Omgevingsvisie Deventer
In de Omgevingsvisie legt de gemeente Deventer haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. In de Omgevingsvisie is aangegeven dat de klimaatverandering zorgt voor meer extremen in neerslag, hitte, droogte en water door de grote rivieren, waaronder de IJssel. Daarnaast speelt de eindigheid van natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen. Dat vraagt om maatregelen. Zoals grote inzet op energiebesparing, het klimaatbestendig maken van de leefomgeving, het overschakelen van fossiele op duurzame energiebronnen en het zuiniger en duurzamer omgaan met energie, water, grondstoffen en voedsel. De gemeente zoekt duurzame, klimaatbestendige en circulaire oplossingen op alle plekken die zich daarvoor lenen: in woningen, bedrijven, in de stad en op het platteland.
Belangrijke uitdagingen zijn:
- Instellen op de consequenties van klimaatverandering;
- Planmatig werken aan de klimaatadaptatie en energietransitie;
- Bij het toewijzen van functies rekening houden met de druk op ruimte;
- Meedoen met de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen in energieopwekking;
- Waarborgen en vergroten van de cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische kwaliteit.
Om in te kunnen spelen op de dynamiek van de economie en de (internationale) markt moet er ruimte voor ondernemerschap zijn. Ruimte om waardevast te investeren, te groeien en samen te werken. De opgave is de veerkracht en inventiviteit van de ondernemers optimaal te blijven faciliteren en in te spelen op ontwikkelingen in de markt. Minder regels mogen overigens niet leiden tot onduidelijkheid voor alle betrokken partijen, willekeur of een onzeker vestigingsklimaat.
Voor het Buitengebied wordt specifiek het volgende vermeld:
De gemeente Deventer wil het buitengebied leefbaar en toekomstbestendig houden. Daarom wordt ruimte geboden voor verandering, mits dat gebeurt met respect voor de bestaande kwaliteiten van het rivierenlandschap, het oude cultuurlandschap, het jonge ontginningslandschap en de stadsrandzone.
Het leggen of verstevigen van schakels in verbindende netwerken tussen stad, dorpen en buitengebied, zoals groen- en waterstructuren, droge en natte ecologische verbindingszones, wandelroutes en recreatieve en utilitaire fietsroutes is van belang. Dit kan voor uiteenlopende aspecten van meerwaarde zijn, zoals het vergroten van de biodiversiteit in het stedelijk gebied (bijenlinten e.d.), het beleefbaar maken van historische en/of landschappelijke lijnen en het stimuleren van inwoners tot meer bewegen.
In het buitengebied wordt gestreefd naar een robuuste hoofdstructuur voor natuur, recreatie en waterberging. Bestaande kwaliteiten worden beschermd en kansen voor het optimaliseren ervan worden benut. Er is bijvoorbeeld ruimte om vrijkomende landbouwgronden niet alleen te gebruiken voor agrarische productievergroting en functieverbreding, maar ook voor het bereiken van doelen op het gebied van natuur- en ecologie (o.a. versterken Natuurnetwerk Nederland) en water (waterretentie, kwaliteit). Grondeigenaren zijn hiervoor in eerste instantie aan zet, de gemeente faciliteert en probeert initiatieven te verbinden.
Om leegstand en/of verloedering van het landschap tegen te gaan, kan agrarische bedrijfsbebouwing een nieuwe functie krijgen bijvoorbeeld door andere bedrijvigheid. Gebouwen die het landschap ontsieren kunnen worden vervangen door één of meer woningen.
Toetsing aan de Omgevingsvisie Deventer
De ontwikkeling vindt plaats ten noorden van de kern Lettele in het buitengebied van Deventer. Voorliggend plan gaat uit van het herontwikkelen van een intensieve veehouderij naar een meer passende woonfunctie. Het plangebied wordt hiermee voorzien van een duurzame en voor de locatie logische vervolgfunctie. Verloedering van het landschap wordt hiermee tegengegaan.
