direct naar inhoud van Artikel 17 Tuin
Plan: Lettele 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D113a-OH01

Artikel 17 Tuin

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. parkeervoorzieningen, uitsluitend conform het bepaalde artikel in 17.4.1 onder a ;
  • c. bebouwing in de vorm van een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw, uitsluitend conform het bepaalde in artikel 17.3.1 onder a;
  • d. bebouwing in de vorm van overkappingen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, uitsluitend conform het bepaalde in artikel 17.3.1 onder b;
17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Op de tot 'Tuin' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 m bedragen.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

  • a. artikel 17.2 en toestaan dat een erker of ander ondergeschikt bouwdeel zoals entreepartij of balkon aan een op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de diepte niet meer dan 1,5 meter bedraagt;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3,5 m, dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning, bedraagt;
    • 3. de oppervlakte niet meer dan 6 m2 bedraagt;
    • 4. de breedte niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 5. de afstand tot de openbare ruimte niet minder dan 2,5 m bedraagt.
  • b. artikel 17.2.2 en toestaan dat een overkapping mag worden gebouwd met dien verstande dat:
    • 1. de overkapping ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn wordt gebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan is bepaald in artikel 21.2.1 onder c.
17.3.2 Toepassingsvoorwaarden

De in artikel 17.3.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. de parkeersituatie.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels
17.4.1 Bevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in:

  • a. artikel 17.1 onder b en toestaan dat gronden worden gebruikt ten behoeve van parkeervoorzieningen.
17.4.2 Toepassingsvoorwaarden

De in het vorige lid genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. de parkeersituatie.