12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen
-
a. op de tot 'Wonen' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming;
-
b. per bouwperceel is maximaal 1 woning toegestaan;
-
c. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 60% bedragen;
-
d. de maximale inhoud van de bebouwing mag niet meer bedragen dan 750 m3;
-
e. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bij een hoofdgebouw mag:
- op bebouwingsvlak met een oppervlakte tot 500 m², niet meer dan 75 m² bedragen;
- op bestemmingsvlak met een oppervlakte van 500 m² tot 1000 m², niet meer dan 100 m² bedragen;
- op bestemmingsvlak met een oppervlakte van meer dan 1000 m², niet meer dan 150 m² bedragen;
-
f. het grondoppervlak van de bestaande bebouwing mag per bouwwerk niet meer dan met 10% ten opzichte van de bestaande situatie worden uitgebreid, waarbij de bestaande situatie is weergegeven in de bij de planregels behorende Bijlage 1 Winterbed bestaande
bebouwing;
-
g. het bepaalde in lid 12.2.1 onder f geldt alleen voor bebouwing zoals in Bijlage 1 Winterbed
bestaande bebouwing is genoemd.
12.2.2 Bouwregels hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gesitueerd binnen het aangeduide bouwvlak;
-
b. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen;
-
c. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 10 m bedragen;
-
d. het hoofdgebouw dient te worden afgedekt met ten minste 2 hellende dakvlakken, waarvan de helling niet minder dan 12° en ten hoogste 50° mag bedragen.
12.2.3 Bouwregels aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd in het aangeduide bouwvlak;
-
b. de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, bedragen;
-
c. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat deze ten minste 1,5 m is gelegen onder de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
d. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
e. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen.
12.2.4 Bouwregels bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen met uitzondering van erfafscheidingen uitsluitend worden gesitueerd in het bouwvlak;
-
b. de hoogte van erfafscheidingen, voor zover deze als bouwwerken, geen gebouwen zijnde kunnen worden aangemerkt, mag van de voet af gemeten niet meer dan 1 meter bedragen, tenzij de afscheiding wordt geplaatst achter de voorgevelrooilijn; in geval de plaatsing achter de voorgevelrooilijn geschiedt, mag de hoogte niet meer dan 2 meter bedragen;
-
c. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
-
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer mag dan 3 m bedragen.