7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. het wonen (w), al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 31.2;
-
b. zorgwoningen, mits omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.5.1 is verleend;
-
c. detailhandel en bijbehorende en/of aanverwante dienstverlening, zoals showrooms, videotheken, kap- en schoonheidssalons en bijbehorende werkplaatsen en ateliers (dh), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
d. dienstverlening (dv1), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
e. dienstverlening (dv2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en op de tweede bouwlaag;
-
f. kantoren (k), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
g. horecabedrijven (h) die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten zijn aangeduid als categorie 2b tot en met 3b, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
h. een praktijkruimte ten behoeve van medische en/of therapeutische doeleinden (prr), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
i. bedrijven (b2) die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als milieucategorie 1 of 2, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
-
j. een seksinrichting (s).
een en ander inachtneming van het hierna bepaalde:
Ter plaatse van de aanduiding
|
Toegestane functie
|
Opmerkingen
|
|
(w)
|
(dh)
|
(dv1)
|
(dv2)
|
(k)
|
(h)
|
(b2)
|
(s)
|
|
'specifieke vorm van gemengd 1'
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
|
|
'specifieke vorm van gemengd 2'
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
X
|
|
|
|
'specifieke vorm van gemengd 3'
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
|
|
X
|
|
'specifieke vorm van gemengd 4'
|
X
|
|
X
|
|
X
|
|
|
|
|
'specifieke vorm van gemengd 5'
|
X
|
X
|
X
|
|
X
|
|
X
|
|
|
'specifieke vorm van gemengd 6'
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
X
|
|
|
het wonen is uitgesloten op de begane grond
|
en de daarbij behorende
-
k. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken, e.d.;
-
l. verkeersvoorzieningen in de vorm van inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen, e.d.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
-
a. Op de tot 'Gemengd' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
-
b. De gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
-
1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m2, niet meer dan 75 m2 bedragen;
-
2. op bouwpercelen met een oppervlakte van 500 m2 tot 1000 m2, niet meer dan 100 m2bedragen;
-
3. op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2, niet meer dan 150 m2bedragen.
7.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak ' worden gebouwd;
-
b. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in de voorgevel-bouwgrens te worden gebouwd;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
7.2.3 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
-
b. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
-
c. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen, overkappingen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
d. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
-
f. de afstand van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de onbebouwde zijdelingse bouwperceelgrens mag:
-
1. op bouwpercelen met een oppervlakte tot 300 m2 0 m bedragen;
-
2. op bouwpercelen met een oppervlakte vanaf 300 m2 niet minder dan 1 m bedragen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gerealiseerd;
-
b. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 m bedragen.