Binnen het plangebied worden twee nieuwe woningen gerealiseerd. De feitelijk bestaande tweede bedrijfswoning wordt met dit plan planologisch geborgd. Het toevoegen van de woningen is beleidsmatig mogelijk. Het voornemen legt geen extra druk op de ruimte, aangezien het plangebied een bestaande bedrijfslocatie is.
Binnen het voornemen wordt daarnaast onder meer aandacht besteed aan de landschappelijke inpassing. Hiermee wordt de landschappelijk kwaliteit van het plangebied versterkt. Door de landschappelijke inpassing van het plangebied in combinatie met de KGO-investeringen wordt een bijdrage geleverd aan een robuustere hoofdstructuur voor natuur en waterberging. Geconcludeerd wordt dat het voornemen past binnen de gemeentelijke Omgevingsvisie.
Kansen uit Buiten
In het Sallandse buitengebied verandert er veel. Veel agrarische bedrijven stoppen, dit zorgt voor veel leegstaande schuren. Die schuren hebben vaak ook nog asbestdaken. De leegstand en de asbestopgave vormen een aanzienlijk probleem, niet alleen voor de eigenaren, maar ook voor de leefbaarheid van het Sallandse buitengebied. De provincie Overijssel en de gemeente Deventer willen dit probleem aanpakken en omkeren naar een kans. Een kans om de sloop van overtollige schuren, met of zonder asbestdaken, betaalbaar te houden. En een kans om de kwaliteit en leefbaarheid van het buitengebied te vergroten.
Deze kansen worden gecreëerd door leegstaande gebouwen te vervangen door nieuwbouw met een woon- of andere passende functie. Met de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) biedt de provincie daarvoor een kader. En met aanpassingen in het beleid schept de gemeente binnen dat kader kansen. Zo geeft de gemeente Deventer nog meer ruimte aan initiatieven. Tegelijk gaat de kwaliteit van het buitengebied en de leefomgeving er stevig op vooruit.
De oude Rood-voor-Rood-regeling heeft al veel voorbeelden opgeleverd van gerestaureerde boerderijen, van nieuwe woningen of schuren en van nieuw ingerichte erven. In haar oude vorm had deze regeling echter ook beperkingen. Daardoor bleven plannen soms steken. De gemeente Deventer borduurt nu voort op de provinciale Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving door de bestaande regelingen in een nieuw jasje te steken, 'Kansen uit Buiten'.
Maatwerk naast regelingen
Met de Rood-voor-Rood-regelingen 'Woning voor schuur' en 'Schuur voor schuur' ontstaan meer mogelijkheden om te slopen en/of bouwen. Met de regelingen kunnen sloop en bouw tegen elkaar worden uitgeruild. De Sloopbank brengt daarvoor vraag en aanbod samen. In gevallen komt het voor dat de plannen niet (helemaal) binnen deze twee regelingen of de regeling voor Vrijkomende Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB) in het bestemmingsplan Buitengebied Deventer passen. De Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) maakt ook dit soort plannen mogelijk. De gemeente beoordeelt afzonderlijk en per plan of er voldoende wordt geïnvesteerd in de ruimtelijke kwaliteit. Dit is maatwerk.
De KGO is in feite het kader voor meer ruimtelijke kwaliteit en voor investeringen daarin. Er gelden twee voorwaarden voor sloop- en bouwplannen: ze moeten passen in het Sallandse landschap en bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente Deventer. Op die manier wordt het buitengebied mooier, leefbaarder en gezonder.
In beginsel dient 850 m² aan voormalige agrarische bebouwing (of 700 m² aan bebouwing met asbestdaken) te worden gesloopt om de bouw van één compensatiewoning te verantwoorden. In beginsel dient de compensatiewoning te worden gerealiseerd op de slooplocatie. De compensatiewoning is maximaal 750 m³ groot en bij de compensatiewoning mag in beginsel maximaal 100 m² aan bijgebouwen worden gebouwd.
