direct naar inhoud van 5.4 Waterhuishouding
Plan: Lettele 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D113a-OH01

5.4 Waterhuishouding

5.4.1 Inleiding

Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Ruimtelijke plannen en besluiten kunnen gevolgen hebben op de waterhuishouding. Voorbeelden hiervan zijn een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebieden, etc. De watertoets heeft als doel deze negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor het watersysteem te benutten. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij ruimtelijke plannen en besluiten. In deze paragraaf wordt hierop nader ingegaan.

5.4.2 Bodemopbouw

Het plangebied ligt aan de rand van het IJsseldal. De ondiepe bodemopbouw is door de aanwezigheid van de Lettelerleide beïnvloed. Er is geen duidelijke deklaag aanwezig.

De bodemopbouw van het gebied kan plaatselijk sterk verschillen. Over het algemeen bestaat de ondergrond uit zwak lemig fijn zand en lichte zavel langs de Lettelerleide. De dikte en de diepte hiervan varieert.

Het maaiveld in het plangebied varieert van ca. NAP + 7,00 m tot +8,50 m. Het plangebied is dus relatief vlak te noemen.

5.4.3 Grondwater

Binnen het plangebied varieert de gemiddelde hoogste grondwaterstand van + 6,5 m tot + 7 m NAP en varieert de gemiddelde laagste grondwaterstand van + 6,2 m tot + 6,4m NAP.

Voor de aanleghoogte van de gebouwen (bovenkant vloer) wordt een ontwateringsdiepte geadviseerd van minimaal 100 centimeter ten opzichte van de gemiddeld hoogste grondwaterstand. Bij het bouwen zonder kruipruimte kan worden volstaan met een geringere ontwateringsdiepte. Om wateroverlast en schade in woningen en bedrijven te voorkomen wordt geadviseerd om een drempelhoogte van 30 cm boven het straatpeil te hanteren. Ook voor lagere, beneden het maaiveld gelegen ruimtes (kelders, parkeergarages) moet aandacht worden besteed aan het voorkomen van wateroverlast. De ontwateringsdiepte moet voldoende zijn.

5.4.4 Oppervlaktewater

Het belangrijkste oppervlaktewater van Lettele is de Lettelerleide welke centraal in het plangebied ligt. De waterloop loopt vanaf het oosten van de gemeente richting het westen, waar hij uiteindelijk uitmondt in het Overijssels Kanaal. Het zomerpeil ter plaatse van gemaal Koerkamp ligt op NAP + 6,8 m en winterpeil ligt op NAP + 6,6 m. Aan de achterzijde van het perceel Bathmenseweg 22 wordt de Lettelerleide door een duiker geleid, die loopt tot de westzijde van het perceel Bathmenseweg 35, waar de waterloop weer als oppervlaktewater aanwezig is.

5.4.5 Hemelwater

In de huidige situatie wordt het hemelwater dat afkomstig is van de verharde oppervlakken afgevoerd via het gemengde rioolstelsel naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

In het kader van de nota Waterbeheer 21e eeuw, moet worden gestreefd naar afkoppeling van het hemelwater dat afkomstig is van verharde oppervlakken. Centraal hierbij staat dat afwenteling moet worden voorkomen door het hanteren van de drietrapsstrategie "vasthouden - bergen - afvoeren".

Op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen plaats vinden wordt als uitgangspunt van de gemeente en het waterschap voor nieuwe woongebieden een stelsel gehanteerd waarbij het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd via het rioolstelsel en het regenwater van verharde oppervlakken wordt geïnfiltreerd of geborgen in bijvoorbeeld een vijver of watergang. Bij nieuwbouw en/of herstructurering moet ten behoeve van de berging en infiltratie van hemelwater voldoende berging worden gerealiseerd. Hierdoor vermindert het aantal overstorten en de afvoer van schoon regenwater naar de zuivering wordt beperkt.

Om vervuiling van water en bodem te voorkomen, moet het gebruik van uitlogende materialen vermeden worden. Onderzocht moet worden of en hoeveel schoon hemelwater kan worden geïnfiltreerd in de bodem, hoeveel kan worden geborgen in bergingsvijvers of ander oppervlaktewater.

5.4.6 Afvalwater

Het oorspronkelijk rioolstelsel in het gebied is een zogenaamd gemengd stelsel, dat wil zeggen dat het huishoudelijk afvalwater en het regenwater van de verharde oppervlakken, daken en wegen, in één buizenstelsel, worden afgevoerd naar de aan de Roland Holstlaan gelegen zuiveringsinstallatie (via gemalen en een persleidingensysteem). Bij zeer hevige regenval kan het riool dit niet verwerken, waardoor water via riooloverstorten wordt geloosd op oppervlaktewater. In zeer uitzonderlijke situatie zal er ook water op straat komen te staan.

De nieuwste uitbreidingen van Lettele zijn voorzien van (verbeterd) gescheiden stelsel waar het regenwater en vuilwater gescheiden worden afgevoerd.

5.4.7 Verslag overleg met relevante waterbeheerders

Het waterschap Groot Salland is in dit geval de relevante waterbeheerder. In het kader van het formele vooroverleg is van het waterschap Groot Salland een reactie ontvangen. Voor de inhoud van deze reactie wordt verwezen naar parargraaf 7.4.3.