direct naar inhoud van 5.3 Milieuaspecten
Plan: Vijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.D118-VG01

5.3 Milieuaspecten

Het onderhavige bestemmingsplan is, ondanks het conserverende karakter, getoetst voor wat betreft de uitvoerbaarheid. Ten behoeve van dit bestemmingsplan zijn de volgende milieukundige aspecten van belang, te weten:

  • bedrijven en milieuzonering;
  • geluid;
  • bodem;
  • luchtkwaliteit;
  • externe veiligheid;
  • ecologie;
  • duurzaamheid.
5.3.1 Bedrijven en milieuzonering

De in het plangebied aanwezige bedrijven behoren voor het grootste deel tot buurtverzorgende bedrijvigheid met de nadruk op detailhandel, aan huis gebonden kantoorfuncties, horeca en een aantal supermarkten. Op maatschappelijk/sociaal vlak zijn er binnen het plangebied een basisschool, peuterspeelzaal en kinderopvang aanwezig. Deze soorten bedrijven zijn veelal ingedeeld in milieucategorie 1 en 2, waarbij een beperkte invloed geldt voor de woonomgeving. De bedrijven zijn min of meer verspreid in de woonomgeving gelegen. Mogelijke overlast door bedrijven worden voldoende beperkt door de voorschriften op grond van de Wet milieubeheer.

Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zullen vanuit de systematiek van de 'omgekeerde werking' de vergunde rechten van de al aanwezige bedrijven beschouwd moeten worden.

5.3.2 Geluid

Algemeen
Dit bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingslocaties met een geluidsgevoelige bestemming opgenomen. Daarom is een akoestisch onderzoek en toetsing niet aan de orde.

Weg- en railverkeerslawaai
De Wet geluidhinder stelt dat, bij vaststelling van planologisch nieuwe situaties, de geluidsbelasting op de gevel van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen bij wegverkeerslawaai, bij voorkeur niet hoger mag zijn dan 48 dB (voorkeursgrenswaarde). Dit geld voor de in de wet (artikel 74 Wet geluidhinder) aangewezen geluidzones rond wegen. 30 km/uur wegen worden niet getoetst aan de Wet geluidhinder.

De Vijfhoek maakt deel uit van het gebied waarvoor de Provincie een algemene ontheffing van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB heeft verleend. Op grond van die algemene ontheffing geldt voor de Vijfhoek een maximale geluidsbelasting op de gevel van woningen en andere geluidgevoelige gebouwen vanwege wegverkeerslawaai van 53 dB.

Voor spoorweglawaai geldt een voorkeursgrenswaarde van 55 dB, binnen de aangewezen geluidzone. Indien een bestemmingsplan de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk maakt, zal door een akoestisch onderzoek moeten worden aangetoond dat voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde.

De feitelijke of toekomstige geluidbelasting speelt juridisch geen rol bij het opnieuw vaststellen van de bestaande situaties binnen het plangebied. De regels voor geluid in de woning zijn opgenomen in het Bouwbesluit.

Conclusie
De geluidsnormen uit de Wet geluidhinder vormen geen belemmering voor de vaststelling van het plan.

5.3.3 Bodem

Verdachte activiteiten
Op basis van historische gegevens is bekend dat er in het plangebied "Vijfhoek" vergunningen zijn verleend en verdachte locaties aanwezig zijn. In het plangebied bevinden zich gesaneerde en ongesaneerde tanks, met mogelijk een verontreiniging in de bodem. Daarnaast bevinden zich in het gebied een aantal dempingen en voormalige boerderijen (met erfverharding). Informatie over historische gegevens is te raadplegen via de milieuatlas van de gemeente Deventer.

Bodemonderzoeken
Verspreid over het hele plangebied zijn bodemonderzoeken en bodemsanerings- werkzaamheden uitgevoerd voor planontwikkeling, bouwvergunningen, grondtransacties, milieuvergunningen en bij verdachte locaties. Hierbij zijn, na uitvoering van saneringswerkzaamheden, in de grond en/of het grondwater lichte tot matig verhoogde gehalten aan zware metalen, olie en/of PAK aangetoond. Deze verontreinigingen zijn naar verwachting het gevolg van historische activiteiten in het plangebied. Lokaal zijn verhoogde gehalten aan arseen aangetoond. De aangetoonde gehalten aan arseen in dit deel van Deventer hebben een natuurlijke oorsprong en worden niet beschouwd als een verontreiniging.

