direct naar inhoud van 13.5 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied Deventer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D125-VG02

13.5 Externe veiligheid

Regelgeving

De regelgeving op het gebied van externe veiligheid beoogt om een minimaal veiligheidsniveau te garanderen voor de burger voor wat betreft risico's van opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Hiervoor zijn normen en richtwaarden opgenomen in de wetgeving in de vorm van het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).

Het PR is de plaatsgebonden kans per jaar dat een onbeschermd persoon komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De kans van eenmaal in de miljoen jaar op een dergelijk ongeval is als norm in de regelgeving opgenomen. Het PR is weer te geven met een contour rondom een activiteit.

Het GR geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1.000 personen tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR wordt weergegeven in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden. Het GR is echter geen harde norm, maar een oriënterende waarde.

Verder kent de regelgeving op het gebied van externe veiligheidsrisico's de begrippen kwetsbare objecten, beperkt kwetsbare objecten, en geprojecteerd (beperkt) kwetsbare objecten.

Om de verblijfplaats van mensen te toetsen in relatie tot de normstelling, worden bouwwerken, hierbij objecten genoemd, ingedeeld in kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Grofweg komt het onderscheid erop neer dat in kwetsbare objecten doorgaans grotere aantallen mensen aanwezig zijn en/of met een lage zelfredzaamheid zoals kinderen. In beperkt kwetsbare objecten zijn doorgaans minder mensen aanwezig en die mensen beschikken over een goede zelfredzaamheid. Kwetsbare objecten mogen niet binnen een PR 10-6-contour aanwezig zijn. Beperkt kwetsbare objecten mogen dat wel. Het begrip geprojecteerd betekent in deze dat het bestemmingsplan de vestiging van het object toelaat. Het is dan nog niet fysiek gerealiseerd.

Voor de verschillende typen risicobronnen is regelgeving vastgesteld. Voor bedrijven en installaties is de normstelling vastgesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen Wet milieubeheer, voor hogedruk aardgasbuisleidingen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen, voor transportassen voor vervoer van gevaarlijke stoffen in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen'.

Gemeentelijk extern veiligheidsbeleid

Op 4 juli 2007 is door de Raad de 'Omgevingsvisie externe veiligheid' vastgesteld. In die nota is de ambitie vastgelegd wat betreft het veiligheidsniveau dat moet worden nagestreefd per deelgebied in Deventer. Voor het gebied dat dit bestemmingsplan bestrijkt zijn twee ambitieniveaus vastgelegd voor, vanuit externe veiligheid gezien, twee typen gebieden binnen het bestemmingsplan. Het betreft de ambitieniveaus 'Ruimte voor wonen' en 'Ruimte voor ontwikkeling'. Deze gebieden zijn op de kaart 'Gebiedsgerichte ontwikkelingsmogelijkheden externe veiligheid' van de Omgevingsvisie externe veiligheid weergegeven. Zie hiervoor de afbeelding verderop in de tekst. Reden voor de verschillende ambitieniveaus binnen het plangebied is dat de aanwezige risicobronnen een wat verhoogd risico geven voor de omgeving. Ontwikkelingen binnen de zones waar 'Ruimte voor ontwikkeling' is aangegeven worden dan anders gewogen dan in gebieden waar geen risicobronnen aanwezig zijn.

Het ambitieniveau is samengevat in de onderstaande tabel.

Tabel 13.2 Ambitieniveau externe veiligheidsbeleid Deventer

  overschrijding grenswaarde PR (10-6) voor kwetsbare objecten   overschrijding richtwaarde PR (10-6) voor beperkt kwetsbare objecten   overschrijding oriënterende waarde (OW) GR   Toename GR  
ruimte voor wonen   niet acceptabel   - nieuw: niet acceptabel
- bestaand: niet wenselijk, indien mogelijk verbeteren  
niet acceptabel   - niet wenselijk
- resteffect meewegen  
ruimte voor ontwikkeling   niet acceptabel   - nieuw: niet acceptabel
- bestaand: niet wenselijk, indien mogelijk verbeteren  
acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp   acceptabel onder voorwaarden optimaal planontwerp  

