direct naar inhoud van 5.2 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten
Plan: Buitengracht-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D114-OH01

5.2 Archeologie / cultuurhistorie en monumenten

5.2.1 Archeologie

Het grootste deel van het bestemmingsplangebied heeft een hoge archeologische verwachting. Voor een onderbouwing van deze verwachting wordt verwezen naar bijlage 3 'Archeologische beschrijving'.

Er zijn echter ook delen die geen archeologische verwachting hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Buitengracht. Hier zijn waarschijnlijk geen oudere archeologische resten bewaard gebleven, omdat deze vergraven zijn. Dit is ook het geval waar er kelders of parkeergarages binnen het bestemmingsplangebied zijn gebouwd. In het noordoosten van het bestemmingsplangebied, ten noorden van de Snipperlingsdijk, ligt verder nog een gebied met een middelhoge archeologische verwachting. In het zuidoosten van het bestemmingsplangebied ligt tenslotte nog een gebied met een matige archeologische verwachting.

In de gebieden binnen het bestemmingsplangebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachting, kunnen resten uit alle perioden verwacht worden. Hier worden met name resten uit de middeleeuwen en/of nieuwe tijd verwacht, maar ook resten uit de prehistorie en vroege middeleeuwen zijn mogelijk. Er is geen duidelijk beeld van de situatie in het plangebied tijdens deze vroegere perioden. Gebieden die op basis van de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Deventer een middelhoge en hoge verwachting hebben, dienen in het bestemmingsplan opgenomen te worden met de dubbelbestemming archeologische verwachting. Voor de voorwaarden die hier van toepassing zijn, wordt verwezen naar de planregels 'Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied'.

In de delen van het bestemmingsplangebied die geen of een matige archeologische verwachting hebben, is de kans op het aantreffen van archeologische resten minder groot. Deze gebieden worden daarom niet in het bestemmingsplan opgenomen met een archeologische dubbelbestemming.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.D114-OH01_0004.png"

5.2.2 Rijks- en Gemeentelijke monumenten

In het plangebied zijn de volgende rijksmonumenten aanwezig:

  • Bergpoortstraat 6 (hier zijn steeds 2 woningen samengetrokken);
  • Bergpoortstraat 8, 10, 12, 14, 16,18, 20,22, 24 26, 28, 30, 32, 34, 36, 38;
  • Bergpoortstraat 59-93 (voorheen Bergpoortstraat 19);
  • Bergpoortstraat 191-193 (voorheen Bergpoortstraat 23, silo);
  • Bergsingel 67 (voorheen Bergsingel 15/17);
  • Bergsingel 81-85 (voorheen Bergpoortstraat 23, fabriek bij silo);
  • Laboratoriumplein 1 (voorheen Emmastraat 33);
  • Maalderijstraat 2 t/m 18 even nrs. (voorheen Raamstraat 59);
  • Pothoofd (ongenummerd, onderdeel Pothoofdkade): verdedigingswerk;
  • Raamstraat 61;
  • Raamstraat 63.


In het plangebied zijn de volgende cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig:

De Raambuurt
Uit het laatste kwart van de negentiende en het eerste kwart van de twintigste eeuw (1881-1916) stammen nog enkele bewaard gebleven fabrieksgebouwen langs of nabij de Sluisstraat, die bescherming behoeven. Tot nu toe is wat de Raambuurt betreft voornamelijk gekeken naar de oostelijke rand van het gebied, de Bergpoortstraat en omgeving.


In chronologische volgorde:

Bergsingel 2-4
Het oudste gedeelte van het huidige Senzora-complex is vanaf 1888 in twee gedeelten in eclectische stijl gebouwd voor de Deventer Stoom-Wasch-, Bleek- en Strijkinrichting van de heer G.W.S. Nierdt. Afgezien van de architectonische waarde heeft het gebouw ook historische waarde, omdat het de ontwikkeling van vroeger belangrijke bedrijven, de blekerijen, illustreert. Veel terreinen op de vestingwallen en langs de IJssel werden vroeger verpacht als bleekvelden (bijvoorbeeld de Raambleek), waarbij blekerijgebouwen behoorden. Ook dit handwerk werd in de loop van de 19e eeuw vervangen door stoommachines. De fabriek van Nierdt was een van de eerste moderne inrichtingen, waarbij een stoommachine de wasmachines, mangels, strijkmachines en centrifuge in beweging bracht. De droogzolders werden met stoom verwarmd, terwijl het strijken met door gas verwarmde ijzers plaats vond.

