Plan: | Zutphenseweg 23 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.W026-VG01 |
In deze planregels wordt verstaan onder:
het wijzigingsplan Zutphenseweg 23 met identificatienummer NL.IMRO.0150.W026-VG01 van de gemeente Deventer.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen);
het bestemmingsplan Bergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord, met identificatienummer NL.IMRO.0150.D119-VG03 van de gemeente Deventer;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak of in voorkomend geval het bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
gebruik, zoals dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaat of rechtens mag bestaan;
voorgevelrooilijn, goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, gebouw, overkapping, plaats, omvang, inhoud, zoals die of dat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of rechtens mag bestaan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Tevens worden hiermee gasontvangststations voor aardgas bedoeld;
een gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, behorende bij een woning, dat uitsluitend indien het aan de woning is aangebouwd en daarmee in directe verbinding staat, mag worden gebouwd en gebruikt voor bewoning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
De kans dat personen in de omgeving van een activiteit waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt, slachtoffer worden van een ongeval met die stoffen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
De kans per jaar dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting die ontstaat door een ongeval met gevaarlijke stoffen;
vormen van horeca, waar in hoofdzaak dranken worden verstrekt en die doorgaans het risico van aantasting van het woon- en leefklimaat en de openbare orde in de omgeving van de horecavestiging met zich brengen, met per vestiging een nettovloeroppervlakte van 200 m² of meer:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein ter hoogte van die hoofdingang, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
Een opslaglocatie of insluitsysteem met gevaarlijke stoffen met een significant risico voor de omgeving.
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;
een afsluitbaar parkeerterrein, al dan niet behorend bij een bedrijfsvestiging, voor het beroepsgoederenvervoer waar vrachtwagens kunnen worden gestald en waar de chauffeurs kunnen verblijven, al dan niet met gebouwde sanitaire en overige voorzieningen;
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de diepte van een aan- of uitbouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, gemeten.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie: | ter plaatse van de aanduiding: |
1 t/m 4.2 | bedrijf tot en met categorie 4.2 |
bedrijven en voorzieningen: | ter plaatse van de aanduiding: |
risicobron | specifieke vorm van bedrijf - risicobron |
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten en technische installaties | 15 m |
antennemasten ter plaatse van de aanduiding antennemast | 83 m |
erf- of perceelafscheidingen | 2,5 m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 5 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, nadere eisen te stellen:
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in sublid 3.2.2, ten behoeve van het bouwen van ondergrondse bouwwerken voor stalling en opslag.
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in sublid 3.2.2, onder d en e, ten behoeve van het bouwen tot een bouwhoogte die maximaal 5 m meer bedraagt dan de onder d en e aangegeven maximale bouwhoogten, mits de noodzaak voor de bedrijfsvoering redelijkerwijs is aangetoond en de gebruiksmogelijkheden op aangrenzende gronden niet wezenlijk worden aangetast.
Een verboden gebruik is in ieder geval het gebruik van gronden als bedoeld in lid 3.1:
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 3.1 omtrent krachtens dat lid toegestane bedrijven, ten behoeve van het vestigen van andere bedrijven, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de behoefte daaraan is aangetoond, het plan te wijzigen zodanig dat op de bij een bedrijf behorende gronden de aanduiding "bedrijfswoning" wordt aangegeven, mits
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 3.1 de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij' aan te geven, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 3.1 de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in afval en schroot' aan te geven, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door op de gronden bedoeld in lid 3.1 een bouwhoogte tot maximaal 60 meter toe te staan, mits
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een aardgastransportleiding en daarbij behorende voorzieningen, met de hartlijn van de leiding uitsluitend ter plaatse van de figuur "hartlijn leiding - gas".
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding.
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 4.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de desbetreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 4.4 onder a ten behoeve van het gebruik van onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats, voor zover dit tot gevolg heeft dat de betreffende leiding niet eenvoudig bereikbaar is voor de leidingbeheerder.
De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Behoudens het bepaalde in sublid 4.6.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 4.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 4.6.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.
Een verboden gebruik is in ieder geval ook:
Indien bij het gebruik van gronden als bedoeld in 'Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels' sprake is van behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, dan moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - straalpad 2" mag de bouwhoogte van bouwwerken ten opzichte van N.A.P. niet meer dan 43 m bedragen.
Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bestemmings- en aanduidingsgrenzen als volgt te wijzigen ten opzichte van de ligging op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
bestemmingen | max.grensverschuiving | max. oppervlaktewijziging | |
Bedrijventerrein | 30 m | - 20% | + 20% |
aanduidingen | |||
overige aanduidingen | 10 m | - 10% | + 10% |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de behoefte blijkt te bestaan aan de vestiging, uitbreiding, aanpassing of verplaatsing van een bevi, het plan te wijzigen zodanig dat:
met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - risicobron" wordt verkleind of als zodanig uit het plan wordt verwijderd;
met inachtneming van de volgende bepaling:
het wijzigen mag uitsluitend geschieden, indien, met instemming van de exploitant van het betreffende bedrijf, het bedrijf in mindere mate of in het geheel niet meer kan worden aangemerkt als een inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de perceelsgrens van de betreffende bedrijfslocatie een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien en voorzover behoefte blijkt te bestaan aan het vestigen van een horecabedrijf categorie 1, als bedoeld in Artikel 1, onder 1.22, de bestemming "Bedrijventerrein" te wijzigen in de bestemming "Horeca" met de nadere aanduiding "horeca categorie 1", met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven, soorten opslag en installaties en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties, voorzover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende Bijlage 3 Inrichtingen wet geluidhinder te wijzigen, ter verwerking van wijzigingen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
Dit plan is een gedeeltelijke wijziging van:
De bestemming 'Bedrijventerrein' van het bestemmingsplan 'BergweideBergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord', vastgesteld op 30 oktober 2013, voor wat betreft het perceel Zutphenseweg 23.
Op dit wijzigingsplan zijn van toepassing de regels en de verbeelding welke deel uitmaken van het bestemmingsplan 'BergweideBergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord', met dien verstande dat de verbeelding van het bestemmingsplan 'BergweideBergweide, Kloosterlanden - Hanzepark, Veenoord' wordt gewijzigd, zoals aangegeven op verbeelding van dit wijzigingsplan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 12.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het wijzigingsplan Zutphenseweg 23'.