Plan: | Rivierenwijk en Snippeling |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D110-OH01 |
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.
Op het voorontwerp bestemmingsplan zijn 8 reacties ingediend op basis van het vooroverleg met de diverse instanties. Dit vooroverleg is verplicht op basis van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. De provincie Overijssel komt niet voor in deze lijst. Vooroverleg met de provincie vindt alleen plaats als sprake is van provinciaal belang. Dit plan betreft de actualisering van de bestaande situatie. De nieuwbouw aan de Oude Bathmenseweg valt onder stedelijke inbreiding. Overleg met de provincie is daarom niet noodzakelijk.
De ingediende reacties zijn afkomstig van:
Samenvatting reactie:
De brandweer en hulpverleningsdienst geeft aan dat op pagina 47 van de toelichting ingegaan wordt op de bouwverordening van de gemeente Deventer. Als aanvulling hierop wordt voorgesteld om hieraan toe te voegen dat de bereikbaarheid en toegankelijkheid bluswater geregeld zijn in de artikelen 2.6.1 en 2.7.2.
Beantwoording:
De opmerking van de brandweer en hulpverleningsdienst wordt opgenomen in paragraaf 5.3.6 van het bestemmingsplan.
Conclusie: het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van deze reactie.
Het Oversticht heeft geen opmerkingen over het bestemmingsplan Rivierenwijk en Snippeling.
Samenvatting reactie:
Gasunie verwijst naar het nieuwe externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM vanwege de in het plangebied aanwezige aardgastransportleiding. De bij de brief van Gasunie gevoegde informatie gaat in op het groepsrisico en het plaatsgebonden risico. Gasunie vraagt deze informatie op te nemen in het bestemmingsplan.
Beantwoording:
Het ministerie van VROM adviseert om bij nieuwe ruimtelijke plannen het groepsrisico te laten berekenen indien het plan binnen het invloedsgebied van de leiding ligt, vooruitlopend op de nieuwe AmvB buisleidingen wet milieubeheer. In dit geval ligt het invloedsgebied tot op 95 meter van de leiding. Binnen die afstand bevinden zich bestaande woningen. Bij conserverende bestemmingsplannen waarbij binnen het invloedsgebied van de aardgasbuisleiding geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, wordt niet aanbevolen om een groepsrisicoberekening te maken. Daarom is in dit geval de groepsrisicoberekening achterwege gelaten. Het betreft een conserverend plan met bestaande woningen binnen het invloedsgebied. Een groepsrisicoberekening leidt niet tot nieuwe inzichten waardoor het ruimtelijk plan anders ingericht zal worden en heeft dus geen toegevoegde waarde.
Conclusie: deze inspraakreactie vormt geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Samenvatting reactie:
Beantwoording:
Conclusie: de beantwoording van deze reactie zal worden verwerkt in paragraaf 5.3.6 “Externe veiligheid” van de toelichting.
5. Waterschap Groot Salland, postbus 60, 8000 AB Zwolle
Samenvatting reactie:
In het plangebied zijn twee watergangen als “hoofdwatergang” aan te merken. Op de hoofdwatergangen en aangrenzende gronden zijn gebods- en verbodsbepalingen van toepassing uit de Keur. Het waterschap verzoekt in de toelichting van het bestemmingsplan melding te maken van de Keur.
In de toelichting wordt ingegaan op de waterkering. Deze kering is als “overige kering” aangemerkt in de bestemming “Waterstaat-Waterkering”. Het waterschap verzoekt in dit artikel het begrip “hoofdwaterkering” te veranderen in “(hoofd) waterkering”.
In artikel 23.3 a is aangegeven dat bouwwerken mogen worden gebouwd “mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de betreffende waterkering”. Het waterschap verzoekt deze zin te wijzigen in: “mits de beheerder van de betreffende waterkering kan instemmen met de ontheffing”.
De waterkering langs het Overijssels Kanaal is niet correct bestemd. Het waterschap verzoekt de plankaart aan te passen en 10 meter aan weerzijden van het Overijssels kanaal te bestemmen als “Waterstaat-waterkering”.
Conclusie: De opmerkingen van het waterschap Groot Salland worden overgenomen in het bestemmingsplan.
Samenvatting reactie:
Bij uitwerking van het plan wil KPN graag betrokken worden.
Beantwoording:
De gemeente Deventer neemt deze reactie voor kennisgeving aan.
Conclusie: deze reactie leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan.
Tennet heeft geen inhoudelijke op- en aanmerkingen op het voorontwerp bestemmingsplan Rivierenwijk en Snippeling.
Samenvatting reactie:
Prorail vraagt aandacht voor de mogelijke aanleg van een derde spoor langs de Rivierenwijk. Deze mogelijke uitbreiding van spoorinfra vloeit voort uit het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Prorail verzoekt ruimte te reserveren voor deze ontwikkeling in het bestemmingsplan Rivierenwijk en Snippeling.
Beantwoording:
De ministeriële onderzoekprogramma's van Verkeer en Waterstaat, Basisnet (Spoor en Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) zijn momenteel in een fase waarin nog geen duidelijkheid kan worden gegeven over de toekomstige ontwikkeling te Deventer. Enige richtinggevende besluitvorming over PHS is pas in 2010 te verwachten. De situatie te Deventer is complex. Binnen PHS wordt gesproken over de aanleg van een extra goederenspoorlijn (boog) als kortsluiting tussen Zutphen-Twente/Duitsland. Doel hiervan is om goederentreinen niet meer de route Amersfoort/Apeldoorn-Twente/Duitsland te laten rijden maar de route Betuwelijn/Zutphen-Twente/Duitsland. Door de aanleg van een boog vervalt voor goederentreinen het “kopmaken” op het emplacement te Deventer. De markt vindt dit kopmaken ongewenst (duur, omslachtig, tijdverlies) en bij grotere capaciteitsbehoeften ontoereikend. De vervoerstroom neemt bij deze ontwikkeling af bij de Rivierenwijk. Indien deze ontwikkeling doorgang vindt, zal hiervoor een apart bestemmingsplan opgesteld worden.
Conclusie: deze reactie leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan.