Plan: | Molenstraat 16, Bathmen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P292-VG01 |
Verwachting
Het perceel Molenstraat 16 heeft een middelhoge verwachting. Binnen de grenzen van het perceel liggen geen bekende archeologische vindplaatsen of historische elementen.
Ongeveer 50 m ten noordwesten van de locatie lag de historische boerderij Elferink. Deze boerderij wordt voor het eerst vermeld in de 15de eeuw. Rond de boerderij is een bufferzone
van 100 m aangegeven. In deze zone, waarin het plangebied ligt, worden oudere voorgangers van de boerderij en bijgebouwen verwacht.
Ongeveer 100 m ten westen van de locatie werden in 2005 plattegronden van schuren en bijgebouwen uit de 14de en 15de eeuw aangetroffen (project 263).
In een bouwput aan de Dorpsstraat, 220 m ten westen van het perceel Molenstraat 16, werd in 1996 een boerderijplattegrond uit de late middeleeuwen waargenomen.
Het dorp Bathmen is waarschijnlijk ontstaan uit een aantal verspreide erven die uitgroeiden tot een dorp rond de kerk. Bathmen was in 1206 een zelfstandige parochie met een eigen kerk. Op de Bathmense enk zijn er archeologisch twee erven aan te wijzen die van de 9de eeuw tot in de 16de eeuw op dezelfde plaats blijven liggen. In de omgeving van de kerk zijn er aanwijzingen voor erven vanaf de 11de/12de eeuw. Over het ontstaan van de dorpskern van Bathmen is archeologisch weinig bekend.
Omvang verstoring
Op het perceel Molenstraat 16 zal een bestaande bedrijfswoning worden omgevormd tot twee burgerwoningen en zal één nieuwe woningen worden gebouwd. Uitgaande van de aangeleverde schetsen bedraagt de totale oppervlakte van de nieuwe woning ca. 130 m2 in het geval van één woning.
Bij de woningen kunnen ook bijgebouwen worden gerealiseerd. De totale oppervlakte van bijgebouwen zal maximaal 100 m2 bedragen.
Het is nog onduidelijk hoe de nieuwbouw zal worden gefundeerd, daarom wordt uitgegaan van een verstoring dieper dan 0,5 m onder maaiveld over de gehele oppervlakte van de geplande nieuwbouw.
Bestemmingsplan
Omdat het perceel een middelhoge verwachting heeft, heeft deze de dubbelbestemming Archeologisch verwachtingsgebied in het vigerende bestemmingsplan "Kom Bathmen 2010". Dit betekent dat wanneer hier bouwactiviteit plaats gaat vinden met grondwerkzaamheden die dieper gaan dan 50 cm en een oppervlakte groter dan 100 m2, enige vorm van archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
Advies
Of archeologisch onderzoek noodzakelijk is, is afhankelijk van de funderingswijze en de totale oppervlakte die verstoord wordt bij het realiseren van de woningen en bijgebouwen. Wanneer de woningen en/of bijgebouwen met kruipruimte of kelders worden aangelegd en hiervoor dieper gegraven zal worden dan 50 cm onder het huidige maaiveld, geldt dit als verstorend voor het archeologisch bodemarchief.
Wanneer de woning met kruipruimte of kelder worden aangelegd en de eventuele bijgebouwen lichter worden gefundeerd (bijvoorbeeld op stroken en een vloer op zand), ligt de totale verstoring door de nieuwbouw tussen de 100 en 200 m2. In dit geval is de omvang van de verstoring beperkt en is volledig archeologisch onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden niet noodzakelijk. De ingreep (tussen de 100 en 200 m2) zal echter plaatsvinden in de buffer van een historische boerderij en daarom dient de start van de graafwerkzaamheden gemeld te worden bij de gemeentelijk archeoloog. Er kan dan een afspraak gemaakt worden voor een (kosteloos) veldbezoek tijdens de graafwerkzaamheden. Indien noodzakelijk zullen tijdens het bezoek eventuele archeologische resten in grote lijnen worden gedocumenteerd.
Doordat het om een historisch erf gaat, is de kans op het aantreffen van relevante sporen bij een relatief kleine ingreep groter dan op locaties buiten bekende erven of vindplaatsen.
Daarnaast geldt, dat wanneer op een historisch erf steeds kleine uitbreidingen worden toegestaan, in de loop van de jaren het historische erf steeds stukje voor stukje verstoord wordt, zonder dat hierbij archeologische resten gedocumenteerd zijn. Hierdoor zouden de archeologische resten van het erf ongezien kunnen verdwijnen.
De informatiedichtheid en –waarde zijn ten opzichte van de kosten van een volledig archeologisch onderzoek te klein om voor oppervlakten van 100-200 m2 een volledig onderzoek te eisen. Daarom zal geen volledig archeologisch onderzoek worden opgezet, maar kan worden volstaan met een archeologische waarneming/veldbezoek.
Wanneer ook ter plaatse van de eventuele bijgebouwen over de totale oppervlakte dieper zal worden gegraven dan 50 cm onder het huidige maaiveld, en de totale oppervlakte die door de nieuwbouw verstoord wordt groter is dan 200 m2, is archeologisch onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden noodzakelijk.
Vervolg archeologie traject
Wanneer de tekeningen van de nieuw te bouwen woning (plattegrond, doorsnede, funderingswijze) bekend zijn, kunnen deze opnieuw worden voorgelegd aan de gemeentelijk archeoloog. Dan kan een nieuw advies worden opgesteld, waarin wordt aangegeven of archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
Wanneer een oppervlakte van 200 m2 of meer zal worden verstoord, is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Indien dit niet voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning is uitgevoerd, zal dit als voorwaarde worden opgenomen bij de omgevingsvergunning voor de bouw van de woning.
In het onderhavige plangebied bevinden zich geen Rijks- en Gemeentelijke monumenten.