10.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' de volgende regels:
-
a. de gronden zijn bestemd voor functies die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening en de bescherming van de bodem- en de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van drinkwatervoorziening;
-
b. op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
-
1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van ten hoogste 2 m;
-
2. bebouwing ten behoeve van de waterleidingmaatschappij;
-
c. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b teneinde in grondwaterbeschermingsgebieden ook nieuwe niet-risicovolle functies toe te staan, mits daarbij wordt voldaan aan het stand still-principe;
-
d. in afwijking van het bepaalde onder a en onverlet het bepaalde onder c kunnen nieuwe grote of grootschalige risicovolle functies in grondwaterbeschermingsgebieden alleen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het stap
vooruit-principe;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder a en onverlet het bepaalde onder c en d kunnen binnen grondwaterbeschermingsgebieden met stedelijke functies nieuwe grootschalige risicovolle functies worden toegestaan mits deze functie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en aan het stap vooruit-principe.