Juridisch planologische borging

Binnen het plangebied zijn een aantal risicobronnen aanwezig. Rond deze bronnen geldt een PR 10-6-contour. In deze zones zijn op grond van het bestemmingsplan geen (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan. De risicocontouren van de verschillende bronnen zijn alleen op de plankaart overgenomen, als rond de betreffende bedrijven kwetsbare objecten kunnen worden toegevoegd. In de navolgende paragrafen is de verantwoording per risicobron in het buitengebied beschreven.

Transport van gevaarlijke stoffen door leidingen

In het plangebied ligt een aantal hogedruk aardgastransportleidingen (zie figuur 13.1). De kenmerken van deze leidingen staan in tabel 13.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D125-VG02_0014.png"

Figuur 13.1 Hogedruk aardgasbuisleidingen (uit: Omgevingsvisie externe veiligheid Deventer, 4 juli 2007)

Tabel 13.3 Hogedruk aardgastransportleidingen Deventer

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D125-VG02_0015.png"

Hiervoor is de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' op de verbeelding opgenomen. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen hanteert een risiconormering die overeenkomt met het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer. Er wordt een vrijwaringszone voor hogedruk aardgasbuisleidingen op de verbeelding opgenomen. Binnen die zone mag niet worden gebouwd. Voor regionale leidingen (N-nummers) bedraagt deze strook 4 m ter weerszijden van de hartlijn van de leiding. Voor de nationale leidingen (A-nummers) moet rekening worden gehouden met een belemmerende strook van 5 m ter weerszijden van de hartlijn van de leiding.

PR

Binnen het plangebied ligt de PR 10-6-contour op de leiding, uitgezonderd voor één locatie. Die locatie is zichtbaar op de onderstaande afbeelding. Vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten is binnen de contour niet mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D125-VG02_0016.png"

Figuur 13.2 Locatie PR buiten de leiding

GR

Een deel van het bestemmingsplan ligt in de invloedsgebieden van de hogedruk aargasbuisleidingen. Aangezien de bebouwingsdichtheid zeer laag is in het plangebied, is de personendichtheid ook zeer laag binnen de invloedsgebieden. Dit heeft tot gevolg dat het GR ver onder de oriëntatiewaarde zal liggen. Gezien het zeer beperkte aantal objecten binnen de invloedsgebieden worden GR-berekeningen niet noodzakelijk geacht.

Bereikbaarheid

Zoals eerder verwoord, is ter bescherming van de aardgasbuisleidingen binnen het plangebied een belemmeringenstrook opgenomen ter breedte van 4 respectievelijk 5 m ter weerszijden van de aardgasbuisleiding ten behoeve van het onderhoud van de leiding. Tevens mogen geen bouwwerken opgericht worden binnen die strook.

Een groot deel van de aardgasbuisleidingen is voor de hulpdiensten niet goed bereikbaar aangezien de leidingen door het onbebouwde buitengebied liggen wat beperkt ontsloten is. Door de ligging vrij van bebouwing is anderzijds de kans op zware calamiteiten met veel slachtoffer ook zeer klein.

 

Bestrijdbaarheid

Bij een gaslekkage of een fakkelbrand bij een leidingbreuk wordt geen bluswater ingezet. Het leidingstuk wordt afgesloten. De omgeving wordt ontruimd van minstens 50 m tot op maximaal 200 m afstand van de leiding afhankelijk van het soort incident. Het ontruimen zal betrekkelijk snel kunnen plaatsvinden.