Toetsing gemeentelijk beleid Kansen uit Buiten
In dit geval is in het plangebied 2.498,5 m2 aan voormalige agrarische schuren gesloopt. Een groot deel van de gesloopte schuren waren asbesthoudend. Met de toepassing van de regeling 'woning voor schuur' kunnen ter plaatse twee compensatiewoningen worden gerealiseerd. Deze woning mag een inhoudsmaat hebben van maximaal 750 m³ en bij de woning mag maximaal 100 m² aan bijgebouwen worden gebouwd.
In totaal worden twee compensatiewoningen beiden met een maximale inhoud van 950 m3 en inpandige berging gerealiseerd. Door middel van een maatwerkoplossing, ziet het voornemen ter plaatse niet toe op de bouw van een 'standaard' compensatiewoning met een 'standaard' oppervlak aan bijgebouwen. In dit geval worden bij de compensatiewoningen geen bijgebouwen mogelijk gemaakt, enkel een inpandige berging. In dergelijke situaties schrijft het 'woning voor schuur' beleid voor dat de woning een maximale inhoud mag krijgen van 1.100 m3.
Het voorgenomen plan is verder uitgewerkt op basis van de regeling 'Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving' (KGO). Er is sprake van een kwaliteitsinvestering in het kader van de KGO. De te nemen maatregelen worden vermeld in paragraaf 2.3. Deze kwaliteitsprestaties dragen bij aan de versterking van de gebiedskenmerken.
Het voorgenomen plan sluit hiermee ook aan op de uitgangspunten van de gemeente Deventer en wordt een bijdrage geleverd aan de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente Deventer. Op deze plaats wordt geconcludeerd dat de extra investeringen in de ruimtelijke kwaliteit in verhouding staan tot de geboden ontwikkelingsmogelijkheden.
Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat voorliggend plan in overeenstemming is met het beleidskader 'Kansen uit Buiten'.
Landschapsontwikkelingsplan (LOP)
Door de gemeenten Deventer, Raalte en Olst-Wijhe is een Landschapsontwikkelingsplan (LOP) ontwikkeld, het Landschapsontwikkelingsplan Salland: 'Een plus voor het landschap van Salland'. Dit beleidsplan geeft de visie op de gewenste landschappelijke ontwikkeling voor het buitengebied van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte weer. De visie (de Landschapsontwikkelingsvisie) geeft aan op welke wijze de ontwikkelingen passen in het landschap en hoe het karakter van het landschap daarbij versterkt kan worden. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen bijdragen aan het behoud en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Salland. In het LOP valt het plangebied in het landschapstype ‘Dekzandruggen’.
Dekzandruggen
De visueel-ruimtelijke kwaliteiten van de hogere gronden zijn voor een belangrijk deel gelegen in de sterke verwevenheid van diverse ruimtelijke elementen zoals bosjes, bebouwing, houtwallen en singels. Samen met reliëfverschillen (essen) en open ruimtes ontstaat hierdoor een gevarieerd landschapsbeeld van besloten tot half open landschap, ook wel kampen- of hoevenlandschap genoemd.
De historische ensembles die in het gebied voorkomen zijn van grote waarde. Monumentale bomen en oude gebouwen hebben een grote museale kwaliteit. Op een aantal plaatsen is de link tussen de hogere ruggen en de lagere delen heel karakteristiek: bij de grotere essen bij Bathmen, Averlo en het landgoederenlandschap bij Diepenveen en Heino.
Het landschapsbeleid is gericht op het versterken van de karakteristiek door de hoger gelegen ruggen ruimtelijk te verdichten. Nieuwe rode functies in het buitengebied (passend binnen bestaand beleid) zijn landschappelijk gezien het meest wenselijk op de ruggen onder de voorwaarde dat landschapselementen worden aangelegd.