De algemene kwaliteit van de vaste bodem en het grondwater binnen het plangebied "Vijfhoek" vormen geen belemmering voor de huidige bestemming.

Nieuwe ontwikkelingen
Bij nieuwe ontwikkelingen is minimaal een historisch onderzoek nodig. Indien een locatie van functie wijzigt en ter plaatse een voor bodemverontreiniging verdachte activiteit is uitgevoerd, is een bodemonderzoek conform de NEN-5740 nodig. Uit het onderzoek blijkt of de locatie geschikt is voor het toekomstige gebruik of aanvullende bodemwerkzaamheden (onderzoek en/of sanering) nodig zijn. Voorafgaand aan nieuwbouw kan het, in het kader van het Bouwbesluit, nodig zijn om een onderzoek conform de NEN-5740 uit te voeren.

5.3.4 Luchtkwaliteit

Van invloed op de kwaliteit van de leefomgeving is ook de luchtkwaliteit. Normstelling hieromtrent is vastgelegd in de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

  • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  • een project 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
  • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL.


Toetsen van plannen
Gevolg van de invoering van deze wet is dat veel ruimtelijke plannen niet meer direct getoetst hoeven te worden aan de normen voor luchtkwaliteit. De argumentatie hiervoor is dat NIBM projecten in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zijn verdisconteerd in de autonome ontwikkeling. Het NSL bevat alle maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren en alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit verslechteren. Het NSL richt zich op het halen van de grenswaarden voor NO2 in 2015, en PM10 in 2010. In betekende mate (IBM) projecten zijn expliciet in het NSL opgenomen.

Plangebied en de wegen
Het plangebied is gelegen binnen de invloedssfeer van een aantal drukke wegen, waaronder de Leonard Springerlaan, de Nico Bolkesteinlaan en de Weg door Zuid Salland (N348 richting Raalte).

Bestaande situaties
Binnen het plangebied zijn geen locaties waar op dit moment (peiljaar 2011) de normen voor de luchtkwaliteit worden overschreden. Ook in de toekomstige peiljaren (2015 en 2020) zijn geen overschrijdingen voorzien. Voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de normen voor de luchtkwaliteit.

5.3.5 Externe veiligheid

Risicobron nabij het plangebied
Binnen het plangebied liggen geen risicobronnen. Ten westen van het plangebied ligt de provinciale weg N348. Deze weg is in 2006 aangewezen als route gevaarlijke stoffen.

Daarnaast loopt nabij het Overijssels Kanaal een hogedrukaardgasbuisleiding. Het invloedsgebied van die leiding reikt echter niet tot de woningen in het plangebied en wordt verder buiten beschouwing gelaten.

Regelgeving en toetsing van het plaatsgebonden risico en groepsrisico
De regelgeving op het gebied van externe veiligheid beoogt om een minimaal veiligheidsniveau te garanderen voor de burger voor wat betreft risico's van opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Hiervoor zijn normen en richtwaarden opgenomen in de wetgeving in de vorm van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Plaatsgebonden risico is de plaatsgebonden kans per jaar dat een onbeschermd persoon komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De kans van eenmaal in de miljoen jaar op een dergelijk ongeval is als norm in de regelgeving opgenomen. Het plaatsgebonden risico (PR) is weer te geven met een contour rondom een activiteit.

Het groepsrisico geeft de kans per jaar aan dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico (GR) wordt weergegeven in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden. Het groepsrisico is echter geen harde norm, maar een oriënterende waarde.

Verder kent de regelgeving op het gebied van externe veiligheidsrisico's de begrippen kwetsbare objecten, beperkt kwetsbare objecten, en geprojecteerd (beperkt) kwetsbare objecten.

Om de verblijfplaats van mensen te toetsen in relatie tot de normstelling worden bouwwerken, hierbij objecten genoemd, ingedeeld in kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten. Grofweg komt het onderscheid erop neer dat in kwetsbare objecten doorgaans grotere aantallen mensen aanwezig zijn en / of met een lage zelfredzaamheid, zoals kinderen. In beperkt kwetsbare objecten zijn doorgaans minder mensen aanwezig en die mensen beschikken over een goede zelfredzaamheid. Kwetsbare objecten mogen niet binnen een 10-6 PR contour aanwezig zijn. Beperkt kwetsbare objecten mogen dat wel. Het begrip geprojecteerd betekent in deze dat het bestemmingsplan de vestiging van het object toelaat. Het is dan nog niet fysiek gerealiseerd.