Zelfredzaamheid

Bij een gaslekkage of een fakkelbrand bij een leidingbreuk wordt ervoor gekozen de omgeving af te zetten en te ontruimen tot een afstand van 200 m van de leiding. Binnen het plangebied liggen soms verspreid woonbestemmingen en kleine bedrijven waardoor altijd voldoende ruimte is om direct van de risicobron af te vluchten. Van werknemers van bedrijven kan verwacht worden dat de werknemers en bezoekers beschikken over een hoge zelfredzaamheid. Bewoners van woningen bezitten een gemiddelde zelfredzaamheid. Er bevinden zich geen bestemmingen waarvan de bewoners een lage zelfredzaamheid bezitten.

Verantwoording van het GR

De leidingen veroorzaken op een beperkte plaats een PR 10-6-contour in het plangebied. Daar is geen bebouwing aanwezig. Het GR is laag binnen het plangebied. Bij incidenten dient een gebied tot 200 m ontruimd te worden. In het buitengebied is dit relatief eenvoudig te realiseren. Het GR is zeer laag. Voor wat betreft externe veiligheid is er sprake van een acceptabele situatie.

Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor

Door het plangebied liggen twee sporen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het spoor Deventer-Zwolle en het spoor Deventer-Almelo.

Voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor is de normstelling op het gebied van externe veiligheid vastgelegd in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De systematiek wat betreft normstelling en verantwoording van het GR is vergelijkbaar met de regelgeving voor risicobedrijven op dit gebied.

 

PR en GR

De risico's ten gevolge van het doorgaand spoor binnen het grondgebied van Deventer zijn berekend in het rapport 'Risico inventarisatie spoor gemeente Deventer' van maart 2007. Deze berekeningen zijn gebaseerd op het vervoersprognose voor het jaar 2010 en in een aanvullende notitie voor de vervoersprognose voor het jaar 2020. Er wordt geen PR 10-6-contour berekend. Voor de prognose 2020 wordt overschrijding van de oriënterende waarde van het GR berekend in de dichtbebouwde gebieden van Deventer. Voor het buitengebied is dit echter niet maatgevend gezien de verspreide bebouwing. Het GR vormt geen knelpunt voor het buitengebied.

Bereikbaarheid

De sporen zijn in het buitengebied slecht bereikbaar voor de hulpdiensten. Daar staat tegenover dat het gebied verspreid liggende bebouwing kent wat de risico's verkleint.

Bestrijdbaarheid

Over het spoor worden (zeer) giftige en zeer brandbare stoffen vervoerd. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een lpg-ketelwagon kan exploderen.

De mogelijkheden van bestrijding zijn verschillend. Bij lekkage van toxische stoffen kan een waterscherm geplaatst worden. Het aanvoeren van bluswater langs het spoor is echter vaak problematisch omdat het op grotere afstand aangevoerd moet worden.

De effecten van mogelijke ongevalsscenario's met brandbare vloeistoffen zijn direct op en beperkt langs het spoor te verwachten. Daar bevindt zich weinig bebouwing. Ook voor dit scenario geldt dat bluswater over wat grotere afstanden aangevoerd zal moeten worden.

Indien er sprake is van een exploderende lpg-tank zijn er geen mogelijkheden om door middel van maatregelen de gevolgen te beperken. Wel kan, indien een lpg-tank aangestraald wordt door brand, die brand worden bestreden en zo mogelijk wagons van de locatie worden weggehaald.

Zelfredzaamheid

Wat betreft de aanwezige bestemmingen binnen het invloedsgebied van het spoor betreft het verspreid liggende woningen en kleine bedrijven. Van de mensen binnen deze bestemmingen bezitten een gemiddelde tot hoge zelfredzaamheid. De ontsluiting van de bestemmingen is van het spoor af gericht.

Verantwoording van het GR

Het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen veroorzaakt geen PR 10-6-contouren in het plangebied. Het GR ten gevolge van het spoor is in het buitengebied laag. In dit kader is de totstandkoming van het Basisnet spoor van belang, waarbij vervoersplafonds voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gesteld zullen worden. Ook zal op termijn een nieuwe rekenwijze voorgeschreven worden, gebaseerd op nieuwe inzichten over te berekenen scenario's en bijbehorende faalkansen bij ongevallen. Voordat dit bestemmingsplan wordt vastgesteld, worden hierover nieuwe ontwikkelingen verwacht. De mate van zelfredzaamheid, gerelateerd aan de bestemmingen is gemiddeld tot goed. Ook de mogelijkheden tot vluchten zijn goed. De bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid voor hulpdiensten zijn langs het spoor niet optimaal.

