vanaf de Middeleeuwen reeds grotendeel in handen van de stad Deventer en haar instellingen. Van een breuk in de historische ontwikkeling is hier geen sprake. Het is een parkachtig gebied met veel cultuurhistorische waarden.

De Lokersdijk is een beeldbepalend element dat met een hoogte van enkele meters tussen de kolken doorslingert. De dijk en de kolken vertellen de geschiedenis van de overstromingen bij hoog water. De bebouwing langs de Lokersdijk heeft een waardevolle grondgebonden karakteristiek. Het parkachtige karakter wordt ondersteund door levende tuinafscheidingen.

Een deel van het Nieuwe Plantsoen ligt in het plangebied Borgele. Het Nieuwe Plantsoen is tot stand gekomen na het bestemmen van de grond rondom de watertoren, die aan de andere kant van de Ceintuurbaan ligt, als waterwingebied. Het park is ontworpen door Leonard Springer als bos. In vergelijking met de andere parken die hij heeft ontworpen in Deventer, heeft het bos een dichtere begroeiing en geen bloemenperken. In 1914 is dit een unicum in de ontwikkeling van de stadsparken.

Vanaf 't Löken aan de Lokersdijk 2 loopt een langzaamverkeersroute onder de Overstichtlaan door die aansluit op de jaren '70 wijk ten noorden van de Overstichtlaan, die nog steeds het Smokkelpad genoemd wordt. Dit is een restant van de sluiproute van de Lokersdijk door landelijk Borgele naar de Oranjelaan om het tolhuis aan de Laan van Borgele te ontwijken. Hier werd nog tot 1914 tol geheven.

Gemeentelijke monumenten:

  • Lokersdijk 2;
  • Lokersdijk 6;
  • Lokersdijk ongenummerd: twee hardstenen palen die het dijkgedeelte markeren aan weerszijden van de weg op de Lokersdijk op het zichtbaren dijkgedeelte tussen Lokerskolk en Kieftenbeltskolk.