Voor het dekzandruggen-landschap gelden de volgende landschappelijke karakteristieken:
- Rug verdicht met landschapselementen als bosjes, landgoederen, houtwallen, hagen, singels en solitaire bomen (soorten van de hogere gronden zoals eik, beuk);
- Afwisseling van verdichte en open ruimtes; verrassende doorkijkjes;
- Essen onbeplant, omzoomd met houtwallen;
- Perceel scheidingen worden minimaal en terughoudend toegepast, aansluitend aan open karakter;
- Wegen veelal kronkelend, zich voegend naar de erven, soms over erf;
- Wegen beplant, essen zoveel mogelijk onbeplant, tenzij er sprake is van doorgaande historische structuren;
- Doorgaande structuren (weg/kanaal) passen zich aan omgeving aan.
- Erven langs rand van de es, grote dakvlakken tegen groene achtergrond;
- Knooperven;
- Erven gaan vloeiend over in landschap (geen strakke erfgrenzen);
- Zandwegen;
- Kleinschalige grillige blokverkaveling deels omzoomd met houtwallen;
- Reliëf door essen en kampen, soms in de vorm van een steilrand.
Toetsing aan Landschapsontwikkelingsplan (LOP)
Het plangebied wordt landschappelijk ingepast conform de aanwezige gebiedskenmerken, waaronder de ligging in dekzandruggen-landschap. De uit te voeren maatregelen worden weergegeven op het erfinrichtingsplan dat als bijlage 2a onderdeel uitmaakt van de motivering. In het plangebied worden diverse landschapselementen toegevoegd. Daarbij is sprake van het behouden en herstellen van doorkijken in het landschap. Perceelsscheidingen worden minimaal en terughoudend toegepast, aansluitend aan open karakter. De erven gaan door toepassing van landschapselementen vloeiend over in het landschap. Geconcludeerd wordt dat voorliggende ontwikkeling past binnen de van toepassing zijnde gebiedskenmerken conform het Landschapsontwikkelingsplan (LOP).
Woonvisie Deventer (2024)
Inleiding
De Woonvisie Deventer 2024 'Samen bouwen aan goed wonen' is vastgesteld door de gemeenteraad op 25 september 2024 en geeft aan waar het woonbeleid zich de komende 5 tot 10 jaar op richt. De Woonvisie gaat voor een deel (ambities, opgaven, rolneming) op in de Omgevingsvisie. De uitwerking krijgt een plek in het Volkshuisvestingsprogramma en in de twee gebiedsprogramma's voor Centrumschil en Keizerslanden.
Ambities
In de woonvisie zijn drie centrale ambities vastgelegd:
- Vitale stad aan de IJssel: We willen een vitale gemeente zijn en blijven. Een aantrekkelijke stad met stedelijke voorzieningen waar mensen goed kunnen wonen, leven en beleven. Met voldoende draagkracht voor de sociaal-maatschappelijke opgaven en voorzieningen in een duurzame woonomgeving.
- Ongedeeld en inclusief: Het uitgangspunt is nog steeds 'Deventer ongedeelde samenleving'. Dat betekent een gemengde bevolkingssamenstelling op wijk- en dorpsniveau met een bijpassend gevarieerd woningaanbod.
- Duurzaam en toekomstbestendig: We willen een duurzame woongemeente zijn waar het in alle levensfasen goed, gezond en veilig wonen is. We willen, waar mogelijk, voorzien in de behoeften van de huidige samenleving, zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties in gevaar te brengen.
Woonopgaven
De drie centrale ambities zijn uitgewerkt in de drie woonopgaven die voor de gehele gemeente gelden: 'voldoende, betaalbaar en divers', 'voor iedereen goed wonen in wijken en dorpen' en 'duurzaam wonen'. Uitgangspunt bij de uitwerking van woningbouwplannen zijn de specifieke opgaven in de wijk of het dorp en de uitgangspunten van de Woonvisie. Voor elke woonopgave zijn speerpunten geformuleerd.
Nieuwbouwopgave
De vraag naar woningen is groot. In de periode van 2021 tot 2035 heeft Deventer 7.000 woningen nodig om te kunnen blijven voorzien in de lokale behoefte. De voorziene groei leidt tot bijna 52.000 huishoudens in 2035. Daarbij wordt rekening gehouden met huishoudensgroei én inloop van het actuele woningtekort (ruim 1.500 woningen) tot 2035.
Om ook de voorzieningen, werkgelegenheid en onderwijs in stad en de dorpen de komende jaren op peil te houden, is naast de autonome bevolkingsontwikkeling ook een extra groei wenselijk. Er wordt van 4.000 extra woningen uit gegaan voor het sociaaleconomisch versterken van Deventer door het verjongen en versterken van de arbeidsmarkt.
In totaal wordt dus uit gegaan van een nieuwbouwopgave van 11.000 woningen tot 2035, waarvan 1.000 woningen in de dorpen gerealiseerd zullen worden. Dit is door de raad in december 2021 vastgesteld in de samenvattende routekaart 'wonen en voorzieningen, arbeidsmarkt versterken en verjongen!'.
Om te voorzien in de autonome behoefte moeten er tot 2030 jaarlijks minimaal 500 woningen netto toevoegen, daarna is dit ruim 400 per jaar. Om daarnaast ook de extra ambitie te verwezenlijken, zullen jaarlijks 300-400 extra woningen gerealiseerd moeten worden.
Woningbouwprogrammering
De nieuwbouwopgave is een grote opgave. Uitgangspunt bij nieuwbouw is dat het aansluit bij de vraag van woningzoekenden en aangesloten wordt op de kwaliteit en identiteit van de plek. Elke ontwikkeling moet maatwerk zijn en een bijdrage leveren aan de specifieke opgaven op wijk of dorpsniveau.
Om invulling te geven aan de woonbehoefte gaat de gemeente uit van in ieder geval 30% sociale huur, 40% betaalbare koop en middenhuur en 30% duur. Dit sluit aan bij de afspraken uit de Woondeal West-Overijssel (2022).
Het plangebied ligt in het buitengebied. De gemeente Deventer accepteert dat in dorpen niet alle woonvormen en voorzieningen zoals in de stad beschikbaar zijn. Wel is het van belang met de ontwikkelruimte die er is, goed aan te sluiten bij de kwalitatieve woonvraag van met name jongeren en ouderen vanuit de kern. De gemeente wil ruimte bieden om in te spelen op deze kwalitatieve woonvraag door het benutten van inbreidingslocaties en hergebruik van bestaande panden in de kernen en transformatie van karakteristieke, leegstaande of leegkomende panden en erven in het buitengebied. De gemeente staat open voor kleinschalige burgerinitiatieven en innovatieve ideeën die met name gericht zijn op betaalbaar wonen voor starters, het langer zelfstandig blijven wonen en de leefbaarheid in de kernen en op het platteland.
Toetsing aan de Woonvisie Deventer (2024)
Voorliggende ontwikkeling gaat uit van het realiseren van twee aaneengebouwde woningen en de correctie van het omgevingsplan om de bestaande tweede bedrijfswoning op te nemen tot weer een volwaardige wooneenheid. Met dit plan wordt een bescheiden bijdrage geleverd aan de grote woningbouwopgave waarmee de gemeente Deventer te maken heeft. Geconcludeerd wordt dat voorliggend voornemen in overeenstemming is met de gemeentelijke woonvisie.
Welstandsnota gemeente Deventer (2014) / Beeldkwaliteitsparagraaf
Bij het beoordelen van bouwplannen wordt aan de Welstandsnota getoetst. De 'Welstandsnota gemeente Deventer, welstands- en reclamebeleid' dateert van 1 oktober 2014. Met deze nota wordt het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Deventer beoogd. In de nota heeft de gemeente het kader voor de welstandstoetsing vastgesteld, door middel van criteria waar nieuwe bouwplannen op grond van het aspect 'welstand' (het uiterlijk van het gebouw) aan moeten voldoen.
