direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum
Plan: Winkelcentrum Keizerslanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P259-VG01

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'wonen', al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 11.2;
  • b. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en op de eerste verdieping;
  • c. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en op de eerste verdieping;
  • d. horecabedrijven die in de van deze planregels deel uitmakende bijlage Staat van horeca-activiteiten zijn aangeduid als categorie 2a, 2b, 3a of 3b, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en op de eerste verdieping;

en mede bestemd voor:

  • e. standplaatsen en warenmarkten

met de daarbij behorende

  • f. groenvoorzieningen in de vorm van tuinen, erven, plantsoenen, groenstroken en speelvoorzieningen, e.d.;
  • g. verkeersvoorzieningen in de vorm van wegen, voet- en rijwielpaden, inritten, parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen e.d.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. Op de tot 'Centrum' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerkendie ten dienste staan van deze bestemming;
  • b. Het totale brutovloeroppervlak van de functies zoals bedoeld in artikel 4.1 onder b, c en d mag niet meer bedragen dan 15.000m2, met dien verstande dat expeditie- en techniekruimten hiertoe niet mee worden gerekend;
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte van gebouwenniet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b kunnen de voorgevels worden verhoogd tot een hoogte van maximaal 6 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' mag een overbouwing worden gerealiseerd waarbij de hoogte van de onderkant van de overbouwing gelijk is aan de onderkant van de scheidingsconstructie met de derde bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. onverminderd het bepaalde in artikel 4.2.2 onder d mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' een bouwvolume worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 500 m2;
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen.