Plan: | Fietsbrug N348 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P202-OH03 |
Dit bestemmingsplan bestaat uit een plankaart, planregels en een toelichting. De plankaart en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de plankaart zijn de bestemmingen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en planregels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De planregels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende bepalingen. Deze bepalingen beogen een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke planregels en van de plankaart te waarborgen.
Hoofdstuk 2 bevat de planregels in verband met de bestemmingsbepalingen. Per op de plankaart aangegeven bestemming bevat dit hoofdstuk planregels, welke specifiek voor die bestemming gelden.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene bepalingen. Hierbij gaat het om planregels die op nagenoeg alle bestemmingen betrekking hebben en die vooral om praktische redenen zijn ondergebracht in dit hoofdstuk, alsmede een aantal specifieke planregels, waaronder een anti-dubbeltelbepaling en procedurebepalingen.
Tenslotte bevat hoofdstuk 4 de overgangs- en slotbepalingen. Deze planregels bevatten onder meer de overgangsbepalingen en de titel.
De artikelen 1 en 2 bevatten begripsomschrijvingen respectievelijk planregels omtrent de wijze van meten. Het voert te ver om hier uitgebreid bij alle begrippen stil te staan. In ieder geval wordt opgemerkt dat in het kader van dit bestemmingsplannen een fietsbrug wordt aangemerkt als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Bij het bepalen van de hoogte van de brug wordt het gemiddeld aansluitend terrein als peil genomen.
Algemeen
Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe ontwikkeling. De planregels stemmen niet of nauwelijks overeen met het huidige gebruik van de grond en de bebouwing.
De planregels bij de bestemmingen hebben voor elke bestemming dezelfde opbouw met achtereenvolgens, voor zover van toepassing, de volgende leden:
Hierna volgt een korte toelichting en beschrijving van de verschillende bestemmingen in dit bestemmingsplan per hoofdgroep.
Omdat het bestemmingsplan uitsluitend voorziet in het mogelijk maken van een infrastructureel werk, is de bestemming 'Verkeer', afgezien van de dubbelbestemmingen, de enige bestemming die in dit bestemmingsplan voorkomt. Binnen deze bestemming vallen naast fiets- en voetpaden ook taluds, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstwerken en water.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van verkeer en wegverlichting is een maximale bouwhoogte van 8 meter opgenomen. De maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is opgenomen als 55 meter, gemeten vanaf de top van het talud waar de fietsbrug op aanlandt. Binnen deze categorie valt de te realiseren fietsbrug. De maximale bouwhoogte is de hoogte van een tuibrug met excentrische pijler, de hoogste variant van een fietsbrug over de N348. Ook dient er een minimale doorrijhoogte van 4,6 meter aangehouden te worden.
Tevens is via een ontheffing de mogelijkheid opgenomen dat ondergeschikte gebouwen mogen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, zoals trafohuisjes, abri's, telefooncellen, kabelkasten en gemaalgebouwtjes.
Dubbelbestemmingen
Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die over een of meerdere onderliggende bestemmingen 'heen vallen' en een heel specifiek (ruimtelijk) belang beogen te regelen. De bepalingen van een dubbelbestemming gaan vóór die van de onderliggende bestemming(en). Reden voor deze voorrangsregel is, dat de toegekende dubbelbestemming een bijzonder belang vertegenwoordigt dat zo zwaarwegend is, dat andere ruimtelijke belangen daarvoor moeten wijken.
De algemene bepalingen omvatten een aantal algemene en aanvullende bepalingen die van toepassing zijn op de gronden behorende bij het onderhavige plangebied. Vanwege het algemene karakter van deze planregels zijn deze opgenomen in dit algemene hoofdstuk.
Artikel 8: Anti-dubbeltelregel
Door wijziging in de begrenzing van het bouwperceel zouden regelingen die aan het bouwperceel zijn verbonden, kunnen worden ontdoken. De anti-dubbeltelbepaling verhindert dat.
Artikel 9: Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Het is wenselijk om de aanvullende werking van de gemeentelijke Bouwverordening te beperken tot een aantal specifieke onderwerpen.
Artikel 10: Algemene ontheffingsregels
Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid via ontheffing een afwijking van de in het plan genoemde maten toe te staan met maximaal 10% en om het profiel van wegen in geringe mate aan te passen.
Artikel 11: Algemene procedureregels
In deze bepaling zijn procedureregels gegeven voor ontheffingen overeenkomstig de in het plan gegeven bevoegdheden.
Tenslotte zijn in het laatste hoofdstuk van de planregels de overgangs- en slotbepalingen opgenomen. Ook deze bepalingen hebben een algemeen karakter en zijn op het gehele plangebied van toepassing.
Deze bepaling regelt het regime van bebouwing en van gebruik van de grond dat strijdig is met het plan. Strijdigheid met het plan wordt zowel voor bebouwing als voor gebruik van de grond bezien op het moment waarop het plan van kracht wordt.
Hier staat de benaming van dit bestemmingsplan vermeld.