Toetsing
Het beeldkwaliteitsplan opgenomen als bijlage 2b bij de motivering is een leidraad voor het plan. Bij de inrichting van het bestaande erf is gekeken naar de positie, vorm, functie en kleurgebruik van de gebouwen. Het beeldkwaliteitsplan is als aanvulling op de welstandsnota ten behoeve van de gewenste woningbouwontwikkeling. Het beeldkwaliteitsplan schetst de voorwaarden waaraan moet worden voldaan ten aanzien van onder andere de vorm, detaillering, materiaalgebruik en algehele architectuur- en bouwrichtlijnen voor de nieuwe woningen. Bij de aanvraag omgevingsvergunning vindt de welstandstoets plaats, bouwplannen kunnen worden getoetst aan het beeldkwaliteitsplan.
Gemeentelijk waterbeleid en regionale samenwerking
Het gemeentelijk beleid is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsprogramma (2022-2026) en de regionale samenwerking op het gebied van water in de wateragenda. De wateragenda is een samenwerkingstructuur waarbij een aantal thema's centraal staan. Deze thema's zijn uitgewerkt in aandachtspunten. Op deze punten gaan de waterpartners de komende jaren lokaal samenwerken. De thema's zijn:
- Veilig en klimaatbestendig
- Milieu en gezondheid
- Beleving, bewustwording en participatie
Doordat de wateragenda duidelijke thema's bevat, kunnen de waterpartners efficiënt en effectief samenwerken aan de watertaken.
De gemeente is verantwoordelijk voor een goed stedelijk watersysteem. Volgens de wet begint de zorgplicht bij de perceeleigenaar. De perceeleigenaar moet het hemel- en grondwater op het eigen perceel verwerken. De gemeente komt in beeld als dit niet kan.
In het Gemeentelijk Rioleringsplan is beschreven hoe de gemeente haar watertaken invult en uitvoert. De gemeentelijke watertaken komen voort uit 3 zorgplichten (Omgevingswet artikel 2.16):
- Inzameling en transport van stedelijk afvalwater
- Verwerking van afvloeiend hemelwater
- De aanpak en het voorkomen van grondwaterproblemen in bebouwd gebied coördineren
Zorgplicht stedelijk afvalwater: Onder de straat liggen door de hele gemeente honderden kilometers leidingen. Hiervoor zijn putten, straatkolken en honderden pompjes aangelegd. Het hele systeem zorgt er voor dat afvalwater bij de rioolwaterzuivering aan de Roland Holstlaan komt. Hier zorgt het waterschap voor de zuivering. Het gezuiverde water komt daarna in de IJssel. De gemeente is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de riolering.
Zorgplicht hemelwater: De wet gaat ervan uit dat hemelwater schoon genoeg is om zonder zuiverende voorziening te lozen. De zorgplicht hemelwater legt de verantwoordelijkheid bij de perceelseigenaar om het hemelwater zoveel mogelijk zelf te verwerken. De gemeentelijke zorgplicht begint als de perceelseigenaar niet zelf het hemelwater kan infiltreren of bergen.
Zorgplicht grondwater: Volgens de wetgeving moet de gemeente voor nieuwe situaties structurele grondwaterproblemen voorkomen of beperken, voor zover dit niet onder de verantwoordelijkheid van waterschap of provincie valt. De zorgplicht grondwater benadrukt de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar om maatregelen te nemen die grondwaterproblemen voorkomen. De gemeentelijke zorgplicht begint als de perceelseigenaar niet kan zorgen voor voldoende ontwatering en overtollig grondwater moet afvoeren. De gemeente heeft de leiding als meerdere partijen betrokken zijn bij (dreiging van) een probleem.