Bij de vaststelling van de route gevaarlijke stoffen zijn het plaatsgebonden risico en het groepsrisico onderzocht. In het rapport "Risicoanalyse van het transport van gevaarlijke stoffen over de N348" van september 2005 zijn de resultaten van dit onderzoek verwoord. Uit die berekening blijkt dat het plaatsgebonden risico zeer laag is. Er is geen 10-6 PR contour aanwezig. Het berekende plaatsgebonden risico ligt nog een factor 100 onder deze wettelijke norm. Het groepsrisico wordt berekend op 0,1 maal de oriënterende waarde. Er wordt ruimschoots voldaan aan de normstelling op het gebied van externe veiligheid. Daarbij geldt nog op het wegvak ter hoogte van het plangebied een snelheidslimiet van 50 km per uur, wat de kansen op ongevallen met gevaarlijke stoffen verder verkleint.

De risicoberekeningen zijn destijds opgesteld in het kader van de verplaatsing van de route gevaarlijke stoffen naar de huidige locatie. Er is toen een gefundeerde aanname gedaan voor het aantal transporten van LPG tankauto's over die route van 525 per jaar. Nu de route in gebruik is zijn er inmiddels recente tellingen uit juli 2010 beschikbaar van de Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat. Hieruit blijkt dat vanaf de Afslag Deventer Oost richting Raalte er 246 transporten met LPG tankauto's op jaarbasis worden geteld. Op basis van deze getallen is er geen aanleiding om de hoogte van de risico's opnieuw te berekenen.

Zelfredzaamheid
Binnen het invloedsgebied van de N348 bevinden zich uitsluitend woningen. Tussen de N348 en de woningen bevindt zich een geluidswal. De ontsluitingswegen van de woningen zijn allemaal van de risicobron af gericht. De wijk is tweezijdig ontsloten door de Leonard Springerlaan. Verder is er een meer fijnmaziger ontsluiting van fietspaden door het plangebied. Er kan ten allen tijde bij een calamiteit via meerdere wegen van de risicobron af gevlucht worden.

Sirenedekking
Tot op minimaal 1100 meter, gerekend vanaf de risicobronnen, beschikt het plangebied over sirenedekking.

Bereikbaarheid en bestrijdbaarheid
Het plangebied is vanuit diverse kanten goed bereikbaar voor de hulpdiensten. Wat betreft de bereikbaarheid van hulpdiensten bij een calamiteit op de N348 ter hoogte van het plangebied kan uit verschillende windrichtingen aangereden worden. Indien dit noodzakelijk is kan het weggedeelte via de Oerdijk of via de Nico Bolkesteinlaan aangereden worden. Daarnaast ligt parallel naast het weggedeelte de Kanaaldijk Oost die indien noodzakelijk gebuikt kan worden door hulpdiensten.

In het plangebied zijn voldoende brandkranen aanwezig. Het Overijssels Kanaal dat parallel aan het weggedeelte loopt, kan indien noodzakelijk dienen als (secundaire) bluswatervoorziening.

Verantwoording van het groepsrisico
Zowel het plaatsgebonden risico als groepsrisico van de N348 zijn zeer laag. De wijk is binnen het invloedsgebied van de N348 zodanig ingericht dat altijd van de risicobron af gevlucht kan worden. De wijk is tweezijdig ontsloten wat bij verschillende windrichtingen een goede bereikbaarheid, maar ook goede ontvluchtingsmogelijkheden biedt. Ook de risicobron is vanuit verschillende richtingen en zelfs parallel aan de risicobron bereikbaar. Direct naast de risicobron biedt het Overijssels Kanaal voldoende bluswater. Voor wat betreft externe veiligheid is er sprake van een acceptabele situatie.

5.3.6 Ecologie

Algemeen
Vanuit het oogpunt van natuurwetgeving is een aantal wettelijke regelingen relevant in het kader van dit bestemmingsplan. Het gebied is niet gelegen binnen de begrenzing van een Speciale Beschermingszone in het kader van de Vogel- en /of Habitatrichtlijn. Ook is het plangebied niet gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur of een beschermd natuurmonument (Natuurbeschermingswet). Net buiten het plangebied is aan de noordzijde de Zandwetering gelegen.

