direct naar inhoud van 7.3 Resultaten inspraak
Plan: Borgele
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D112-OH01

7.3 Resultaten inspraak

Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan Borgele met ingang van 27 augustus tot 7 oktober 2009 voor iedereen ter inzage gelegen met de mogelijkheid een inspraakreactie in te dienen. Tijdens deze periode bestond de mogelijk om een inspraakreactie in te dienen. Er zijn 24 inspraakreacties ingediend.

Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van een inspraak een eindverslag gemaakt worden. Dit eindverslag bevat in elk geval:

  • een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
  • een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
  • een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.

1. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker vindt het belangrijk het Vlierpad open te houden.
  • 2. Inspreker verzoekt om het stuk openbaar groen gelegen naast Voorhorst 49 als zodanig op de bestemmingsplankaart aan te geven.
  • 3. Gevraagd wordt te kijken naar nieuwe speelattributen voor het speeltuintje gelegen aan de Voorhorst.

Beantwoording:

  • 1. Het Vlierpad is een openbaar pad. In het voorontwerp bestemmingsplan Borgele hebben de gronden waarop het Vlierpad is gelegen de bestemming “Groen”. Een gedeelte van de gronden waarop het pad / de wandelroute is gelegen is bestemd als “Sport”. Op beide bestemmingen zijn de gronden onder meer bestemd voor voetpaden. Planologisch juridisch wordt het Vlierpad dan ook niet wegbestemd en is het pad in overeenstemming met de aan de gronden gegeven bestemming. Deze bestemming wordt niet gewijzigd in het ontwerpbestemmingsplan Borgele. Om een openbaar pad af te sluiten, dient een hiertoe strekkend verkeersbesluit te worden genomen door de gemeente. Tegen een dergelijk besluit kan bezwaar worden gemaakt. Vooralsnog is een dergelijk verkeersbesluit niet genomen. Het Vlierpad is desondanks afgesloten geweest vanwege vandalisme / vanuit veiligheidsoverwegingen. Omdat bezwaar is gemaakt tegen de afsluiting van het Vlierpad en er geen verkeersbesluit ten grondslag lag aan de afsluiting van het pad, is deze weer opengesteld. Voorts blijft de wens bestaan om het Vlierpad in de toekomst af te sluiten en te verleggen waardoor de mogelijkheden voor een ommetje gewaarborgd blijven en de situatie ter plaatse veiliger wordt.
  • 2. De bedoelde gronden gelegen naast de woning Voorhorst 49 hebben in het vigerende bestemmingsplan de bestemming “openbaar groen”. In het voorontwerpbestemmingsplan Borgele is de bestemming “verkeer - verblijfsgebied” aan deze gronden toegekend.
  • 3. Het is niet de bedoeling geweest om de bestemming van de gronden gelegen naast de woning op het perceel Voorhorst 49 te wijzigen. De inspraakreactie zal dan ook worden overgenomen en de bestemming “Groen” wordt toegekend aan de betreffende gronden. In een bestemmingsplan worden gronden voorzien van bestemmingen op basis waarvan bouwwerken mogen worden gebouwd en het gebruik van gronden en bouwwerken wordt geregeld. Op het bedoelde speelterrein aan de Voorhorst hebben de gronden de bestemming “Groen”. Op basis van deze bestemming is het toegestaan om speelvoorzieningen te plaatsen. Een bestemmingsplan kan echter niet een verplichting bevatten deze bouwwerken op te richten. De term die hiervoor wordt gebruikt is toelatingsplanologie.

Conclusie:

de inspraakreactie zal gedeeltelijk worden overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele door het wijzigen van de bestemming van de gronden naast Voorhorst 49 in de bestemming “Groen”.

2. Samenvatting reactie:

Inspreker vindt dat het Vlierpad als openbaar voetpad behouden moet blijven.

Beantwoording:

Voor beantwoording van deze inspraakreactie wordt verwezen naar de beantwoording van inspraakreactie 1 onder punt 1.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

3. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker geeft aan dat de gemeente Deventer tot op heden geen bevredigende oplossing heeft gegeven voor de problematiek rondom de Heemtuin aan de Hendrik Heukelslaan. Inspreker geeft aan dat de aangegeven bouwblokken op het perceel Hendrik Heukelslaan 8 niet corresponderen met het huidige bestemmingsplan.
  • 2. Aangegeven wordt dat er voor hoekkavels geen minimale afstand van 5 meter is opgenomen tot de rand van de weg, terwijl er wel een minimale afstand van 5 meter is opgenomen tot de perceelsgrens van naastgelegen percelen. Inspreker stelt dat er op zijn perceel bouw- en gebruiksrechten worden ontnomen. Hiermee, zo wordt gesteld, hangt een waardedaling van de betreffende gronden samen.
  • 3. Inspreker geeft aan dat er aan de achterzijde van zijn perceel zich een geluidszone bevindt, waarbinnen geen woonbestemming mag worden gerealiseerd.