Afweging waterbelang bij ruimtelijke ontwikkelingen: Naast de gemeentelijke zorgplichten heeft de gemeente nog een verantwoordelijkheid. Op basis van artikel 5.37 Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is zij verantwoordelijk voor een goede afweging en implementatie van het waterbelang bij nieuwe ruimtelijke plannen. Hiervoor is het instrument van de watertoets ontwikkeld.
Toetsing aan het waterbeleid
In de waterparagraaf wordt onder andere ingegaan op de aspecten hemelwater en afvalwater. In paragraaf 4.4 is het resultaat van de watertoets opgenomen. Op deze plaats wordt geconcludeerd dat het voornemen past binnen het gemeentelijke waterbeleid.
Milieu- en duurzaamheidsbeleid Deventer
Visie Deventer circulair
Gemeente Deventer wil dat in 2030 de helft van de grondstoffen die worden gebruikt hergebruikt of hernieuwbaar is. Deze ambitie is vastgesteld in de Visie Deventer Circulair (mei 2024) en ligt in lijn met het landelijk doel. In 2050 wil gemeente Deventer helemaal circulair zijn.
De visie is vertaald in een uitvoeringsprogramma waarin wordt beschreven wat gemeente Deventer gaat doen om in 2030 50% circulair te zijn. Met de circulaire economie zet Deventer zich in voor
een groene toekomst. Een beweging die niet alleen noodzakelijk is, maar ook vol kansen ligt. Door het
hergebruik van materialen en het stimuleren van lokale innovatie, bouwt Deventer aan een duurzame
gemeenschap die minder afhankelijk is van eindige grondstoffen. Door actief in te zetten op circulair
verminderen de gemeente de afhankelijkheid van de toelevering van grondstoffen van elders. Deventer bedrijven worden zo minder kwetsbaar door geopolitieke ontwikkelingen. Ook versterken we de lokale economie, creëren we banen, zorgen we voor sociale cohesie en wordt bijgedragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen van Parijs.
Uitvoeringsprogramma Deventer circulair (2025-2027)
Met de circulaire economie zet Deventer zich in voor een groene toekomst. Een beweging die niet alleen noodzakelijk is maar ook volop kansen biedt. Door het hergebruik van materialen en het stimuleren van lokale innovatie, bouwt Deventer aan een duurzame gemeenschap die minder afhankelijk is van grondstoffen met eindige levensduur of voorraad. In dit uitvoeringsprogramma (juni 2025) zet gemeente Deventer actief in op de thema's: Openbare ruimte, Bouwen en Goederen, waarbij de nadruk ligt op:
− Minder, slimmer en langer gebruik.
− Méér hergebruik.
− Méér biobased materialen.
In het thema Openbare ruimte kan de gemeente het verschil maken door deze zelf in te richten, te beheren en te renoveren. Het gaat dan vooral om hergebruik van materialen. Juist bij het thema Bouwen kan gekozen worden voor materialen met minder milieu-impact. Naar schatting is de bouwsector goed voor 50% van alle grondstoffen die jaarlijks worden gebruikt. Naast hergebruik van materialen liggen er grote kansen voor de toepassing van biobased materialen. Bij het thema Goederen kunnen alle inwoners en partijen bijdragen aan een circulaire economie. Inwoners hebben invloed bij het besteden van hun geld en kunnen kiezen voor het delen, lenen, huren, en repareren van spullen in plaats van nieuw kopen.
Deventer Energievisie
In maart 2024 heeft gemeente de ‘Deventer Energievisie’ vastgesteld. Deze energievisie is een voortzetting van eerder beleid en gericht op klimaatmitigatie, dus het optimaal beperken van verdere opwarming van de aarde. Hierin zijn de doelen vertaald om in 2030 55% CO2 reductie te bereiken. Er is beschreven wat in de komende jaren gedaan wordt, waar de kansen en mogelijkheden liggen, voor welke grote uitdagingen afhankelijkheden zijn van anderen en van welke belangrijke vraagstukken nog onduidelijk is wat de beste aanpak is.
