7.3 Resultaten inspraak
Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan 'Diepenveen, Locatie Berends' met ingang van 15 april tot en met 26 mei voor iedereen ter inzage gelegen. Tijdens deze periode bestond de mogelijkheid om een inspraakreactie in te dienen. Er is 1 inspraakreactie ingediend.
Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van de inspraak een eind verslag gemaakt worden. Dit eind verslag bevat in elk geval:
-
1. Een overzicht van de gevolgde procedure;
-
2. Een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
-
3. Een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welk punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.
In deze paragraaf is de ingediende inspraakreactie samengevat weergegeven en voorzien van een reactie.
Appellant 1
-
a. Appellant geeft aan dat de ontwikkeling die voorliggend bestemmingsplan mogelijk maakt de privacy van zijn tuin aanzienlijk zal aantasten. Appellant vraagt zich in dat kader af in hoeverre het bestemmingsplan sluitend is. Met andere woorden laat het bestemmingsplan verdere uitbreiding toe (nog hoger, meer bijgebouwen) of andere locaties, dan zoals nu op de plankaart ingetekend.
-
b. Appellant verzoekt daarnaast het 'weggetje' tussen het voormalige Rabobank gebouw en zijn perceel te bestemmen als "tuin". Het eerste gedeelte van dit weggetje dat in zijn eigendom is en in het bestemmingsplan "Kom Diepenveen" ligt, heeft ook deze bestemming.
-
c. Appellant verzoekt een uitgebreide herplantings- en handhavingsplicht in het plan op te nemen met betrekking tot de groenopstand op het terrein. Op het terrein staat een behoorlijk aantal bomen. Behoud en herstel van dat groen is van groot belang mede ook omdat het plan onderdeel uitmaakt van de groene rand van de kom van het dorp.Het verzoek is om deze herplantplicht cijfermatig te onderbouwen dus aantallen en formaten (CO2 capaciteit), zodat controleerbaar is dat het plan niet ten koste gaat van het huidige groen.
-
d. Appellant verzoekt ook de meest beeldbepalende bomen te handhaven, evenals de monumentale beukenhaag achter het Rabobank gebouw.
-
e. Als laatste vraagt appellant zich af of er een kapvergunning nodig is voor het kappen van de huidige bomen op het terrein. Indien een kapvergunning nodig is verzoekt appellant de gemeente bij het verlenen van de kapvergunning rekening te houden met bovenstaande opmerkingen.
Reactie gemeente
-
a.
De plankaart, maar ook het bestemmingsplan als geheel, is niet sluitend als het gaat om
de vraag hoeveel en hoe hoog er gebouwd mag worden. Allereerst moeten de plankaart
(de verbeelding) en de planregels altijd in samenhang met elkaar worden gelezen. De
plankaart alleen zegt niet alles. Door de plankaart en de regels in amenhang te lezen kan
worden bepaald wat op welke locatie gebouwd mag worden.
Echter op grond van de Woningwet (Ww) en straks de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) mag er ook vergunningsvrij het nodige worden gebouwd. Het
vergunningsvrij bouwen is niet in het bestemmingsplan opgenomen en staat ook niet op
de plankaart ingetekend. In het Besluit bouwvergunningvrije en
licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) en straks in het Besluit omgevingsrecht
(Bor) staat aangegeven wat en hoe er gebouwd mag worden zonder (bouw)vergunning.
-
b.
In het (ontwerp)bestemmingsplan zal het 'weggetje' tussen het perceel van de appellant
en het voormalige Rabobank gebouw worden bestemd als 'tuin', zodat het achterste
gedeelte van het 'weggetje' de zelfde bestemming heeft als het voorste gedeelte dat is
opgenomen in het bestemmingsplan "Kom Diepenveen".
-
c.
Het opleggen van een herplantings- en handhavingsplicht kan niet middels een
bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is hiervoor niet het juiste instrument. Of, en
onder welke voorwaarde een boom gekapt mag worden wordt bepaald op grond van
hetgeen in de Algemeen Plaatselijke Verordening Deventer (APV) is vastgelegd. Op grond
van de APV is het niet verplicht, maar wel mogelijk, een herplantingsplicht op te nemen in
de kapvergunning.
