direct naar inhoud van 5.6 Worpplantsoen, Worpfront en Melksterweide
Plan: Ruimte voor de Rivier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D130-VG01

5.6 Worpplantsoen, Worpfront en Melksterweide

Worpplantsoen, Worpfront

Voor het Worpplantsoen langs worden nieuwe hanken (minimumbreedte 50 m bij mediane waterstand) gerealiseerd: één die uitmondt aan de noordzijde van de Ossenwaard en één die bij het IJsselhotel uitmondt in de IJssel. Op deze laatste plek wordt een relatief groen front van het Worpplantsoen aan de uiterwaarden en de IJssel gemaakt, in contrast met het stedelijk waterfront van Deventer aan de overkant van de IJssel. Het Worpplantsoen blijft intact (inclusief de gebouwen en de camping) en behoudt haar huidige inrichting en functies.

Aan de noordoostzijde van het Worpplantsoen zal ten behoeve van een betere geleiding van uitstromend hoogwater een lange laagte worden gecreëerd die opgenomen wordt in de opzet van de Worp. De uitvoering zal zodanig zijn dat oude bomen niet worden aangetast. Enkele bestaande, relatief jonge bomen van de aanwezige laan zullen wel plaats moeten maken. Na maaiveldverlaging worden nieuwe bomen op dezelfde plekken teruggebracht. Ook het pad wordt teruggebracht, zodat de laan wordt hersteld. Deze aanpassing zal zorgvuldig moeten worden bekeken met als inzet het zoveel mogelijk handhaven van de huidige situatie en bomen.

Het Worpfront is een openbare ruimte ingericht op het beleven van deze bijzondere plek en van het stadsfront van Deventer. Het Worpfront kent een rustige en groene uitstraling: het park loopt door tot aan het water. De oever van de brede waterkom bij het IJsselhotel bestaat uit een grastalud en daaronder een kademuur. Deze muur is noodzakelijk om een voldoende doorstroomprofiel en een voldoende stevige oever op deze krappe plek te realiseren. De helft van het jaar staat de muur onder water en is deze niet zichtbaar. In de rest van het jaar is met name de bovenzijde zichtbaar. Voor het IJsselhotel ligt een open trappartij op het talud. Het talud is versterkt, de natuurstenen traptreden zijn verankerd in het talud. Langs het gehele Worpfront ligt een wandelspoor, dat aansluit op de Melksterweide en op het struinpad over de drempel richting Ossenwaard.

De waterkom biedt ruim en onbelemmerd zicht op de IJssel en het stadsfront van Deventer. Aan de noordzijde wordt de kom begrensd door een smalle drempel met relatief steile flanken en zachte oevers. Midden op de drempel staat de behouden oude bakenboom. Deze krijgt op deze wijze een prominente positie.

De drempel blijft door begrazing verder grazig en is deel van het open (informele) landschap. In de brede mond van de kom liggen twee leidammen, die morfologisch ongewenste effecten zoveel mogelijk beperken. De hoogte van de dammen is zodanig dat zij slechts bij lage waterstanden zichtbaar zijn. De bovenstroomse dam wordt zoveel mogelijk beperkt in lengte en zal worden geïntegreerd met de naastgelegen krib voor een effectieve stroomgeleiding. Tussen de dammen is een smalle doorvaartopening vrijgehouden waar de veerboot, scouting en passantenboten gebruik van kunnen maken. Forse bakens markeren de opening.

De aansluitende landtong aan de IJssel heeft een grazige kruin boven oevers met steenbestorting. De westflank van de landtong is voorzien van een lage muur.Deze muur ligt permanent onder water. Zij is nodig om een voldoende groot doorstromingsprofiel van de hank te realiseren. Deze vormgeving sluit zo veel mogelijk aan bij de beoogde groene uitstraling.