Gezien de geringe dichtheid van bebouwing is dit echter aanvaardbaar.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Door het plangebied liggen routes waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het betreft de snelweg A1 en de route over de N348 naar Raalte.

Voor vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is de normstelling op het gebied van externe veiligheid vastgelegd in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De systematiek wat betreft normstelling de verantwoording van het GR is vergelijkbaar met de regelgeving voor risicobedrijven op dit gebied.

PR

Ter bepaling van de hoogte van het PR en het GR is voor het aangrenzende plan een kwantitatieve risicoanalyse opgesteld. Het betreft het rapport 'Externe veiligheid wegtransport Bergweide Kloosterlanden Hanzepark Veenoord en Bedrijvenpark A1 te Deventer' van adviesbureau AVIV d.d. 19 augustus 2010. Voor de transportcijfers is voor de snelweg A1 gebruikgemaakt van de vermelde vervoershoeveelheden voor lpg in bijlage 5 van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.

Uit de berekeningen blijkt dat er geen PR 10-6 voorkomt. Voor de A1 wordt daarnaast in de nog vast te stellen Basisnet Weg een veiligheidszone van 12 m ingesteld. Binnen die toekomstige veiligheidszone bevinden zich geen kwetsbare bestemmingen.

Het PR van de A1 en de nog toekomstig vast te stellen veiligheidszone weg vormt geen belemmering voor het plan.

Voor de N348 is bij de vaststelling van de route gevaarlijke stoffen het PR en het GR onderzocht (rapport 'Risicoanalyse van het transport van gevaarlijke stoffen over de N348' van september 2005). Uit die berekening blijkt dat het PR zeer laag is. Er is geen PR 10-6-contour aanwezig. Het berekende PR ligt nog een factor 100 onder deze wettelijke norm. De risicoberekeningen zijn destijds opgesteld in het kader van de verplaatsing van de route gevaarlijke stoffen naar de huidige locatie. Er is destijds een gefundeerde aanname gedaan voor het aantal transporten van lpg-tankauto's over die route van 525 per jaar. Nu de route in gebruik is, zijn er inmiddels recente tellingen uit juli 2010 beschikbaar van de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat. Hieruit blijkt dat vanaf de afslag Deventer Oost richting Raalte er 246 transporten met lpg-tankauto's op jaarbasis worden geteld. Op basis van deze getallen is er geen aanleiding om de hoogte van de risico's opnieuw voor het buitengebied te berekenen.

GR

Voor de A1 wordt in het voornoemde rapport een GR ruim onder de oriënterende waarde berekend. Het plangebied is nauwelijks bebouwd, zodat er geen aanleiding is om nieuwe berekeningen te maken.

Voor de N348 is het GR berekend op 0,1 maal de oriënterende waarde. Er wordt ruimschoots voldaan aan de normstelling op het gebied van externe veiligheid. Gezien de lage transportcijfers voor lpg over de route uit de tellingen van 2010 is er geen aanleiding om nieuwe berekeningen uit te voeren. Het GR dat is berekend geeft de situatie weer op de wegkilometer waar de hoogste bebouwingsdichtheid voorkomt. Het plangebied is nauwelijks bebouwd.

Bereikbaarheid

De N348 en de A1 zijn goed bereikbaar voor de hulpdiensten vanuit twee richtingen door de diverse aansluitingen op de wegen.

Bestrijdbaarheid

Over de weg mogen alle categorieën gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Daardoor moet rekening gehouden worden met ongevalsscenario's van zowel giftige als brandbare stoffen. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat een lpg-tankauto kan exploderen.