Voor de ontwikkelingen op het terrein van de voormalige kwekerij Berends is de
kapvergunning inmiddels verleend (d.d. 29-01-2010). In deze kapvergunning is geen
herplantingsplicht opgenomen. Wel wordt voor de ontwikkeling van de locatie een
anterieure overeenkomst gesloten tussen de gemeente en de ontwikkelaar. In deze
overeenkomst zijn ook voorwaarden opgenomen met betrekking tot het inrichtings- en
beplantingsplan. Zo worden langs de Schapenzandweg vijf nieuwe beuken geplant ter
versterking van de laanboomstructuur langs deze weg en komen in het centrale openbare
groengebied zeven nieuwe bomen (meidoorn en moeraseik) te staan. Daarnaast worden
op diverse plekken in het plangebied (beuken)hagen geplaatst, o.a. als erfafscheiding en
rond om de parkeervakken.
Op deze wijze wordt de groenstructuur in het gebied in voldoende hersteld en versterkt.
Een cijfermatige onderbouwing vindt niet plaats.
-
d.
De kapvergunning voor het kappen van de op het terrein aanwezige bomen is zoals
gezegd inmiddels verleend. De kap van beeldbepalende beuk op het terrein is geweigerd.
Tevens blijft de beuk op de hoek van de Schapenzandweg en de Zandwetering behouden.
Beide bomen zijn beschermwaardig en beeldbepalend en moeten om die reden behouden
blijven. De overige bomen zijn geen beschermwaardige bomen en hebben een beperkte
waarde voor milieu, natuur en landschap. Deze bomen zijn oud en blijven staan van de
vroege kwekerij. Om de ontwikkeling en bouwactiviteiten op het terrein mogelijk te
maken, is voor deze bomen wel een kapvergunning verleend.
Voor het verwijderen van hagen is geen kapvergunning vereist. De huidige beukenhaag
die momenteel de erfafscheiding vormt tussen het perceel van de voormalige Rabobank
en het terrein van de voormalige kwekerij zal, zo heeft de ontwikkelaar aangegeven,
worden verwijderd. Langs deze zijde wordt een nieuwe erfafscheiding geplaatst en zullen
tevens nieuwe beukenhagen worden ingeplant.
-
e.
In de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) is opgenomen wanneer er wel en wanneer
er geen kapvergunning nodig is. Voor de bomen op het terrein van de voormalige kwekerij
is op grond van de APV wel een kapvergunning vereist. Deze kapvergunning is, zoals
aangegeven, inmiddels verleend. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een
kapvergunning wordt een afweging gemaakt tussen het belang van de aanvrager en het
algemene belang. In artikel 4.11b van de Algemene Plaatselijke Verordening Deventer
(APV) zijn criteria opgenomen waaraan het algemene belang getoetst wordt. Bij het
algemene belang wordt vooral gekeken of het kappen uit het oogpunt van milieu,
cultuurhistorie, stads-, natuur- en landschapsschoon, recreatie en leefbaarheid
verantwoord is.
Bij de beoordeling van het aanvraag om kapvergunning voor het terrein van de voormalige
kwekerij is op basis van bovenstaande criteria de kap van de beeldbepalende beuk op
het terrein geweigerd. Voor de overige bomen is wel een kapvergunning verleend.
In de anterieure overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelaar is vastgelegd op
welke wijze het (openbaar) gebied wordt ingericht. Daar is ook een beplantingsplan in
opgenomen dat bepaalt waar en welke bomen, hagen en andere groenvoorzieningen
dienen te worden geplant. Zoals eerder aangegeven wordt op deze wijze de groenstructuur
in het gebied voldoende hersteld en versterkt, en leidt de realisatie van 15 woningen op
het terrein van de voormalige kwekerij niet tot een verschraling van de groene situatie in
Diepenveen.