Apenhuizerenkweg 1

Aanleiding

Bij de gemeente Deventer is op 7 januari 2010 een aanvraag voor herziening van een bestemmingsplan binnengekomen voor de realisatie van een nieuw bijgebouw op het perceel Apenhuizerenkweg 1 te Bathmen, kadastraal bekend bij de gemeente Deventer, sectie E, nummer 334. Op het perceel Apenhuizerenkweg 1 bevindt zich een viertal bijgebouwen. De eigenaar wil drie bijgebouwen slopen met een totale oppervlakte van circa 100 m². In plaats hiervoor wil de eigenaar één groot bijgebouw met een oppervlakte van 72 m² realiseren. Dit nieuwe bijgebouw is dichterbij de woning gepland maar bevindt zich in het huidige bestemmingsplan buiten het bouwvlak.

Plangebied

Het perceel Apenhuizerenkweg 1 is gelegen aan de Apenhuizerenkweg tussen Bathmen en Holten. Het perceel bevindt zich circa 3 km ten noordoosten van het dorp Bathmen.

In de volgende figuur is de globale ligging van het plangebied aangegeven.

Globale ligging plangebied "Apenhuizerenkweg 1"

Planologische regiem

Voor het bovengenoemde perceel geldt momenteel het bestemmingsplan:

• Buitengebied 1994 (Bathmen) (vastgesteld op 20 oktober 1994 en goedgekeurd op 26 april 1995)

Het beoogde bouwplan is in strijd met dit vigerende bestemmingsplan. Het perceel Apenhuizerenkweg 1 heeft op basis van dit bestemmingsplan de bestemming 'Wonen' en de omliggende gronden hebben een bestemming 'Agrarisch gebied met landschapswaarde'. Het nieuw te bouwen bijgebouw valt buiten het huidige bouwvlak van dit perceel. Om deze reden is het plan in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Daarnaast is het te bouwen bijgebouw hoger dan 5 meter en waardoor het niet mogelijk is een ontheffing (op basis van art. 3.23 Wro) te verlenen voor dit plan.

Het voorliggende bestemmingsplan beoogt een aanpassing van het bouwvlak van het perceel aan de Apenhuizerenkweg 1 zodat het mogelijk wordt het nieuwe bijgebouw te realiseren ter vervanging van de te slopen bijgebouwen op het perceel.

Leeswijzer

Het eerstvolgende hoofdstuk geeft een beschrijving van het plan, de uitgangssituatie op de locatie en het voorgenomen bouwplan. In hoofdstuk 3 volgt de ruimtelijke onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voor het plan geldende beleidskaders, de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling en de zogeheten randvoorwaarden, zoals archeologie, water en de milieuhygiënische aspecten. Op basis van al deze aspecten wordt in dit hoofdstuk onderbouwd waarom de voorgenomen ontwikkeling acceptabel is. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de juridische aspecten nader toegelicht. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.