Plan: | Voorstad-Oost / Rielerenk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D116-VG01 |
5.1.1 Grondgebruik
Het westelijk deel van het plangebied, Voorstad-Oost, is bebouwd gebied. Het kent daarom veel recente verstoringen in de vorm van woningbouw en infrastructuur. Voorafgaand aan de bouw van de woonwijken hebben vrijwel geen opgravingen, waarnemingen of booronderzoeken plaatsgevonden, zodat de beschikbare archeologische informatie zeer beperkt is. De bebouwing bestaat voornamelijk uit arbeiderswoningen uit het einde van de 19de eeuw en eengezinswoningen de jaren '60 en '70 van de 20ste eeuw.
Het ziekenhuisterrein en de sportvelden zijn gedeeltelijk bebouwde gebieden. In het gebied van de sportterreinen is mogelijk drainage aangelegd. Het ziekenhuis terrein is voor de bouw van het ziekenhuiscomplex archeologisch onderzocht.
De overige delen van de Rielerenk en het gebied van de Douwelerkolk zijn grotendeels onbebouwd en in gebruik als recreatiegebied en weidegrond.
5.1.2 Bodemgesteldheid en geomorfologie
Het natuurlijk landschap rond de stad Deventer bestaat grotendeels uit jong dekzand. Het jonge dekzand is door de wind afgezet tijdens de laatste ijstijd (ca. 120.000-10.000 jaar geleden). De dekzandruggen waren goed geschikt voor akkerbouw en vaak waren ze al vanaf de prehistorie door mensen in gebruik.
Tot het aanleggen van de dijken vanaf de 14de eeuw stonden grote delen van het jonge dekzandlandschap onder invloed van de IJssel. De IJssel was een meanderende rivier, waarvan de hoofdgeul zich insneed in oudere lagen en zich bij het insnijden geleidelijk verplaatste. Hierdoor ontstond een brede stroomgordel met restgeulen. In perioden van hoog water trad de IJssel regelmatig buiten haar oevers en buiten de stroomgordel. Ook na de bedijking vonden af en toe dijkdoorbraken plaats. De Rielerkolk en de Douwelerkolk zijn mogelijk restanten van oude meanders of oude doorbraken van de IJssel. Het is nog onduidelijk wanneer deze kolken ontstaan zijn.
Vanaf de late middeleeuwen werd op de Rielerenk grootschalige landbouw bedreven voor de stad Deventer. Vanaf de 15de eeuw werd het gebied geëgaliseerd en bemest met stadsdrek. Hierdoor is een plaggendek ontstaan.
De bodem van het gebied is grotendeels ongekarteerd. Op de bodemkaart zien de delen die wel gekarteerd zijn zien er als volgt uit:
Langs de Henri Dunantlaan ligt een gebied laarpodzol. De Rielerenk (o.a. locatie ziekenhuis) bestaat vooral uit enkeerdgrond. Deze gronden wijzen op het gebruik van opgebrachte mest in het gebied. Het gebied rond de Douwelerkolk bestaat uit vlakvaaggronden en beekeerdgrond. Deze gronden zijn lager gelegen en natter, wat wijst op de activiteit van water, bijvoorbeeld van de Douwelerkolk.
5.1.3 Conclusie
De aspecten grondgebruik, bodemgesteldheid en geomorfologie vormen geen belemmering voor onderhavig plan en worden hierdoor niet aangetast of bedreigd, aangezien onderhavig plan hoofdzakelijk een beheergericht karakter heeft, waarin geen nieuwe ontwikkelingen worden vastgelegd.