Plan: | Bussinksweg 2a |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P249-OH01 |
In de vorige paragraaf is aangegeven dat zowel op provinciaal als regionaal niveau de nadruk wordt gelegd op ruimtelijke kwaliteit. Het beleid kent geen strikte voorschriften meer met betrekking tot welke functie op welke plek moet plaatsvinden. Het beleid biedt ruimte aan economische dynamiek, zolang deze de ruimtelijke kwaliteit bevordert.
Om deze sturings(ofie te waarborgen heeft de provincie in de Omgevingsverordening opgenomen dat in het bestemmingsplan dient te worden onderbouwd op welke wijze de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (artikel 2.1.5).
Aan deze onderbouwing wordt de eis gesteld dat inzichtelijk moet worden gemaakt hoe is omgegaan met de provinciale vier-lagenbenadering, de bijbehorende Catalogus gebiedskenmerken 2009 en welk ontwikkelingsperspectief van toepassing is. In de vorige paragraaf is hier al op ingegaan. Deze paragraaf vormt een aanvulling hierop. Allereerst wordt ingegaan op de principe zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.
Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik
Als bijlage 4 is bij het Landschapsontwikkelingsplan een overzicht opgenomen van de aandachtspunten bij inpassing van erven in het buitengebied. In deze bijlage staan de volgende zaken genoemd die van belang zijn voor de locatie aan de Bussinksweg 2a:
Bij de inpassing van erven in het landschap zijn de volgende aspecten van belang:
Voor de belevingswaarde en het behoud van historische cultuurlandschappen staat de inbedding van het erf in het landschap voorop. Dit betekent dat de maatregelen in de landschapsplannen ook gericht kunnen zijn op het landschap buiten het erf;
De indeling en erfinrichting zijn vooral bij de historische erven (oud en jong) van belang. Het gaat dan om de thema's bebouwing op het erf (compact of verspreid), strakke ordening bij de jonge en de moderne erven en open erf dat overgaat in het landschap;
Een goede uitwerking van dit aspect draagt sterk bij aan de optimale relatie tussen erf en landschap. Het gaat dan om de thema's beplantingsvormen die het erf markeren (bosjes, boomweide, solitaire bomen, singel, haag, siertuin, weide), sortiment behorend bij het landschapstype (bodemgebonden) en landschappelijke beplantingen op het erf, waardoor de relatie met de omgeving wordt versterkt.
In het landschaps- en erfinrichtingsplan Bussinksweg 2a is rekening gehouden met het beleid dat is voorgeschreven binnen het Landschapsontwikkelingsplan en de aanvullende eisen van de gemeente Deventer. De gemeente wil rust en eenheid creƫren in het landschapsbeeld. De aanplant van een haag ten noord-, west en zuidwesten van het plangebied draagt daaraan bij.
Landschappelijke inpassing - verwevingsgebied
De locatie aan de Bussinksweg 2a te Bathmen is gelegen in een verwevingsgebied. Het verwevingsgebied is gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur.
In het Landschapsontwikkelingsplan komt met betrekking tot de ontwikkelingen die gewenst zijn op het erf van het landbouwmechanisatiebedrijf naar voren:
Het landschapsbeleid is gericht op het versterken van de karakteristiek door de hoger gelegen ruggen ruimtelijk te verdichten. Nieuwe rode functies in het buitengebied zijn landschappelijk gezien het meest wenselijk op de ruggen onder voorwaarde dat landschapselementen worden aangelegd.
Het plan voorziet in uitbreiding van rode functies en de aanleg van landschapselementen. De ontwikkeling op het perceel Bussinksweg 2a past hiermee binnen het Landschapsontwikkelingsplan
Landschappelijke karakteristieken
In het Landschapsontwikkelingsplan worden enkele karakteristieke landschapselementen beschreven. De landschappelijke karakteristieken die van belang zijn voor de locatie aan de Bussinksweg 2a zijn:
Erven worden vooral landschappelijk ingepast door een combinatie aan bomen, singels en hagen. Deze drie elementen zijn opgenomen in het landschaps- en erfinrichtingsplan van Bussinksweg 2a.