Plan: | Gooiermars natuurgebieden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.W007-VG01 |
Het projectgebied is gelegen in het dekzandlandschap tussen de IJssel en de stuwwal van de Holterberg. Dit is goed te zien op de overzichtshoogtekaart van de omgeving (figuur 7).
Figuur 8. Hoogteligging van projectgebied (ahn) in omgeving
Links onderin zijn de huidige loop en vroegere meanders van de IJssel zichtbaar in paarstinten en rechtsboven in bruin de Holterberg.
Figuur 9: Geomorfologische kaart van projectgebied en omgeving (stad Deventer niet ingekleurd).
Op de geomorfologische kaart (figuur 8) zijn deze grote eenheden ook goed herkenbaar: het Rivierengebied heeft de lichtgroene kleuren van het rivierenlandschap, de stuwwal is rood en de flank is gelig van de verspoelde zanden. Daartussen ligt in grijze, mosgroene en heldergroene tinten het dekzandlandschap. Binnen dit dekzandlandschap is het nodige reliëf te zien. De toelichting op de bodemkaart maakt onderscheid tussen het vlakke dekzand en het reliëfrijke dekzand (figuur 9).
Figuur 10: Bodemkundige landschappen, dekzand onderverdeeld in drie typen (bron: Stiboka).
Het projectgebied ligt binnen de verbreiding van het reliëfrijke dekzand. Dit blijkt ook uit de gedetailleerde hoogtekaart (figuur 10).
Figuur 11: Detail hoogtekaart (ahn) van het projectgebied.
Hierop zijn de dekzandruggen, die ook op de geomorfologische kaart te zien zijn, duidelijk herkenbaar. In het noordelijke deel van het projectgebied ligt in het westen een natte dekzandlaagte die bestaat uit een beekdal met als hoofdloop de Zandwetering en de uitlopers van een dekzandrug in het oosten. In het noorden ligt hier de Orteler enk en hier ten zuiden van liggen twee hoger gelegen delen rond Elmerink. De Zandwetering watert af naar het noorden, passeert het Overijssels Kanaal, loopt ten noorden langs Deventer en buigt vervolgens daar af om parallel aan de IJssel naar het noorden te lopen, komt daar uit in de Soestwetering maar houdt ook een westelijke (aparte) tak parallel aan de Soestwetering. Deze beide weteringen komen bij Zwolle uiteindelijk uit in het Zwarte Water.
Het zuidelijke deel is onder te verdelen in een klein stukje dekzandrug in het uiterste noordwesten, met aangrenzend een dal en een dekzandrug die min of meer zuidwest-noordoost loopt en midden in het zuidelijke deel van het projectgebied ligt.
Dit is de Essenerenk. Als laatste valt ten zuiden van de dekzandrug nog een deel
van een tweede beekdal binnen het projectgebied, met daarin de Spildijkswaterleiding, uitkomend in de Schipbeek. Deze Spildijks waterleiding en de Schipbeek lopen over de zuidgrens van het projectgebied.
Het kerngebied van de Gooiermars kan na inrichting een mozaïek worden van
elzenbroekbossen, dotterbloemhooilanden, kleine zeggengemeenschappen,
blauwgraslanden, kamgraslanden en mogelijk wat veldrusschraalland.