Plan: | Dortherbeek |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P246-OH01 |
Flora en vegetatie
De huidige aanwezige plantensoorten duiden op matig tot zeer voedselrijke omstandigheden. De vegetaties langs de Dortherbeek hebben over het algemeen geen grote zeldzaamheidswaarde. De inrichting van de Dortherbeek als laaglandbeek met natuurvriendelijke oevers en de aanleg van nat/drasgebiedjes zal een positieve werking hebben op het toekomstige oppervlak met waardevolle vegetatie.
De in het gebied voorkomende Zwanenbloem zal niet negatief beïnvloedt worden door de waterberging langs de Dortherbeek. De inrichting van de Dortherbeek als laaglandbeek met natuurvriendelijke oevers en de aanleg van nat/drasgebiedjes zal een positieve werking hebben op de toekomstige vestiging van beschermde soorten of soorten van de Rode Lijst.
Fauna
Voor de in het gebied voorkomende dieren is er een aantal negatieve, maar ook positieve effecten voor de beschermde soorten te verwachten. Voor de beek zijn als doelsoorten aangemerkt: waterspitsmuis, vlinders, amfibieën en libellen. Vaste rust- of verblijfsplaatsen kunnen worden verstoord. Enerzijds kan de omvang van het foerageergebied afnemen, maar anderzijds zal de herinrichting tot laaglandbeek de kwaliteit van het leefgebied verhogen. Er ontstaan geschikte biotopen voor waterspitsmuis, ringslang, kamsalamander en beekgebonden vissoorten.
Ecologische structuur
Waterberging langs een laaglandbeek heeft (tijdelijke) gevolgen voor de kwaliteit van het overstroomde gebied. Gezien de korte duur van de waterberging per jaar zal de ecologische structuur niet negatief worden beïnvloed, ook omdat een laaglandbeek van oudsher overstroomt. Waterberging kan samengaan met de inrichting van een laaglandbeek. Nadelige beïnvloeding van overstroming van nabij gelegen EHS rondom Landgoed Oxe moet worden voorkomen. Waterberging kan leiden tot aantasting van oude bomen en de soorten die hier gebruik van maken.
De aanpassing van de Dortherbeek heeft mogelijk effecten op de bosgebieden op het landgoed. De aanleg van de stapstenen kan leiden tot grondwaterstandsverandering in het bestaande bosgebied. Het gaat hierbij om vernatting in de natte periode en verdroging in de zomerperiode. Gezien de gevoeligheid van de aanwezige boomsoorten op grondwaterstands veranderingen zijn effecten niet bij voorbaat uit te sluiten.
Waterberging kan leiden tot barrièrewerking voor dieren die noord-zuid over de beek willen migreren. Voor de migratie oost-west neemt de ruimte en kwaliteit van de beek juist toe.