Beantwoording:

  • 1. Het vigerende bestemmingsplan “Heemtuin” dateert uit 1998. De woningen aan de Hendrik Heukelslaan zijn na vaststelling van dat bestemmingsplan gebouwd. Onder het vigerende bestemmingsplan is een ruime mate van vrijheid voor wat betreft de situering van de bebouwing op het perceel gegeven. Nu er inmiddels woningen zijn gebouwd is er voor gekozen om de bestaande situatie vast te leggen, ook wel conserveren genoemd. Echter, er bestaan geen stedenbouwkundige bezwaren om het bouwblok aan Hendrik Heukelslaan 8 aan de voorzijde te verruimen. Het bouwblok zal worden aangepast waardoor het nagenoeg dezelfde afmetingen krijgt als de naastgelegen bouwblokken.
  • 2. Bij hoekkavels is er geen minimale afstand tot de openbare weg opgenomen zoals dat wel is gedaan bij percelen onderling. De minimale afstand van 5 meter tussen twee buurpercelen is opgenomen zodat er te allen tijde een minimale afstand van 10 meter tussen twee gebouwen aanwezig is. Deze regel is bij hoekpercelen niet relevant en dus niet opgenomen.
  • 3. Op basis van het vigerende bestemmingsplan is een ontheffing voor hogere grenswaarden verleend door Gedeputeerde Staten voor woningen die minimaal 30 meter uit de as van de Overstichtlaan liggen omdat hier de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden. Op de plankaart van het vigerende bestemmingsplan is deze zone aangegeven. Indiener van zienswijze geef aan dat binnen de geluidszone geen woonbestemming gerealiseerd mag worden. Dit is niet helemaal juist, binnen de geluidszone mogen geen geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd worden, zoals een hoofdgebouw binnen een woonbestemming. Een vrijstaand bijgebouw is wel toegestaan, zolang deze niet tot doel heeft om daarin te gaan wonen.

Conclusie:

de inspraakreactie heeft aanleiding gegeven om het bouwblok aan Hendrik Heukelslaan 2, 4, 6 en 8 aan te passen.

4. Samenvatting reactie:

Inspreker stelt dat de opzet van de informatieavond nietszeggend was. Daarnaast wordt aangegeven dat de gemeente niet ondernemend genoeg is.

Beantwoording:

Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

5. Samenvatting reactie:

Inspreker verzoekt om het Vlierpad open te houden.

Beantwoording:

Voor beantwoording van deze inspraakreactie wordt verwezen naar de beantwoording onder inspraakreactie 1 onder punt 1.

Conclusie:

De inspraakreactie wordt niet overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

6. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker vraagt hoe de nieuwe ontwikkeling achter de woningen aan Bredenhorst zich verhoudt tot de mededeling van de gemeente dat er geen nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen in het voorontwerpbestemmingsplan Borgele.
  • 2. Inspreker geeft aan dat het Vlierpad is komen te vervallen en dat de gronden in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming “Groen” hebben gekregen.
  • 3. Daarnaast geeft inspreker aan dat het totaal van sportvelden is veranderd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.

Beantwoording:

  • 1. Het bestemmingsplan is gericht op het vastleggen van de huidige situatie (conserveren). Echter betekent dit niet dat er in zijn geheel geen wijzigingen kunnen plaatsvinden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Op de gronden gelegen achter Bredenhorst is sportpark Borgele gelegen. De regels van het nieuwe bestemmingsplan maken een bebouwingspercentage op de gronden met de bestemming “Sport” mogelijk van 4% per bestemmingsvlak. In het vigerende bestemmingsplan bedroeg het bebouwingspercentage nog 2%. Het bestemmingsplan legt de huidige situatie vast. In de huidige situatie is er reeds meer dan 2% van de gronden met de bestemming “Sport” bebouwd. Er worden in het plan geen (noemenswaardige) nieuwe bouwmogelijkheden gecreëerd ten opzichte van de thans op de gronden aanwezige bebouwing.
  • 2. Met betrekking tot de reactie over het Vlierpad wordt verwezen naar de beantwoording onder 2.1.1. onder punt 1.
  • 3. Het aantal sportvelden is niet gewijzigd in het ontwerpbestemmingsplan Borgele ten opzichte van de huidige situatie. Een klein deel van het gebied dat in het vigerende bestemmingsplan behoort tot de bestemming “Sportterrein” heeft in het ontwerpbestemmingsplan Borgele de bestemming “Groen” gekregen. Het huidige gebruik wordt daarmee in het bestemmingsplan opgenomen en leidt niet tot vermindering van het aantal sportvelden.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

7. Samenvatting reactie:

Een stuk grond naast de woning aan Voorhorst 71 is in het verleden aangekocht door de eigenaar van het perceel Voorhorst 71. Er wordt verzocht om dit stuk grond te betrekken bij het perceel en de bestemming “Wonen” of “Tuin” op deze gronden te leggen.

Beantwoording:

Alle gronden die in eigendom zijn van de bewoners en behoren bij het perceel Voorhorst 71, zijn op de plankaart opgenomen met de bestemmingen “Wonen” en “Tuin”. In het vigerende bestemmingsplan “Borgele 1984” lag een stuk grond met de bestemming “Groenvoorzieningen” naast de woning op het perceel Voorhorst 71. Deze gronden zijn in het nieuwe bestemmingsplan bestemd als “Wonen” en als “Tuin”. Volgens de gemeente Deventer is de verbeelding dan ook correct aangepast aan de huidige eigendomssituatie.