De mogelijkheden van bestrijding zijn verschillend. Bij lekkage van toxische stoffen kan een waterscherm geplaatst worden. Het aanvoeren van bluswater is langs de A1 is echter vaak problematisch omdat het op grotere afstand aangevoerd moet worden. Voor de N348 geldt dat voor een gedeelte binnen het plangebied de weg parallel loopt met het Overijssels Kanaal. Dit maakt de situatie beter, maar afhankelijk van de ongevalslocatie kan het ook hier nodig zijn om het bluswater over grotere afstand aan te voeren.

Indien er sprake is van een exploderende lpg-tank, zijn er geen mogelijkheden om door middel van maatregelen de gevolgen te beperken. Wel kan, indien een lpg-tank aangestraald wordt door brand, die brand worden bestreden.

Zelfredzaamheid

Wat betreft de aanwezige bestemmingen binnen het invloedsgebied betreft het verspreid liggende woningen en kleine bedrijven. Van de mensen binnen deze bestemmingen bezitten een gemiddelde tot hoge zelfredzaamheid. De ontsluiting van de bestemmingen zijn van de wegen af gericht.

Lpg-stations Spanjaardsdijk 96 en Holterweg 119 te Lettele  

De beide stations betreffen brandstoffenverkooppunten met lpg voor het wegverkeer. Lpg wordt opgeslagen in een ondergrondse opslagtank. De doorzet van het tankstation is voor lpg door middel van een beperking in de omgevingsvergunning begrensd tot maximaal 1.000 m³ op jaarbasis.

PR

Begrenzing van de doorzet levert voor beide tankstations een PR 10-6-contour op van 45 m vanuit het vulpunt van de ondergrondse tank. Daarnaast bezit de ondergrondse tank een risicocontour van 25 m. Ook de lpg-afleverzuilen beschikken over een risicocontour met een afmeting van 15 m. Binnen de contouren bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten, uitgezonderd de objecten die bij de stations horen.

Het bestemmingsplan laat ook geen vestiging van beperkt kwetsbare objecten van derden toe binnen de contouren.

GR

Er bevinden zich enkele woningen binnen het invloedsgebied van de tankstations. Het GR is laag.

 

Bestrijdbaarheid

Het bepalende scenario is explosie van een tankauto die door brand verhit wordt. Voor wat betreft bestrijding wordt de tankauto gekoeld. Wat betreft bluswater en koelwater is er, naast de brandkranen in de omgeving, niet direct secundair bluswater aanwezig. Dat moet over grotere afstand aangevoerd worden.

Bereikbaarheid

De locaties zijn goed en vanuit verschillende windrichtingen bereikbaar voor de hulpdiensten.

Zelfredzaamheid

Van de enkele woningen rondom de locatie bezitten de bewoners een gemiddelde zelfredzaamheid. Er bevinden zich geen bestemmingen met een lage zelfredzaamheid binnen de invloedsgebieden. Er kan in meerdere richtingen van de risicobron af worden gevlucht.

Verantwoording van het GR

Binnen de PR 10-6-contouren liggen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten van derden. Het GR is derhalve laag. De locaties zijn goed bereikbaar voor hulpdiensten. Het ontvluchten van de omgeving kan in alle richtingen tot een voldoende afstand. Voor wat betreft externe veiligheid is er sprake van een acceptabele situatie.

Opslag propaan

Op het adres Ikkinksweg 1a te Lettele is een bovengrondse propaantank met een inhoud van 18 m³ aanwezig.

PR-contour

De PR-contour van deze tank bedraagt 45 m en ligt deels buiten de erfgrens. Er bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten van derden binnen de contour.

GR 

Binnen het invloedsgebied van 180 m van de propaantank bevindt zich één woning. Er is derhalve geen sprake van een GR. Er kunnen ook geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten vestigen binnen het invloedsgebied. Het GR heeft betrekking op een groep kleiner dan 10 personen. De verantwoordingsplicht voor het GR is niet aan de orde.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de IJssel

Volgens het ontwerp Basisnet water is het invloedsgebied voor de IJssel begrensd tot de winterdijk. Het invloedsgebied bevindt zich buiten het plangebied en blijft buiten beschouwing.

