Plan: | Loo 2009 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D113c-OH01 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en planregels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De planregels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels beogen een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke regels en van de verbeelding te waarborgen.
Hoofdstuk 2 bevat de planregels in verband met de bestemmingsregels. Per op de verbeelding aangegeven bestemming bevat dit hoofdstuk planregels, welke specifiek voor die bestemming gelden.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Hierbij gaat het om planregels die op nagenoeg alle bestemmingen betrekking hebben en die vooral om praktische redenen zijn ondergebracht in dit hoofdstuk, alsmede een aantal specifieke planregels, waaronder een anti-dubbeltelbepaling en algemene bouw- en gebruiksregels.
Ten slotte bevat hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels. Deze planregels bevatten onder meer het overgangsrecht en de titel.
De artikelen 1 en 2 bevatten begripsomschrijvingen respectievelijk planregels omtrent de wijze van meten. Het voert te ver om hier uitgebreid bij alle begrippen stil te staan, maar wel verdienen enkele voor de dagelijkse gebruikspraktijk belangrijke begrippen aandacht. Het betreft hier met name de begrippen bestemmingsvlak, bouwvlak en bouwperceel. Tevens wordt ingegaan op de definitie van woning.
Bestemmingsvlak
Een bestemmingsvlak is een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming. De bij een bestemming behorende planregels gelden afzonderlijk voor elk bestemmingsvlak met die bestemming.
Bouwvlak
In een aantal bestemmingsvlakken is op de verbeelding een bouwvlak aangegeven. Een bouwvlak is een op de verbeelding aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegestaan. Hoofdregel is dat buiten het bouwvlak geen gebouwen mogen worden opgericht, doch uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bouwperceel
Het bouwperceel is niet op de verbeelding aangegeven. In artikel 1 van de planregels wordt bouwperceel omschreven als een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. In feite gaat het daarbij om het stuk grond dat bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwwerken moet worden aangemerkt als behorende bij het gevraagde bouwwerk. De visuele uitstraling van dat ene bouwperceel en het als één eenheid functioneren van dat bouwperceel is dan van belang. Een bouwperceel is altijd gelegen binnen een of meer bestemmingsvlakken, maar de begrenzing van een bouwperceel hoeft niet samen te vallen met de begrenzing van een bestemmingsvlak. Bouwvlakken geven aan waar binnen een bouwperceel gebouwen mogen worden gebouwd. Op het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak, mogen echter ook worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en vergunningvrije bouwwerken.
Hiervoor is aangegeven dat de begrenzing van een bouwperceel niet hoeft samen te vallen met de begrenzing van een bestemmingsvlak. Met name in de woonbestemmingen komen meerdere bouwpercelen binnen één of meer bestemmingsvlakken voor. De grenzen van de bouwpercelen worden in de regel gevormd door de begrenzing van het erf. Waar die begrenzing tevens de eigendomsgrens is - en dit is vrijwel altijd het geval - vallen de grenzen van het bouwperceel samen met die van het kadastrale perceel. De loop van kadastrale grenzen kan veranderen door, bijvoorbeeld, aan- of verkoop van grond. Dan verandert ook de grens van het bouwperceel. Een stuk grond kan nu nog niet bij een bouwperceel horen en over een tijdje wel. Via de anti-dubbeltelbepaling in dit bestemmingsplan wordt voorkomen dat één stuk grond tweemaal meegeteld wordt bij de behandeling van aanvragen voor een omgevingsvergunning.
Woning
Een woning is gedefinieerd als 'een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van personen'. Deze definitie wordt gehanteerd omdat steeds meer vormen van samenleving in een woning plaatsvindt die niet behoren tot het traditionele (al dan niet één persoons-) huishouden.
Algemeen
De planregels komen, voor een groot deel van het plangebied, overeen met het huidig gebruik van de grond en van de bebouwing. Ook sluiten de bouwregels grotendeels aan bij de bestaande bebouwing. Dit impliceert dat er voor een groot deel van het plangebied het behoud van de huidige situatie als uitgangspunt geldt.
In verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (in werking getreden op 1 oktober 2010) zijn een aantal termen van de SVBP 2008 aangepast conform de werkafspraak van Geonovum van september 2010.
De planregels bij de bestemmingen hebben voor elke bestemming dezelfde opbouw met achtereenvolgens, voor zover van toepassing, de volgende leden:
Enkelbestemmingen
Hierna volgt een korte toelichting en beschrijving van de verschillende bestemmingen in dit bestemmingsplan per hoofdgroep.
Bestemming Agrarisch: Artikel 3
Het agrarisch gebied tussen de Baarhorsterdijk en de Baarhorsterweg is bestemd als Agrarisch. Vanwege het incidentele gebruik als evenemententerrein is deze vorm van gebruik binnen de bestemming Agrarisch opgenomen.
Binnen het plangebied is een bedrijf gevestigd, een garagebedrijf. In het bestemmingsplan is deze locatie bestemd als Bedrijf, met specifieke aanduiding 'garage'.
Bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening: Artikel 5
In het plangebied zijn twee nutsvoorzieningen aanwezig. Deze nutsvoorzieningen zijn specifiek bestemd in dit bestemmingsplan.