Conclusie:

de inspraakreactie wordt niet overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

8. Samenvatting reactie:

Inspreker geeft aan dat drie grote bomen vóór de Dreefflat het zicht vanuit de woning belemmeren. Inspreker doet het voorstel om deze bomen te kappen en op deze plek een parkachtige tuin aan te leggen zodat bewoners een beter uitzicht hebben.

Beantwoording:

Schaduw, bessen, vruchten, stuifmeel, insecten, blad en wortels kunnen overlast geven. In deze gevallen zal de gemeente kappen niet toestaan. Alleen wanneer er gevaarlijke situaties (kunnen) ontstaan, grijpt de gemeente in. Deze bomen zijn nog vitaal en hebben een goede levensverwachting. De gemeente Deventer zal hierop gelet niet overgaan tot het kappen van deze bomen. De reactie heeft overigens geen betrekking op het bestemmingsplan. In de wijk Borgele gaat de gemeente Deventer de openbare ruimte opnieuw inrichten. Hiervoor is een meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) in voorbereiding.

Conclusie:

de inspraakreactie wordt niet overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

9. Samenvatting reactie:

Inspreker geeft aan dat Borgele hard toe is aan een nieuw plan en dat onderhoud hard nodig is om het voor bewoners nog aantrekkelijk te houden om er hun energie in te steken. Inspreker vraagt zich af waarom het allemaal zo ingewikkeld wordt gemaakt.

Beantwoording:

Een bestemmingsplan geeft voor een ieder verbindende voorschriften ten aanzien van bouwen en gebruik van gronden en opstallen. Met de inwerkingtreding van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008) wordt gestreefd naar uniforme bestemmingsplannen. De gemeente Deventer tracht zo duidelijk mogelijke bestemmingsplannen conform de vereisten van de SVBP 2008 op te stellen. Echter is het niet altijd mogelijk om een bestemmingsplan zo op te stellen dat deze eenvoudig te begrijpen valt, omdat het bestemmingsplan moet voldoen aan inhoudelijke kwaliteitseisen en moet voorzien in een goede ruimtelijke ordening alwaar verschillende complexe wetgeving bij moet worden betrokken. Momenteel is er een Meerjaren onderhoudsplan (MJOP) in voorbereiding. Hierin heeft de gemeente Deventer haar onderhoudsplannen voor de wijk Borgele verwoord. De onderhoudsplannen aan de openbare ruimte voor de komende jaren zijn hierin aangegeven. Deze inspraakreactie hoort dan ook meer thuis in het kader van het MJOP.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

10. Samenvatting reactie:

Inspreker vindt de inloopavond waardeloos, omdat er geen nieuws is gepresenteerd. Het huidige bestemmingsplan is niet naast het nieuwe gehangen, hierdoor kon niet goed worden beoordeeld hoe e.e.a. in feite zou worden.

Beantwoording:

Het nieuwe bestemmingsplan Borgele is conserverend van aard. Dit wil zeggen dat er in principe geen nieuwe ontwikkelingen in het plan worden opgenomen. De bestaande situatie wordt zoveel mogelijk vastgelegd. Het is dan ook verklaarbaar dat er in het kader van dit nieuwe bestemmingsplan geen nieuws is gepresenteerd. Inloopavonden worden zo ingestoken dat er mogelijkheden worden gecreëerd om vragen over het nieuwe bestemmingsplan te stellen. Het vigerende bestemmingsplan is niet naast het nieuwe bestemmingsplan gehangen, echter bestond er de mogelijkheid om tijdens de inloopbijeenkomst het vigerende bestemmingsplan op verzoek in te zien.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

11. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker wil graag een speelgelegenheid vóór Het Laar 2, omdat de thans aanwezige speelvoorzieningen helemaal achter in de buurt gelegen zijn.
  • 2. Inspreker geeft aan dat er groter ergernis bestaat over het parkeren bij woonzorgcentrum Bloemendal. Er is op het perceel voldoende ruimte om parkeerplaatsen te realiseren. Toch wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt en worden auto's aan Het Laar geparkeerd, waardoor er geen ruimte meer is voor bewoners om hun auto te parkeren.

Beantwoording:

  • 1. Het bestemmingsplan staat binnen de bestemming “Groen” en “Verkeer en Verblijfsgebied” speeltoestellen toe. Gemeentelijk beleid stelt dat er niet meer speeltoestellen mogen en kunnen komen dan er momenteel staan. Dit geldt overigens voor héél gemeente Deventer.
  • 2. Het Bloemendal is al geruime tijd gevestigd op de huidige locatie. Ten tijde van de bouw van Het Bloemendal is er getoetst aan de destijds geldende parkeernormen. Gedurende de jaren is het autobezit toegenomen en daarmee de parkeerbehoefte. De parkeernormen zijn hierop aangepast. Een bestaand gebouw hoeft echter niet te voldoen aan de nieuwe parkeernormen, maar aan de parkeernorm die gold ten tijde van de bouw. De gemeente kan niet verplichten om extra parkeergelegenheid op eigen terrein te realiseren. Omdat de parkeerdruk is toegenomen wordt er nu ook intensiever gebruik gemaakt van parkeermogelijkheden in de nabije omgeving. Hieronder valt ook Het Laar. Zoals wordt aangegeven is er wel voldoende parkeergelegenheid aan de Dreef. Deze reactie is dan ook doorgegeven aan de verkeerskundige. Onze verkeerskundige zal in gesprek gaan met het Bloemendal om te kijken of het parkeerbeleid van het Bloemendal aangepast kan worden en of de aanwezigheid van de veelal vrije parkeerplaatsen aan de Dreef aan bezoekers kenbaar kan worden gemaakt.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Er wordt door de verkeerskundige overleg gepleegd met het Bloemendal om tot een vermindering van de parkeerdruk aan Het Laar te komen.

