direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Lettele 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D113a-OH01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als milieu-categorie 1 (mc1) of als milieu-categorie 2 (mc2);
  • b. kantoren (k);
  • c. alsmede een landbouwmechanisatiebedrijf met bijbehorende (volumineuze) detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie' (sb-lm);
  • d. alsmede een garagebedrijf met bijbehorende (volumineuze) detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'garage' (ga);
  • e. uitsluitend bedrijven zonder geurgevoelige functies ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 5' en 'specifieke vorm van bedrijf - 6';
  • f. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw), al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 30.2;

een en ander inachtneming van het hierna bepaalde:

ter plaatse van de aanduiding   toegestane functie  
  mc1   mc2   k  
'specifieke vorm van bedrijf - 1'   x      
'specifieke vorm van bedrijf - 2'   x   x    
'specifieke vorm van bedrijf - 3'   x   x   x  
'specifieke vorm van bedrijf - 4'   x   x   x  
'specifieke vorm van bedrijf - 5'   x   x   x  
'specifieke vorm van bedrijf - 6'   x      

met de daarbij behorende

  • g. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken en speelvoorzieningen, e.d.;
  • h. watergangen en waterpartijen;
  • i. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d..
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
  • a. op de tot 'Bedrijf' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' (bw) mag ten hoogste één bedrijfswoning worden opgericht;
  • c. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m3 bedragen;
  • d. het bebouwingspercentage mag op de bij eenzelfde bedrijfsvestiging behorende gronden niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • e. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. op een afstand van ten minste 5 m uit wegen met bijbehorende paden en bermen;
    • 2. op een afstand van ten minste 3 meter tot één zijdelingse perceelsgrens van de bij de betreffende bedrijfsvestiging behorende gronden.
5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning, gelden de volgende regels:
    • 1. voornoemde gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4' en 'specifieke vorm van bedrijf - 5' mag de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen per bedrijf niet minder dan 100 m2 bedragen en dienen de bedrijfswoning en het grootste bedrijfsgebouw aaneengesloten te worden gebouwd;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
    • 4. in afwijking van het bepaalde in 5.2.2 onder a punt 3 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4' en 'specifieke vorm van bedrijf - 5' de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen niet meer dan 5 m bedragen.
  • b. voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
    • 1. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
    • 4. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
    • 6. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 50 m2 bedragen.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van licht- en andere masten en technische installaties mag niet meer dan 9 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1', 'specifieke vorm van bedrijf - 2' en 'specifieke vorm van bedrijf - 6' de bouwhoogte van licht- en andere masten en technische installaties niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen en pergola's mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf 1', specifieke vorm van bedrijf 2' en 'specifieke vorm van bedrijf - 6' de bouwhoogte van overkappingen en pergola's niet meer dan 5 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige erf- of perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen buiten de aanduiding 'bouwvlak' niet meer dan 1 m mag bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.1 onder e en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 6' ook bedrijven met geurgevoelige functies, die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als milieucategorie 1 (mc1) mogen worden opgericht, voor zover de nabij gelegen agrarische bedrijven daardoor niet extra in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • b. artikel 5.1 onder e en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 5' ook bedrijven met geurgevoelige functies die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangeduid als milieucategorie 1 (mc1) of als milieucategorie 2 (mc2) en kantoren mogen worden opgericht, voor zover de nabij gelegen agrarische bedrijven daardoor niet extra in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • c. artikel 5.1 onder f en 5.2.1 onder b en toestaan dat binnen elke 'Wro zone - ontheffingsgebied' één bedrijfswoning mag worden gebouwd voor zover de nabij gelegen agrarische bedrijven daardoor niet extra in hun bedrijfsvoering worden belemmerd;
  • d. artikel 5.2.3 onder e en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag worden verhoogd tot 2 m.;
  • e. artikel 5.2.1 onder a en toestaan dat een ondergeschikt gebouw wordt gebouwd ten behoeve van een nutsvoorziening, mits:
    • 1. de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt;
    • 2. de oppervlakte niet meer dan 15 m2 bedraagt.
5.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige artikel genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de parkeersituatie.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. detailhandel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • c. het gebruik van gronden voor opslag buiten bouwwerken, voor zover die gronden zijn gelegen binnen een afstand van 5 m tot wegen met bijbehorende paden en bermen;
  • d. het gebruik van gronden voor opslag buiten bouwwerken, buiten het onder c bedoelde gebied, hoger dan 3 m.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

  • a. artikel 5.1 ten behoeve van andere bedrijven, mits het betreft bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs kunnen worden gelijkgesteld met bedrijven die op de plaats ten aanzien waarvan de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, zijn toegestaan krachtens artikel 5.1.