35.1 Wijziging omvang en ligging van bestemmingen en aanduidingen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de aangegeven bestemmingsvlak en bouwvlakken worden gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakkenworden aangegeven, mits:
-
a. de geluidsbelasting vanwege het weg- en railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
-
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de verkeersveiligheid;
-
4. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
5. de sociale veiligheid.
35.2 Wijziging toevoeging, uitbreiding en verplaatsing bevi
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de behoefte blijkt te bestaan aan de vestiging, uitbreiding, aanpassing of verplaatsing van een bevi, het plan te wijzigen zodanig dat:
-
a. binnen de bestemming 'Bedrijf' één of meer aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - risicobron' worden toegevoegd, uitgebreid, van vorm veranderd of verplaatst met dien verstande dat er bij de risicobron een bijbehorende 10-6 PR contour ontstaat, dan wel wordt uitgebreid, van vorm veranderd of verplaatst;
met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
1. binnen de bij de op de verbeelding aangegeven risicobron behorende 10-6 PR contour mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn;
-
2. indien ter plaatse van 10-6 PR contour nog geen kwetsbare objecten aanwezig zijn, maar deze krachtens het plan wel zijn toegestaan, mag het wijzigen slechts geschieden, indien de rechthebbenden en gebruikers van die gronden hebben ingestemd met de beperkingen van hun rechten en gebruiksmogelijkheden die voortvloeien uit het feit dat ze binnen de veiligheidszone komen te liggen.
35.3 Wijziging verkleining en verwijdering bevi
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat:
-
a. de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - risicobron' wordt verkleind of als zodanig uit het plan wordt verwijderd;
met inachtneming van de volgende bepaling:
-
1. het wijzigen mag uitsluitend geschieden, indien, met instemming van de exploitant van het betreffende bedrijf, het bedrijf in mindere mate of in het geheel niet meer kan worden aangemerkt als een inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de perceelsgrens van de betreffende bedrijfslocatie een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;