12. Samenvatting reactie:

Inspreker stelt niets wijzer te zijn geworden van de inspraakavond.

Beantwoording:

Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

13. Deventer Bomenstichting

Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker vraagt om beschermwaardige bomen op te nemen in het bestemmingsplan. Gevraagd wordt wat de criteria zijn voor het opnemen van beschermwaardige bomen in het bestemmingsplan, omdat slechts twee bomen in het bestemmingsplan als zodanig zijn opgenomen. Inspreker geeft een lijst met bomen die voor een beschermende bestemming in aanmerking zouden moeten komen, te weten: een zomereik aan de Havezatelaan / Borgelerhogweg, een kleinbladige linde aan de Hendrik Heukelslaan, een zomereik aan de Dreef, een walnoot aan de Dreef, een beuk en linde aan de Havezatelaan, een vijftal monumentale eiken welke zich in de binnentuin van het woonzorgcentrum Bloemendal bevinden. Verder bevinden zich op twee plaatsen in Borgele gedenkbomen aan de Voorhorst en rond de scholen aan het Groenewold. Inspreker vindt dat de beschermwaardige en monumentale bomen moeten worden behoed voor schadelijke bouw- en aanlegwerkzaamheden in de directe omgeving van de bomen. Inspreker geeft aan dat een goede manier om de invloed van bovengenoemde werkzaamheden op bomen in kaart te brengen kan geschieden door een zogenoemde Bomen Effect Analyse (BEA). Er wordt dan ook verzocht een verplichting tot het uitvoeren van een Bomen Effect Analyse op te nemen in het bestemmingsplan.
  • 2. Inspreker merkt verder op dat in het voorontwerpbestemmingsplan Borgele gronden zijn bestemd als “Groen”. Gevraagd wordt waarom deze term is gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
  • 3. Tot slot vraagt inspreker wat de reden is om de bestemming van het “Smokkelpad” te wijzigen in “Groen”.

Beantwoording:

  • 1. Alleen de groeiplaatsen worden in een bestemmingsplan opgenomen, niet de bomen zelf. Criteria voor het opnemen van een groeiplaats zijn het versterken van de stedenbouwkundige / landschapskundige structuur. Slechts een beperkt aantal groeiplaatsen van bomen komt hiervoor in aanmerking. In 2009 zijn alle bijzonder beschermwaardige bomen geïnventariseerd. Hiervoor zijn vaste criteria gebruikt. Indien bovengenoemde bomen voldoen aan de criteria, zullen ze op de lijst bijzonder beschermwaardige bomen komen. Bijzonder beschermwaardige bomen genieten extra bescherming in de nieuwe bomenverordening. Een bomen effect analyse is onderdeel van het bomenbeleid en kan worden opgelegd indien daar noodzaak toe is. Dit is per project en situatie afhankelijk. Een verplichting tot uitvoeren van een Bomen effect analyse hoort niet thuis in een bestemmingsplan.
  • 2. Aan de vorm en inhoud van nieuwe bestemmingsplan zijn onder de Wet ruimtelijke ordening regels verbonden. Deze regels zijn verwoord in de “Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen” (SVBP 2008). In verband hiermee zijn onder meer de benamingen van bestemmingen landelijk uniform vastgelegd. Bovenstaande heeft tot gevolg dat de naamgeving van bestemmingen ten opzichte van het vigerende plan zijn veranderd.
  • 3. Fietspaden zijn toegestaan in zowel de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied als Groen. De gemeente stemt er mee in dat de bestemming gewijzigd wordt van Groen naar Verkeer – Verblijfsgebied voor dit pad, omdat het Smokkelpad een belangrijke fietsverbinding met de binnenstad is.

Conclusie:

het bestemmingsplan wordt naar aanleiding van punt 3 gewijzigd: de gronden waarop het smokkelpad zijn gelegen, krijgen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied.

14. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker geeft aan dat zijn achtererf grenst aan het perceel van school “De Horizon”. Gesteld wordt dat de bebouwing binnen het bouwvlak van de school “De Horizon” een heel stuk dichterbij de achtertuin van inspreker kan worden gesitueerd. Dit wordt als zeer onwenselijk beschouwd gelet op de privacy. Gevraagd wordt om het bouwblok niet dichter naar de achtertuinen van de aangrenzende percelen te verplaatsen, de hoogte van de bebouwing te beperken naar 5 meter en de hoogte van bijgebouwen te beperken die tussen het bouwvlak en de achtertuinen opgericht mogen worden.
  • 2. Inspreker vraagt om betrokken te worden bij eventuele plannen voor het wijzigen van een maatschappelijke bestemming naar een woonbestemming op het perceel van Woonzorg Nederland.