Sluisstraat 23-25
Dit fabrieksgebouw, nu eveneens onderdeel van Senzora, is in 1894 gebouwd als steendrukkerij van de N.V. 'Deventer Boek- en Steendrukkerij, vroeger firma J. de Lange. De historie van deze drukkerij gaat terug tot het midden van de 18e eeuw. Het eclectisch vormgegeven gebouw is ontworpen door stadsarchitect J. A. Mulock Houwer. Dat maakt het gebouw extra interessant omdat in het oeuvre van een stadsarchitect uiteraard eerder openbare gebouwen dan fabrieksgebouwen voorkomen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat in de 19e eeuw de Deventer stadsbouwmeesters ook (incidenteel) voor particulieren mochten werken.
Het gebouw uit 1894 is een van de laatste tastbare herinneringen aan Deventer als drukkersstad, afgezien van de drukwerken zelf, aangezien het drukkersvak tot dan toe niet in daartoe speciaal opgerichte gebouwen werd uitgeoefend.

Raamstraat 4
Gebouwd in 1916 voor A.J. Schoemaker en Zonen (later SENZORA geheten, dit betekent Schoemaker en zonen Raambuurt). Architect was J. Koning. Koning was een Deventer architect, wiens oeuvre nog nooit onderwerp van studie is geweest. Het gebouw is een voorbeeld van sobere maar toch representatieve fabrieksbouw uit die periode. Het gebouw stamt uit een tijd, die lang ondergewaardeerd is geweest.

Raamstraat 6/8
Thans ook onderdeel van Senzora. Gebouwd in 1899 als watergasfabriek. De voorgevel van deze fabriek is het laatste restant van het ooit omvangrijke complex van de Gasfabriek tussen de Haven en de Raamstraat. Na de verhuizing in 1910 naar de Zutphenseweg is de watergasfabriek verbouwd tot koffiebranderij. In 1976 volgde een ingrijpende verbouwing om de gebouwen verder in te passen in het complex van Senzora. Het linkerdeel van het oorspronkelijke gebouw werd gesloopt ten behoeve van nieuwbouw. De resterende delen van de voorgevel werden verhoogd tot dezelfde hoogte als de nieuwbouw en van een doorlopend plat dak voorzien.
Hoewel dus zeer verminkt ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp, verdienen de restanten van de fabriek toch bescherming, mede omdat deze in de toekomst na eventuele afbraak van het gehele fabriekscomplex eenvoudig teruggebracht kunnen worden tot de oorspronkelijke staat.
(H. J. Nalis, Stadsarchief Deventer, 2001)

De Raambrug met landhoofden
De eerste Raambrug is in 1886 gebouwd in opdracht van de gemeente. Het aanbestede werk bestond uit het bouwen van twee landhoofden op paalfundering, waarop een ijzeren ophaalbrug geplaatst werd. Deze brug is in de Tweede Wereldoorlog totaal vernield. Ten behoeve van de bewoners is in 1947 een 'tijdelijk ophaalbrugje' gebouwd voor wielrijders en voetgangers. In 2008 heeft de gemeente op initiatief van de plaatselijke vereniging voor industrieel erfgoed -na de restauratie van de landhoofden- een goedgelijkende replica van de brug van 1886 geplaatst.

De bebouwing aan het Pothoofd
De bebouwing aan de landzijde van het Pothoofd het dichtst bij de stad had ooit zoals gezegd een wat deftige uitstraling die sterk deed denken aan de woonbebouwing die nu nog aan de Graaf van Burenstraat en de Noordenbergsingel staat. Van deze bebouwing aan het Pothoofd is echter niets over. Wat wel bewaard bleef is heel divers. Vooral de afwisseling van lage en hogere gebouwen is heel kenmerkend voor dit rijtje huizen, waarbij ook de verschijningsvorm en de functie van de panden heel divers is. Variƫrend van zuivere woonhuizen tot bedrijfsgebouwen en combinaties van beide. Juist uit cultuurhistorisch oogpunt is het geheel interessant omdat het rijtje huizen nog een duidelijke verwijzing is naar het industriƫle verleden van dit deel van de stad. Wel heeft de bebouwing door zijn diversiteit en de duidelijk zichtbare verwaarlozing van veel huizen een wat rommelig karakter gekregen. Los van de beoordeling van de individuele gebouwen heeft de diversiteit van het rijtje huizen en zijn verschil in bebouwingshoogte een eigen kwaliteit.
(naar: Bureau Bouwwerk, 'Het Sluiskwartier in Deventer1 Holten 2007)

Het verdedigingswerk Pothoofd (rijksmonument)
Dit verdedigingswerk maakte een essentieel deel uit van de zeventiende-eeuwse verdedigingswerken, maar werd ongetwijfeld, zoals zo vele delen van de vestingwal, in later tijd verbouwd, vernieuwd en aangepast. Tijdens de sloop van de vesting Deventer tussen 1880 en 1900 werd het werk gespaard om te dienen als uitzichtpunt. Begin twintigste eeuw werd het werk grotendeels afgebroken ten behoeve van het havenspoor op het Pothoofd. Het werk maakt onderdeel uit van de laatste plannen voor de nieuwe Pothoofdkade. In 2010 herstelt men het werk en verhoogt men het tot een platform.