Van toepassing is wel de sinds 1 april 2002 van kracht zijnde Flora- en faunawet. Deze wet voorziet in de bescherming van planten en dieren in geheel Nederland. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat er op een aantal plaatsen in de Vijfhoek steenmarters voorkomen. Verder is de huismus aanwezig en bevinden zich een aantal kleine roekenkolonies aan de Vijfhoeksweg. Nesten van roeken en huismussen zijn jaarrond beschermd.

De belangrijkste groenstructuren in de Vijfhoek zijn de ecologische zone die het Overijssels Kanaal verbindt met de Gooiermars en de Bannink, het Gooikerspark en het natuurgebied Graveland. De groenstructuren in de wijk worden gebruikt door vogels en kleine zoogdieren. Er komen meer algemeen voorkomende vogelsoorten voor die te verwachten zijn in een woonwijk als de Vijfhoek (te denken valt aan Wilde eend, Koolmees, Pimpelmees, Zwarte Kraai), maar ook soorten als de scholekster, kievit en de meerkoet. Mogelijk dienen de waterpartijen nog als leef- en voortplantingsgebied voor amfibieën en vissen. Gezien het stedelijke karakter van het plangebied zullen de natuurwaarden verder beperkt zijn. Uitzondering hierop vormt het natuurgebied Graveland.

Natuurgebied Graveland
In 1999 is het natuurgebied aangelegd met als natuurdoeltypen: natte graslanden, riet, ruigtes, verlandingsvegetaties, soortenrijk grasland en heischraal grasland. In 2009 is er op verzoek van de gemeente Deventer door de KNNV een floristische inventarisatie uitgevoerd in het natuurgebied Graveland. Uit deze inventarisatie is gebleken dat de doelstellingen meer dan waar gemaakt zijn: er zijn 156 soorten planten aangetroffen waarvan 9 Rode Lijst soorten en vele specifieke en zeldzame soorten.

Onderzoek

Ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied dienen ten allen tijde getoetst te worden aan de Flora- en faunawet. Voorafgaande aan grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen dient dan ook een inventarisatie van beschermde dier- en plantsoorten plaats te vinden, om duidelijkheid te verkrijgen in het voorkomen van de beschermde soorten.

5.3.7 Hoogspanninglijnen

Door het plangebied loopt een hoogspanningslijn. Op 3 oktober 2005 heeft VROM schriftelijk de gemeenten geadviseerd over het te voeren beleid met betrekking tot gezondheidsrisico's afkomstig van hoogspanningslijnen. Het advies luidt om bij de vaststelling van bestemmingsplannen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen (0 tot 15 jaar) langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbij het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microtesla (µT). In het advies wordt door VROM met nieuwe situatie, i.r.t. verblijftijd en mate van blootstelling, bedoeld het oprichten van woningen, scholen, kinderdagverblijven e.d. In aanvullend VROM advies uit 2008 is een nadere toelichting gegeven op het aspect langdurig. Langdurig is gedurende minimaal 1 jaar met een verblijftijd van minimaal 14-18 uur per dag.

Nieuwe ontwikkelingen
Er wordt bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden met dit VROM-advies. Indien zo'n ontwikkeling binnen de indicatieve zone volgens de netkaart van VROM (50m) ligt, zal de specifieke zone berekend moeten worden, waarmee bepaald wordt of kwetsbare bestemmingen binnen een magneetveld hoger dan 0,4 microtesla (µT) zijn gelegen.

5.3.8 Duurzaamheid

Duurzaamheidthema's zoals energie- en waterbesparing, aandacht voor langzaam verkeer en groenvoorzieningen, zuinig grondstoffengebruik, efficiënt ruimtegebruik en duurzaam bouwen, zullen met name bij nieuwbouwplannen en herinrichting een belangrijke plaats toegekend krijgen.

Ontwikkeling van duurzaamheid past in de ontwikkeling die het duurzaamheids denken nu ook landelijk doormaakt en waarbij ook steeds meer het eisen als negatieve prikkel omgezet wordt in een positieve benadering in de vorm van wijzen op de kwaliteit van het gebouw, op (woon-)comfort, het binnenmilieu in het algemeen, op gezond wonen en leven. In het Milieubeleidsplan 2003-2008 presenteert de gemeente Deventer haar ambitie op het gebied van duurzaam bouwen en energiebeleid.

Het thema duurzaamheid heeft met name betrekking op nieuwe ontwikkelingen. Aangezien in het plangebied 'Vijfhoek' geen ontwikkelingen plaatsvinden, hoeft er in het bestemmingsplan geen extra aandacht aan duurzaamheid te worden besteed.