Beantwoording:

  • 1. Er zijn ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan geen wijzigingen aangebracht waardoor er bebouwing dichter kan worden gebouwd ten opzichte van de woning achter de school “De Horizon”. Ook de maximale hoogte is niet gewijzigd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan: dit is op dit moment 7 meter en blijft dit ook in het bestemmingsplan Borgele.
  • 2. In het bestemmingsplan Borgele 1984 heeft het complex een woonbestemming. In het voorontwerp is het perceel van Woonzorg (Het Bloemendal aan Het Laar) bestemd als Maatschappelijk – zorginstelling. Deze bestemming is gelet op het vigerende bestemmingsplan aangepast naar de bestemming Gemengd, waar wonen en daaraan gerelateerde zorg is toegestaan.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

15. Samenvatting reactie:

  • 1. Zie inspraakreactie nummer 14 voor een samenvatting van deze reactie.
  • 2. Naast de onder nr. 14 samengevatte inspraakreactie geeft inspreker aan dat het bouwblok van de woning op het perceel Havezatelaan 7 niet correct is opgenomen op de plankaart. Het woonhuis is verbouwd en er wordt verzocht om het verbouwde huis in zijn geheel van een bouwvlak te voorzien.

Beantwoording:

  • 1. Zie inspraakreactie nummer 14 voor de beantwoording van deze reactie.
  • 2. Het bouwblok op het perceel Havezatelaan 7 zal worden aangepast aan de huidige woning.

Conclusie:

op basis van deze inspraakreactie wordt het bouwblok aan de Havezatelaan 7 aangepast.

16. Samenvatting reactie:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor een samenvatting van de reactie.

Beantwoording:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor de beantwoording van deze reactie.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

17. Samenvatting reactie:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor een samenvatting van de reactie.

Beantwoording:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor de beantwoording van deze reactie.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

18. Samenvatting reactie:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor een samenvatting van de reactie.

Beantwoording:

Zie inspraakreactie nummer 14 voor de beantwoording van deze reactie.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan Borgele.

19. Samenvatting reactie:

Inspreker geeft aan dat hij de wens heeft een stuk grond gelegen tussen Bredenhorst 147 en Bredenhorst 149 aan te kopen. Aangegeven wordt dat deze wens al enige tijd bij de gemeente in beraad is. In dit kader verzoekt inspreker om het betreffende stuk grond te bestemmen als “Wonen” of in ieder geval als “Tuin” om de mogelijke in de toekomst aan te kopen grond te kunnen gebruiken als tuin.

Beantwoording:

Het bestemmingsplan is beheersgericht. In de huidige situatie zijn de betreffende gronden in gebruik als openbaar groen. Hierop gelet zijn de gronden als “Groen” bestemd in het voorontwerp bestemmingsplan Borgele. Het is niet gebruikelijk en onwenselijk om de gronden vooruitlopend op een mogelijke totstandkoming van een grondverkoop al op te nemen als zijnde “wonen” of “tuin”.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

20. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker geeft aan dat een deel van de gronden behorende bij de woning op het perceel Borgelerhofweg 50 de bestemming “Groen” heeft gekregen. De grond is in gebruik als tuin en inspreker verzoekt dan ook de gronden als zodanig te bestemmen.
  • 2. Verzocht wordt om op de plankaart het bouwblok aan te passen zodat de gehele woning in het bouwblok is gelegen.

Beantwoording:

  • 1. Er zijn ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan geen gronden gewijzigd van “Tuin” naar “Groen”. Een gedeelte van de gronden behorende bij het perceel Borgelerhofweg 50 is zowel in het vigerende als in het nieuwe bestemmingsplan bestemd als “Groen”. Aan deze situatie is niets gewijzigd. De groenstrook loopt langs alle percelen en dit wil de gemeente Deventer zo houden zodat er ook geen bebouwing kan worden opgericht.
  • 2. De uitbouw aan de rechterzijde van de woning is niet geheel gelegen binnen het bouwblok. In het bestemmingsplan Borgele is het onder voorwaarden toegestaan om aan- en uitbouwen buiten het bouwblok maar wel binnen de bestemming Wonen te realiseren. Deze uitbouw past daarmee binnen de bestemming Wonen.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

21. Woonzorg Nederland

Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker verzoekt om de bestemming van het perceel Het Laar 1 (verzorgingshuis Bloemendal) te wijzigen naar “Wonen-gestapeld” en “Maatschappelijk-Zorginstelling”. Dit omdat het merendeel van de woningen op het complex al in gebruik is voor zelfstandig wonen.
  • 2. Daarnaast verzoekt men om de bestemming van het perceel J.P. Thijsseweg 2 te wijzigen in de bestemming “Wonen-gestapeld”. Inspreker stelt hiermee flexibiliteit te hebben bij de toekomstige invulling van de bebouwing op beide percelen.

Beantwoording:

In het vigerende bestemmingsplan Borgele 1984 hebben beide complexen de bestemming “bijzondere woongebouwen”. Naar aanleiding van deze inspraakreactie wordt het complex aan Het Laar 1 bestemd als Gemengd, waar zowel wonen als zorg zijn toegestaan. Het complex aan de J.P Thijsseweg 2 krijgt de bestemming Wonen – Gestapeld. Stedenbouwkundig gezien bestaan er geen bezwaren hiertegen. De keuze voor deze bestemmingen sluit aan op de bestemming van deze complexen uit het vigerende bestemmingsplan.