De bestaande horecagelegenheid is bestemd volgens de huidige situatie. In de bestemming wordt verwezen naar de categorieën van horecabedrijven 2a, 2b, 3a of 3b zoals opgenomen in de Staat van Horeca-activiteiten. Dit betekent dat op deze locatie zich bijvoorbeeld geen grote discotheken kunnen vestigen, maar wel vormen van horeca welke doorgaans minder druk op de omgeving veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn café, bars, besloten feestzaal, maar ook restaurants, hotels, pensions en bodega's. Ook vormen van horeca die géén aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken zijn hier toegestaan. Dit is bijvoorbeeld horeca die zich qua exploitatie en qua openingstijden richt op de winkelactiviteiten, zoals een lunchroom. Binnen de bestemming is een bedrijfswoning mogelijk, daar waar op de verbeelding de aanduiding 'bw', bedrijfswoning is opgenomen.
Bestemming Maatschappelijk: Artikel 7
In het plangebied komt een aantal maatschappelijke functies voor, waaronder de basisschool en de peuterspeelzaal. Ook is een schietvereniging gevestigd in het plangebied, welke valt onder een sociaal-culturele voorziening. In de hoek tussen de Baarhorsterweg en de Baarhorsterdijk is een nieuwe schuur bestemd voor de opslag van attributen ten behoeve van de Stichting Loo Creatief. Deze schuur is uitsluitend bestemd voor opslag van maatschappelijke attributen. De school, peuterspeelzaal en de schietvereniging hebben de bestemming 'Maatschappelijk' gekregen, waarin de verschillende maatschappelijke functies inwisselbaar zijn toegestaan.
De voortuinen zijn bestemd als tuin. Op deze manier wordt voor bewoners onderscheid gemaakt in zone waar niet gebouwd mag worden (binnen de tuinbestemming) en waar wel gebouwd mag worden (binnen de woonbestemming). Het bouwen van ondergeschikte delen, zoals een erker, is met afwijking van het bestemmingsplan wel mogelijk. Ook kan een overkapping met een afwijking worden toegestaan. Voor het verlenen van deze afwijkingen dient goed gekeken te worden naar de stedenbouwkundige situatie.
De in het plangebied voorkomende wegen, straten en paden zijn als zodanig bestemd. Binnen de bestemming Verkeer vallen naast de wegen ook groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, kunstwerken en water. Tevens is via een afwijking van het bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen dat ondergeschikte gebouwen mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals trafohuisjes, abri's, telefooncellen, kabelkasten en gemaalgebouwtjes.
Bestemming Wonen: Artikel 10
De grondgebonden woningen behoren tot de bestemming Wonen. Voor het gehele plangebied zijn dezelfde bouwregels opgenomen. Op de verbeelding is per woning aangegeven wat de maximale goot- en bouwhoogte is.
De planregels bieden de mogelijkheid tot het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis. Dit is een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
Dubbelbestemmingen
Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die over een of meerdere onderliggende bestemmingen 'heen vallen' en een heel specifiek (ruimtelijk) belang beogen te regelen. De regels van een dubbelbestemming gaan vóór die van de onderliggende bestemming(en). Reden voor deze voorrangsregel is, dat de toegekende dubbelbestemming een bijzonder belang vertegenwoordigt dat zo zwaarwegend is, dat andere ruimtelijke belangen daarvoor moeten wijken.
Het bestemmingsplan kent de volgende dubbelbestemming:
Bestemming Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied: Artikel 11
Een deel van het plangebied is aangewezen als archeologisch verwachtingsgebed. Het is mogelijk dat in de grond archeologisch waardevolle elementen bewaard zijn. Om deze waardevolle elementen te behouden of in kaart te kunnen brengen is de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologisch verwachtingsgebied' opgenomen. Binnen dit gebied mag niet gebouwd worden. Hier kan bij omgevingsvergunning van af worden geweken. Als het een bouwwerk betreft dat groter is dan 100m2 en waarbij dieper gegraven wordt dan 50 cm onder maaiveld, dan kan bij de afwijking een archeologisch rapport verlangd worden. Tevens geldt binnen deze dubbelbestemming dat voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning verkregen dient te worden.
De algemene regels omvatten een aantal algemene en aanvullende regels die van toepassing zijn op de gronden behorende bij het onderhavige plangebied. Vanwege het algemene karakter van deze planregels zijn deze opgenomen in dit algemene hoofdstuk.
Anti-dubbeltelregel: Artikel 12
Door wijziging in de begrenzing van het bouwperceel zouden regelingen die aan het bouwperceel zijn verbonden, kunnen worden ontdoken. De anti-dubbeltelregel verhindert dat.
Algemene bouwregels: Artikel 13
Het is wenselijk om de aanvullende werking van de gemeentelijke Bouwverordening te beperken tot een aantal specifieke onderwerpen.
Algemene gebruiksregels: Artikel 14
Deze bepaling bepaalt dat het verboden is de gronden te gebruiken in strijd met de gegeven bestemming.
Tevens is in dit artikel de algemene bepaling opgenomen voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis. Dit is een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
Algemene afwijkingsregels: Artikel 15
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid bij omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of bouwwerken een afwijking van de in het plan genoemde maten toe te staan met maximaal 10% en om het profiel van wegen in geringe mate aan te passen.
Algemene wijzigingsregels: Artikel 16
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid om overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlakken en bouwvlakken te wijzigen dan wel nieuwe bouwvlakken aan te geven.
Tenslotte zijn in het laatste hoofdstuk van de planregels de overgangs- en slotregels opgenomen. Ook deze regels hebben een algemeen karakter en zijn op het gehele plangebied van toepassing.
Deze bepaling regelt het regime van bebouwing en van gebruik van de grond dat strijdig is met het plan. Strijdigheid met het plan wordt voor zowel bebouwing als gebruik beoordeeld naar het moment waarop het plan in werking treedt.
Hier staat de benaming van dit bestemmingsplan vermeld.