De Deventer energietransitie kent drie hoofddoelen:
- een duurzaam energiesysteem (reductie van CO2 uitstoot en toewerken naar een fossielvrije samenleving);
- een rechtvaardig energiesysteem (energie als basisbehoefte moet betaalbaar blijven en kosten voor energietransitie moeten evenredig door de hele maatschappij gedeeld worden);
- een robuust energiesysteem (stabiliteit van het systeem verbeteren).
Deventer Klimaatadaptatieprogramma
In 2021 is het ‘Deventer Klimaatadaptatieprogramma’ door de gemeenteraad vastgesteld. Daarin staat beschreven hoe de gemeente zich wil wapenen tegen de gevolgen van de opwarming van de aarde. Het plan richt zich op de gemeentelijke opgaven op het gebied van wateroverlast door extreme regenbuien, droogte en hittestress. De focus ligt daarbij op het stedelijk gebied oftewel de kernen in de gemeente Deventer binnen de bebouwde kom. Deventer moet van het Rijk in 2050 klimaatadaptief zijn. Dit betekent dat:
- bij hevige regenval het water zijn weg vindt, zonder al te veel overlast;
- er op hete dagen binnen en buiten koele plekken zijn en dat er extra aandacht is voor kwetsbare groepen;
- droogteschade beperkt wordt door regenwater niet af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, maar vast te houden voor droge tijden en ten goede te laten komen aan het groen en grondwater.
- in de openbare ruimte wordt gekozen voor klimaatbestendig groen;
- de kans op overstromingen zo gering mogelijk is en de eventuele gevolgen beperkt blijven.
Bovenstaande strategische doelen zijn in het Klimaatadaptatieprogramma verder vertaald naar tactische doelen en maatregelen. Voor nieuwbouw zijn eisen opgenomen voor hemelwaterafvoer om wateroverlast te voorkomen.
Toetsing aan het milieu- en duurzaamheidsbeleid
Binnen het voornemen wordt op verscheidende manieren bijgedragen aan de gemeentelijke ambitie ten aanzien van duurzaamheid. Zo wordt een agrarisch bedrijfsperceel benut ten behoeve van woonfuncties (omliggende infrastructuur is reeds aanwezig), wordt de gewenste nieuwe bebouwing gasloos uitgevoerd, wordt aandacht besteed aan het aspect water en wordt de hoeveelheid verharding zoveel mogelijk beperkt.Indien mogelijk zal ook aandacht worden besteed aan circulair bouwen.. In paragraaf 5.19 wordt nader ingegaan op het aspect duurzaamheid.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het voornemen in overeenstemming is met het milieu- en duurzaamheidsbeleid Deventer.
Natuurinclusief bouwen
Op 10 juli 2019 is door de raad de motie Natuurinclusief bouwen aangenomen. Bij (nieuw)bouw en renovatie is natuurinclusief bouwen uitgangspunt. De gedachte achter natuurinclusief bouwen is dat gestreefd moet worden dat de nieuwe situatie beter is dan de oude voor wat betreft biodiversiteit. Mogelijke maatregelen zijn onder andere groene daken, schuil en nestgelegenheden voor inheemse dieren en het gebruik van beplanting die kan bijdragen aan verbetering van de biodiversiteit.
In deze wijziging van het omgevingsplan wordt natuurinclusief bouwen door middel van een onvoorwaardelijke verplichting vastgelegd. Er is een keuze uit verschillende maatregelen die getroffen kunnen worden waarbij een minimum puntenaantal gehaald dient te worden. In bijlage 2 bij de regels is een concrete invulling gegeven voor NIB maatregelen ten behoeve van deze ontwikkeling.
Conclusie toetsing gemeentelijk beleid
Geconcludeerd wordt dat de in voorliggend bestemmingsplan besloten ontwikkeling in past binnen het gemeentelijk beleid.