Risicobedrijven buiten het plangebied

Avantor performance materials Teugseweg 20

Het bedrijf Avantor performance materials (voorheen Mallinckrodt Baker), gelegen aan de Teugseweg 20 levert laboratoriumchemicaliën van een hoge zuiverheid. Het bedrijf beschikt over meerdere opslagplaatsen met gevaarlijke stoffen, ieder groter dan 10 ton.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is onderzocht en vastgelegd in een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) genaamd “Kwantitatieve risicoanalyse Mallinckrodt Baker” d.d. 21 september 2010.

In de QRA is de 10-6 plaatsgebonden risicocontour berekend die deels buiten de erfgrens ligt. De plaatsgebonden risicocontouren liggen voor een klein deel op het dijklichaam dat is gelegen in bestemmingsplan Buitengebied Deventer. Binnen deze contour bevinden zich geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, zoals gedefinieerd in het BEVI. Het bestemmingsplan laat ook geen vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten toe. Om die reden is de contour niet opgenomen.

Groepsrisico

Het groepsrisico is tevens berekend. De oriënterende waarde wordt niet overschreden.

Bestrijdbaarheid

De risico's van het bedrijf worden bepaald door de overslag van ammonia, zwavelzuur en zoutzuur naar tanks en de opslag van gevaarlijke stoffen in emballage. In die opslag kan een giftige brand ontstaan. De giftigheid wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de elementen stikstof, zwavel en chloor. Bij brand worden hierdoor giftige verbindingen gevormd. Uit het regionaal brandweeradvies blijkt dat dit maatgevende scenario valt binnen de capaciteit van de rampenbestrijdingsorganisaties.

Wat betreft bluswater zijn er naast de brandkranen in de nabijheid onafhankelijke secundaire bluswatervoorzieningen aanwezig. De Veenoordskolk, de Teugsekolk, de Kieftenbeltskolk en de Schipbeek. De Kieftenbeltskolk is goed bereikbaar van de Teugseweg. De andere locaties zijn minder goed bereikbaar. Er is altijd een bluswatervoorziening bovenwinds. Er is altijd voldoende bluswater om een grootschalige brand te bestrijden.

Bereikbaarheid

Het bedrijf kan vanuit oostelijke richting worden bereikt. Uit andere windrichtingen kan het bedrijf niet bereikt worden vanwege de ligging tegen de IJssel en de snelweg A1. Wel is de bereikbaarheid zoveel mogelijk geoptimaliseerd. De Teugseweg is uitgevoerd als een ringweg waardoor de hoek waaronder het bedrijf kan worden benaderd gevarieerd kan worden. Verder is er een extra mogelijkheid om het bedrijf de bereiken over het terrein van Akzo Nobel. Hiervoor is een convenant gesloten tussen dit bedrijf en de gemeente Deventer.

Zelfredzaamheid

Gezien de aard van de omgeving van het bedrijf waar bedrijven en kantoren zijn gevestigd mag verondersteld worden dat de daar aanwezige personen beschikken over een goede zelfredzaamheid. De sirenedekking in het gebied is voldoende. Vluchten kan in oostelijke richting waarbij wel een variatie mogelijk is door de aanleg van de Teugseweg in een ringvorm. Ter hoogte van de Zutphenseweg kan weer in meerdere richtingen worden gevlucht. De vluchtmogelijkheden zijn niet optimaal.