Aan de kop van de avenue en aansluitend op het te behouden schipbrughoofd wordt een lange pleinruimte gerealiseerd. Deze bestaat uit een landdeel en een waterdeel en is geïnspireerd op de schipbrug die hier heeft gelegen. Het landdeel wordt gevormd door een bestraat vlak in aansluiting op de avenue dat past binnen de maatvoering van het schipbrughoofd. Ter weerszijden van het vlak liggen grasvelden met bomen, wat aansluit op het beeld van het Worpplantsoen. In het verlengde van dit vlak ligt een brede plankier die overgaat in een op een schipbrug gelijkende constructie. De schipbrugconstructie fungeert als waterplein en als aanlegplaats voor de veerpont. Het geheel wordt op zijn plaats gehouden via een landanker. Plankier, waterplein en aanlegplaats vormen één doorlopend geheel met een loopvlak van een continue breedte die wordt bepaald door de maat van het schipbrughoofd. Om te kunnen functioneren bij de verschillende waterstanden, is de constructie flexibel en deels drijvend. De drijvers zijn relatief smalle, bootachtige elementen. Het loopvlak wordt gedragen door staanders op de drijvers (zoals bij de oude schipbrug). De staanders kunnen verlengd worden tot ruim boven het loopvlak, zodat een sterke ritmiek en een bijzondere afbakening van de schipbrug ontstaat. De ritmiek van staanders kan worden voorgezet langs het plankier op het landdeel van het plein. Het drijvende plein ligt op een hoger niveau dan de aanlegsteiger van de weerboot. Zo kan een groot hoogteverschil worden overbrugd, met name noodzakelijk bij lage waterstanden. Tussen de delen is een flexibele hellingbaan geplaatst. Een optie is om de hoogte van het waterpleinvlak te laten fluctueren met de waterstanden middels regelwerken aan de staanders. Daardoor kunnen de relatief grote hoogteverschillen tussen plankier en waterpleinvlak worden gereduceerd.

Aan de westzijde van de schipbrugconstructie is ruimte gemaakt voor acht passantenaanlegplaatsen voor kortdurig verblijf. Deze aanlegplaatsen liggen aan de kade voor het IJsselhotel. De toegankelijkheid wordt gefaciliteerd middels trappetjes en expliciet niet middels steigers. De schipbrugconstructie en passentenhaven zijn twee separate locaties c.q. functies. In materialisering zullen beide wel overeen moeten stemmen. Voor de reserve-veerboot is een eenvoudige ligplaats gecreëerd aan de oever ten zuiden van de schipbrugconstructie.

Melksterweide

De Melksterweide blijft een open veld. Het sluit in karakter aan op het zuidelijke uiterwaardenlandschap van de Wilpse Klei en Midden IJssel en vormt een contrast met het Worpplantsoen. Ten behoeve van de geleiding van waterstromen krijgt het plaatselijk een lager maaiveld. Deze nieuwe laagte wordt met lichte glooiingen aangesloten op de omgeving. Het veld wordt toegankelijk en kan benut worden als speel-/lig-/wandelweide, in aansluiting op het park en het waterfront van de Worp. Zo worden de recreatieve mogelijkheden uitgebreid in dit meest intensief gebruikte deel van de uiterwaarden. Inmiddels is uit het Bereikbaarheidsconclaaf gebleken dat het wenselijk is onder voorwaarden parkeerplaatsen mogelijk te maken in de Melksterweide. De procedure is echter te ver gevorderd om dit nu nog in het bestemmingsplan “Ruimte voor de Rivier” op te nemen. Hier zal te zijner tijd een afzonderlijke procedure voor worden opgestart.

De beplanting bij de dijk wordt opgeknapt en tot een rij omgevormd, ter accentuering van wat de voormalige landweer kan zijn geweest. De beplanting aan de noordzijde van het landhoofd wordt omgevormd tot een kleine haag. Met deze maatregelen wordt de blik op de grazige taluds van het landhoofd en de continuïteit van de ruimte richting de zuidelijke uiterwaarden versterkt.

De kade van de Bolwerksweg wordt tussen de Wilhelminabrug en de huizen nabij het IJsselhotel verlaagd ten behoeve van de doorstroming van het water bij hoge waterstanden.

De weg behoudt zijn functie, maar zal door zijn lagere ligging vaker overstroomd worden. De bestaande weg parallel aan het landhoofd vormt een alternatief. De watergang van het gemaal van de Oude IJssel naar de hank wordt verlegd naar een eerder tracé en omgevormd tot een smalle waterloop met natuuroevers.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D130-VG01_0021.jpg"

Figuur 5.6 Worpplantsoen, Worpfront en Melksterweide