Conclusie:

het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van deze inspraakreactie: het wooncomplex aan Het Laar 1 krijgt de bestemming Gemengd, het wooncomplex aan de J.P. Thijsseweg 2 krijgt de bestemming Wonen – Gestapeld.

22. Platform Borgele

Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker vraagt hoe de verruimde mogelijkheden tot plaatsing van bijgebouwen met grotere oppervlakte zich verhoudt tot de rechtszekerheid van de huidige bewoners;
  • 2. Inspreker vraagt naar de achterliggende gronden van de wijziging van de term “Groenvoorziening” in “Groen”;
  • 3. Inspreker geeft aan dat het begrip “zorgwoning” niet is gedefinieerd.
  • 4. Inspreker geeft aan dat de bestemming “openbaar groen” aan de kant van Het Vlier is gewijzigd in de bestemming “Verkeer”. Hierdoor zouden mogelijk parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd wat een verslechtering van het aangezicht tot gevolg zou kunnen hebben.
  • 5. Inspreker stelt dat het openbare fietspad “Het smokkelpad” is bestemd als “Groen”, waardoor de openbaarheid afhankelijk wordt gemaakt van besluitvorming over de invulling van dat groen. Dit wordt als onwenselijk beschouwd.
  • 6. Eveneens onwenselijk wordt het geacht om de gronden waarop het Vlierpad is gelegen te bestemmen als “Groen”. Ook hier stelt men dat de openbaarheid van het pad afhankelijk wordt gemaakt van besluitvorming over de invulling van het groen. Het pad vervult naar mening van inspreker voor velen een dagelijkse recreatieve functie;
  • 7. Inspreker stelt dat het niet mogelijk was om vast te stellen of een ander deel van het Vlierpad veranderd is van de bestemming “Openbaar groen” in de bestemming “Sport”. Verandering van deze bestemming wordt onwenselijk geacht omdat hiermee mogelijk het Vlierpad als openbaar pad verdwijnt en een verslechtering van de wandelroute tot gevolg heeft;
  • 8. Inspreker geeft aan dat er een strook grond met de bestemming “Openbaar groen” tussen de school Etty Hillesum en de Voorhorst niet opgenomen is op de plankaart. Een ander stukje groen bij de Voorhorst is omgezet in de bestemming “Verkeer”;
  • 9. Inspreker stelt dat de gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming “Sport”aanzienlijk zijn uitgebreid. Gedoeld wordt op de ontheffingsmogelijkheid voor het gebruik van de bebouwing als kinderopvang en fysiotherapie. Het bebouwingspercentage op de sportvelden is gewijzigd van 2 procent naar 4 procent. De bouwhoogte is gewijzigd van 3,5 meter naar 8 meter. Door scheiding van het Vlierpad waren er in het huidige bestemmingsplan twee bouwvlakken, in het nieuwe bestemmingsplan is dat één bouwvlak geworden waardoor alle bebouwingsmogelijkheden kunnen worden gebundeld en als massief element op één plaats gesitueerd worden.
  • 10. Binnen de bestemmingen “Groen”, “Verkeer” en “Verkeer en verblijfsdoeleinden” mogen overal speelplaatsen en ook jeugd- en jongerenontmoetingsplaatsen worden aangelegd. Inspreker is van mening dat er minimaal een ontheffing benodigd zou moeten zijn om deze plaatsen mogelijk te maken, mede omdat er geen onderscheid is gemaakt in de intensiteit van de ontmoetingsplaatsen.
  • 11. Inspreker vraagt zich af of de formulering van ondergeschikte bouwonderdelen voldoende is toegelicht?
  • 12. Waarom is de maximale bouwhoogte van nutsvoorzieningen binnen de bestemming “bedrijf-nutsvoorziening” 3 meter en onder de bestemming “groen” 4 meter? Waarom zijn aan de Bredenhorst bij een deel van de woningen de garages wel ingetekend en bij anderen niet?
  • 13. Inspreker vraagt naar een nadere motivering als het gaat om de aanduiding “groeiplaats bomen” die slechts op twee locaties in Borgele is toegekend terwijl er meerderen uit dezelfde tijd stammende bomen in Borgele aan te wijzen zijn;
  • 14. Inspreker ziet graag dat er nader wordt ingegaan op de aanwezigheid van hoogspanningsleidingen en de werking van magneetvelden.
  • 15. Binnen de bestemming Agrarisch-Kwekerij is opgenomen dat de bouwhoogte bij een kwekerij niet meer dan 5 meter mag bedragen. Gevraagd wordt om toe te lichten waarom hier 5 meter wordt gehanteerd, aangezien op de locatie een hoogte van 5 meter fors wordt gevonden gelet op de ligging nabij de aanliggende wijk.

