7.1 Mantelzorg
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 6.1onder a ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw/bedrijfsgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
-
a. een afhankelijke woonruimte noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. de afhankelijke woonruimte wordt bewoond door de mantelzorgbehoevende(n);
-
c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische bedrijven);
-
d. de afhankelijke woonruimte voldoet aan de regels inzake bijgebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte ten dienste van mantelzorg niet meer dan 75 m² bedraagt;
-
e. gebruik wordt gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw meer geschikt is;
-
f. de afhankelijke woonruimte voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit;
-
g. in aanvulling op de ontheffing wordt een overeenkomst tussen de gemeente en de betrokkenen gesloten waarbij de tijdelijkheid van de situatie verzekerd is;
-
h. een verzoek om ontheffing wordt voorgelegd aan een deskundige met de vraag of aan het bepaalde in lid 7.1 onder a wordt voldaan.
7.2 Vergroten inhoudsmaat karakteristieke gebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.2ten behoeve van de vergroting van de inhoudsmaat van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', met inachtneming van het volgende:
-
a. de inhoud van de woning mag tot ten hoogste 750 m³ worden vergroot;
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de maximuminhoud van 750 m³ overschreden mag worden indien er sprake is van het betrekken van de deel bij de woning met dien verstande dat de bestaande afmetingen van dat gebouw niet worden uitgebreid;
-
c. het karakter van het pand dient in stand te worden gehouden.