Verantwoording van het groepsrisico

Het bedrijf veroorzaakt een 10-6 plaatsgebonden risico buiten de erfgrens. Binnen die risicocontour liggen geen kwetsbare bestemmingen en die mogen ook niet gevestigd worden. Het berekende groepsrisico is zeer laag. Het maatgevende rampscenario van het bedrijf valt binnen de capaciteit van de rampenbestrijdingsorganisaties. Er is voldoende bluswater. De bereikbaarheid van de locatie is zoveel mogelijk geoptimaliseerd voor de hulpdiensten. Ontvluchten kan in hoofdzaak in oostelijke richting. Door de Teugseweg in een ringvorm uit te voeren is het ontvluchten geoptimaliseerd. Ter hoogte van de Zutphenseweg kan in meerdere windrichtingen gevlucht worden. Voor wat betreft externe veiligheid is er sprake van een acceptabele situatie.

Akzo Nobel functional chemicals, Zutphenseweg 10

De activiteiten van het bedrijf betreft omvatten onder meer vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan en overslaan van organische peroxiden en chemische specialiteiten t.b.v. de kunststof- en rubberindustrie.

Naast het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer valt het bedrijf ook onder de werkingssfeer van het Besluit risico's zware ongevallen milieubeheer. Dit besluit bepaald dat de Akzo alle maatregelen treft die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen. Hiertoe beschikt de Akzo over een veiligheidsbeheerssysteem. Dit systeem beschrijft de veiligheidsorganisatie, identificeert de risico's, beschrijft de beheersmaatregelen, het handelen bij wijzigingen, de planning bij noodsituaties, toezicht op prestaties en het uitvoeren van audits teneinde een permanente verbetering van de veiligheidssituatie na te streven.

Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is onderzocht en vastgelegd in een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) genaamd “QRA 2011 Akzo Nobel Polymer Chemicals, locatie Deventer”. De risico's van het bedrijf worden met name bepaald door de opslag(mogelijkheden) van chloor, waterstofchloride, ammoniak, fosfortrichloride en brandscenario's in opslagvoorzieningen voor meer dan 10 ton opslag van gevaarlijke stoffen.

In de QRA zijn drie 10-6 plaatsgebonden risicocontouren berekend. Deze contouren vallen buiten het plangebied van bestemmingsplan Buitengebied Deventer.

 

Groepsrisico

In het voornoemde rapport is tevens het groepsrisico berekend. De berekende waarde blijft onder de oriënterende waarde.

Bestrijdbaarheid

De Akzo beschikt over meerdere opslagen voor gevaarlijke stoffen. Die stoffen worden gebruikt in de productiefaciliteiten op het terrein wat een aantal verschillende ongevalsscenario's kan opleveren. Het bepalende ongevalsscenario bij de Akzo is een lekkage van fosfortrichloride (PCl3) uit een opslagtank. Over de effecten van een lekkage is door Akzo een notitie opgesteld, getiteld “Invloed waterscherm op PCl3 emissie”. In die notitie wordt beschreven wat de te verwachten scenario's zijn als zich een PCl3 lekkage zich voordoet en wat het effect is van het afschermende waterscherm bij een lekkage. Dit waterscherm kan snel aangesloten worden door de bedrijfsbrandweer van de Akzo die 24 uur per dag aanwezig is op het bedrijf.

Op basis van de beschreven scenario's is de omgeving van de installatie ingevoerd voor wat betreft het aanwezige aantal mensen bij een pluim van toxisch gas die zich verplaatst van de fosfortrichloride-opslag naar een kantoorgebouw op het voormalige Tedeco terrein. Deze locatie herbergt een groot aantal mensen in de directe omgeving van Akzo.

Gebleken is dat zonder het voornoemde waterscherm lekkage van fosfortrichloride kan leiden tot een onbeheersbaar incident voor de hulpverleningsdiensten. Het gaat om incidenten die vallen in maatrampgrootte V. De maatrampgrootte-schaal loopt op van I tot V waarbij IV en V niet beheersbaar zijn. De Veiligheidsregio heeft aangegeven in haar Beheersplan Rampenbestrijding Regio IJssel-Vecht 2005-2008 dat een grootte van III grens aan de beschikbare hulpverleningscapaciteit.

Het waterscherm reduceert het maximale incident tot een grootte I. Deze grootte wordt door de Veiligheidsregio beheersbaar geacht.