Beantwoording:

  • 1. Het nieuwe bestemmingsplan Borgele is conserverend van aard. Dit wil zeggen dat er in principe geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Omdat het vigerende bestemmingsplan dateert uit 1984 en in deze tijd meer behoefte is gebleken aan woonoppervlakte met bijbehorende gebouwen is een geringe uitbreiding van bouwmogelijkheden opgenomen. Bestemmingsplannen gaan mee met de tijd en een geringe uitbreiding van bouwmogelijkheden horen daarbij. Omdat de bouwmogelijkheden niet fors worden uitgebreid is de rechtszekerheid in optiek van de gemeente niet in het geding.
  • 2. Aan de vorm en inhoud van nieuwe bestemmingsplannen zijn onder de Wet ruimtelijke ordening regels verbonden. Deze regels zijn verwoord in de “Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen” (SVBP 2008). In verband hiermee zijn onder meer de benamingen van bestemmingen landelijk uniform vastgelegd. Bovenstaande heeft tot gevolg dat de naamgeving van bestemmingen ten opzichte van het vigerende plan zijn veranderd.
  • 3. Het begrip zorgwoning is inderdaad niet gedefinieerd in het voorontwerpbestemmingsplan. Een begripsbepaling van zorgwoning zal in het ontwerpbestemming worden opgenomen.
  • 4. Er is niet bewust gekozen om de bestemming van de gronden gelegen aan Het Vlier te wijzigen. In het vigerende bestemmingsplan hebben de bedoelde gronden een groenbestemming. In het ontwerpbestemmingsplan zullen de bedoelde gronden gelegen aan Het Vlier weer worden bestemd als groen.
  • 5. Fietspaden zijn toegestaan in zowel de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied als Groen. De gemeente stemt er mee in dat de bestemming gewijzigd wordt van Groen naar Verkeer – Verblijfsgebied voor dit pad, omdat het Smokkelpad een belangrijke fietsverbinding met de binnenstad is.
  • 6. Met betrekking tot de reactie over het Vlierpad wordt verwezen naar de beantwoording onder nummer 1 punt 1.
  • 7. Met betrekking tot de reactie over het Vlierpad wordt verwezen naar de beantwoording onder nummer 1 punt 1.
  • 8. De gronden tussen de Voorhorst en het Etty Hillesum lyceum behoren tot het lyceum. Daarom is hier gekozen voor voortzetting van de bestemming Maatschappelijk. Bebouwing is hier op zeer beperkte schaal mogelijk (zie artikel 11.2.3 en 11.3.1 van de planregels).
  • 9. In theorie zou de bebouwing op de sportvelden kunnen worden gebundeld. Er is redelijkerwijs geen aanleiding om aan te nemen dat dit zal gebeuren. Om enige flexibiliteit te behouden om de gebouwen te situeren op de sportvelden is ervoor gekozen om de situering niet vast te leggen in bouwblokken. Bundeling van de bebouwing waardoor één massief element ontstaat is niet aannemelijk. De voorzieningen i.v.m. de sportvelden zullen altijd zo worden gesitueerd dat er makkelijk gebruik van kan worden gemaakt. Een bundeling van gebouwen op één plek ergens op het sportpark zou niet logisch zijn gelet op de grote afstand van de velden tot de gebouwen. Weliswaar zijn de bebouwingsmogelijkheden verruimd, van een forse uitbreiding kan niet worden gesproken. De oppervlakte van de thans aanwezige bebouwing bestrijkt al meer dan op basis van het vigerende bestemmingsplan is toegestaan.
  • 10. De intensiteit en het aantal speelplekken en jongerenontmoetingsplekken is vastgelegd in het gemeentelijke beleid (speelbeleidsplan 'Kiezen voor kwaliteit' en adviesnota 'te gek, een eigen plek'). Het opnemen van een ontheffingsmogelijkheid is niet nodig, omdat enerzijds de gronden waarop deze functies gerealiseerd worden in eigendom van de gemeente zijn en anderzijds de eisen voor het type functie en de locatie moeten voldoen aan het gemeentelijke beleid.
  • 11. De begripsbepaling “ondergeschikte bouwonderdelen” is naar mening van de gemeente voldoende duidelijk.
  • 12. De maximale bouwhoogte voor nutsvoorzieningen is volgens de basisbestemming Bedrijf – Nutsvoorziening maximaal 3 meter. De ontheffingsmogelijkheden uit de bestemming Groen , Verkeer en Verkeer – Verblijfsgebied worden hierop aangepast.
  • 13. Criteria voor het opnemen van een groeiplaats zijn het versterken van de stedenbouwkundige / landschapskundige structuur. Slechts een beperkt aantal groeiplaatsen van bomen komt hiervoor in aanmerking. In 2009 zijn alle bijzonder beschermwaardige bomen geïnventariseerd. Hiervoor zijn vaste criteria gebruikt. Indien bovengenoemde bomen voldoen aan de criteria, zullen ze op de lijst bijzonder beschermwaardige bomen komen. Bijzonder beschermwaardige bomen genieten extra bescherming in de nieuwe bomenverordening.
  • 14. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Hierop gelet wordt dan ook niet nader ingegaan op de werking van magneetvelden. De gemeente heeft besloten om geen specifieke zone te laten berekenen, om te bepalen of het plangebied binnen een magneetveld hoger dan 0,4 microtesla (µT) is gelegen.
  • 15. De maximale bouwhoogte van 5 meter voor gebouwen op het terrein van de kwekerij is overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. De hoogte is stedenbouwkundig acceptabel. In vergelijking, vrijstaande bijgebouwen bij een woning mogen eveneens 5 meter hoog worden.

Conclusie:

het begrip zorgwoning zal worden opgenomen in het bestemmingsplan Borgele. Het Smokkelpad krijgt de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied in plaats van Groen. De ontheffingsmogelijkheid voor de realisatie van een nutsvoorziening binnen de bestemming Groen, Verkeer en Verkeer – Verblijfsgebied wordt aangepast in die zin dat de maximale bouwhoogte 3 meter bedraagt.

23. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker stelt dat het Vlierpad wordt wegbestemd en vraagt dit te heroverwegen en de afweging te motiveren. Het Vlierpad fungeert als een belangrijk openbaar pad dat voor velen dagelijkse wandelroute is;
  • 2. Inspreker stelt dat er een groot deel van de bestemming “Sportterrein” op het perceel van Etty Hillesum is gewijzigd van de bestemming “Sportterrein” in de bestemming “Groen”. Hierbij ontbreekt een toelichting;
  • 3. Inspreker stelt dat de gevolgen van de opwaardering van de sportterreinen nergens worden benoemd;
  • 4. Inspreker stelt dat het onjuist is te stellen dat standaardiseringsregels geen betrekking hebben op de inhoud van het bestemmingsplan. Door de regels te standaardiseren worden bestemmingen ruimer en wordt er meer flexibiliteit gecreëerd voor de invulling van de bestemming van de gronden. Dit resulteert in een grotere beleidsvrijheid van de gemeente maar voor de burger een grotere rechtsonzekerheid;
  • 5. Inspreker geeft aan dat er in het voorontwerpbestemmingsplan Borgele slecht twee bomen zijn aangewezen als beschermwaardige bomen, terwijl er op meerdere plaatsen in Borgele soortgelijke bomen staan die niet als beschermwaardige boom op de plankaart zijn aangegeven;
  • 6. Inspreker vraagt wat het begrip “stedelijke hoofdgroenstructuur” betekent voor het groen dat zich daarin bevindt.

Beantwoording:

  • 1. Voor beantwoording van deze inspraakreactie wordt verwezen naar de beantwoording onder inspraakreactie nummer 1 onder punt 1.
  • 2. Een deel van het gebied achter de Bredenhorst heeft in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming Groen. Deze bestemming past bij het huidige gebruik van dit gebied als onder andere hondenuitlaatgebied.
  • 3. In het bestemmingsplan Borgele is voor het gebied achter de Bredenhorst hoofdzakelijk de bestaande situatie overgenomen. Ook dezelfde maatvoering is aangehouden voor wat betreft de bebouwing. Nieuw is de mogelijkheid om bijvoorbeeld fysiotherapie of kinderopvang (in combinatie met sportactiviteiten) in de aan sport gerelateerde gebouwen toe te staan.
  • 4. Deze flexibiliteit staat de gemeente toe in elk nieuw bestemmingsplan bij deze bestemming. Hiervoor moeten burgemeester en wethouders wel ontheffing verlenen. De standaardiseringsregels hebben in die zin geen betrekking op de inhoud van een bestemmingsplan dat gemeenten in principe vrij zijn voor wat betreft de invulling qua inhoud van het bestemmingsplan. De standaardiseringsregels stellen slechts regels aan de verschijningsvorm van het bestemmingsplan.
  • 5. Voor beantwoording van deze inspraakreactie wordt verwezen naar de beantwoording onder inspraakreactie nummer 13 onder punt 1.
  • 6. Dit groen vormt de ruggegraat van de groenstructuur op stadsniveau. Dit groen is zeer belangrijk voor de stad. Dit groen mag bijvoorbeeld niet uitgegeven worden.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

24. Samenvatting reactie:

  • 1. Inspreker verzoekt om de garageboxen aan de Arendshorst zodanig te bestemmen dat er: mogelijkheden zijn voor zowel berging van persoonlijke goederen als (bedrijfsmatige)stalling van motorvoertuigen; opslag t.b.v. internetwinkel en gebruik t.b.v. kantoor aan huis.
  • 2. Daarnaast vraagt inspreker een mogelijkheid te creëren om:
      • op het voorterrein aangrenzend aan de garageboxen erfafscheidingen te mogen oprichten ten einde verschillende vormen van overlast te kunnen voorkomen;
      • een gedeeltelijke tuin aan te mogen leggen voor de garages;
      • na eventuele verbouw van de woning de garages en voorterrein te combineren met de woning en de bijbehorende tuin;
      • een stuk grond van de gemeente te kopen of te ruilen om zo meer handelbare erfafscheidingen te verkrijgen.
  • 3. Ook vraagt inspreker toestemming om vanuit de woning een verbinding te maken met één of meerdere garageboxen (middels een deur), een uitbreiding van de woning te mogen realiseren richting garageboxen en een woonbestemming te geven aan het voorterrein met de mogelijkheid de huidige garageboxen voorlopig te handhaven.

Beantwoording:

Inspreker verzoekt om aanpassing van het bestemmingsplan op het gebied van de garageboxen. Aanpassing en samenvoeging van garageboxen (met een woning) ligt niet in de lijn van het beleid van de gemeente. Stedenbouwkundig gezien is dit ongewenst, omdat het de structuur van de wijk aantast. Één van de kenmerken van Borgele is functiescheiding. De garageboxen zijn primair bedoeld voor het stallen van motorvoertuigen. Andere functies dan het stallen van auto's etc. hebben tevens een ongewenst effect op de parkeerdruk in de wijk. Het toestaan van de door inspreker gewenste functies past dus niet binnen de structuur van de wijk.

Conclusie:

de inspraakreactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.