Wat betreft bluswater is er naast de brandkranen in de nabijheid en op het terrein van de Akzo

Tertiare bluswatervoorzieningen aanwezig in de vorm van de Teugseplas, de Veenoordkolk, de Kieftenbeltskolk en een oude havenarm direct grenzend aan de Akzo die inmiddels buiten gebruik is. Er is altijd voldoende bluswater om een grootschalige brand te bestrijden.

Bereikbaarheid

De Akzo locatie is naast de hoofdingang aan de Zutphenseweg aan de oostzijde, ook bereikbaar via de Teugseweg aan de westzijde van het terrein. Deze extra ingang is voor de hulpdiensten ingesteld om bij verschillende windrichtingen altijd bovenwinds het terrein te kunnen bereiken. Deze extra ingang is bereikbaar via de Teugseweg. De IJssel aan de westzijde vormt een barrière voor de bereikbaarheid. Aan de uiterste noord-oost zijde van het Akzoterrein is het terrein voor de hulpdiensten toegankelijk vanaf de Zutphenseweg.

Zelfredzaamheid

In de omgeving van het bedrijf bevinden zich bedrijven en kantoren. Nabij de uiterste noordoosthoek van het bedrijf bevinden zich enkele bedrijfswoningen. Op 450 meter van de PCl3 opslag bevindt zich een woonwijk. Het maatgevende scenario is lekkage van het toxisch gas PCl3. Schuilen in de woning, kantoorgebouw of bedrijfsgebouw met de ventilatie uitgeschakeld is dan de juiste handelswijze. De sirenedekking is in het gebied voldoende. Door de aard van de bebouwing in de onmiddellijke omgeving van het bedrijf mag verondersteld worden dat de daar aanwezige personen beschikken over een goede zelfredzaamheid. Bij een calamiteit waarbij vluchten nodig kan zijn, zoals een brand in een opslag met gevaarlijke stoffen , kan in meerdere richtingen gevlucht worden. Indien de Teugseweg vanuit het achterliggende industrieterrein voor vluchten, dan kan door de hulpdiensten gebruik gemaakt worden van een tweede route over het Akzoterrein naar de extra toegang aan de zuidwestzijde van het Akzoterrein.

Verantwoording van het groepsrisico

Het maatgevende scenario is PCl3 lekkage. Indien het waterscherm binnen korte tijd door medewerkers van de bedrijfshulpverlening opgebouwd wordt, is dit scenario beheersbaar voor de hulpdiensten. De Akzo beschikt over een intern veiligheidsbeheerssysteem en een bedrijfshulpdienst die 24 uur per dag in een minimale bezetting aanwezig is op het terrein. Deze bedrijfshulpdienst zorgt voor snelle signaleringen en alarmering bij calamiteiten en heeft een belangrijke gidsfunctie voor de brandweer. Er wordt regelmatig samen geoefend. Gezien het actieve veiligheidssysteem wat steeds aan verbetering onderhevig is, de bedrijfshulpdienst, het regelmatig oefenen van crisissituaties en het waterscherm dat bij lekkage van de PCl3 opslag wordt opgesteld waarbij de hulpdiensten bij een falend scherm voor een vervangend scherm zorgen kan de situatie worden geaccepteerd.

Nieuwe ontwikkelingen

Op zijn vroegst in 2012 wordt het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen vastgesteld. Het Basisnet voor weg, water en spoor zal vervoersplafonds voor gevaarlijke stoffen gaan vaststellen waarmee in de ruimtelijke ordening rekening mee gehouden zal moeten worden. Uit de berekeningen van het hierboven aangehaalde rapport Anker 'Inventarisatie van EV-risico's bij het vervoer van gevaarlijke stoffen' blijkt dat het Basisnet weg en water geen knelpunten zal opleveren voor het plangebied. Het Basisnet spoor zal naar verwachting wel invloed hebben in de hoogte van de risico's, maar geen knelpunt gaan vormen voor het plangebied.