Plan: | Bedrijvenpark A1 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D124-OH01 |
Streekplan Overijssel 2000+ (Provincie Overijssel, 2000)
Het Streekplan Overijssel 2000+ (Provincie Overijssel, 2000) constateert voor de functie werken in Deventer het volgende:
"Er bestaat behoefte aan een divers aanbod van bedrijfs- en kantorenterreinen, waarbij ontsluiting en inrichting voldoende attractief moeten zijn om concentratie van bedrijven en kantoren in de stad te ondersteunen. Voor de periode tot 2020 zal er minimaal zo'n 160 han bedrijfsterrein ontwikkeld moeten worden."2
Het streekplan maakt melding van de ontwikkeling van het gebied Epse-Noord als bedrijventerrein3. Een milieueffectrapport (MER) zal de gevolgen voor het milieu in beeld brengen. Voorts wordt gewezen op de nabijheid van het spoor die in potentie een multimodale vervoersontsluiting mogelijk kan maken. Ter bescherming van het leefmilieu in Epse zal voorzien moeten worden in een ruime bufferzone.
In het Streekplan is de Dortherbeek aangewezen als ecologische verbindingszone, model laaglandbeek. Ten oosten van de spoorlijn Deventer-Zutphen ligt het terrein Oxerhof, dat deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Op afbeelding 2.2, de 'belemmeringenkaart' uit het Streekplan, is te zien dat het plangebied eveneens ligt binnen de aanduiding "grondwaterbeschermingsgebied verbod op diepe boringen".
Locatiebeleid Provincie Overijssel
Het locatiebeleid voor bedrijventerreinen van de provincie Overijssel is vastgelegd in het streekplan. Dit beleid gaat uit van drie typen locaties, te weten A, B en C-locaties. Het plangebied van Bedrijvenpark A1 voldoet in belangrijke mate aan de criteria van een 'C-locatie'.
In het locatiebeleid is een bereikbaarheidsprofiel verwoord. C-locaties dienen ontsloten te worden via een stedelijke hoofdverbindingsweg. Deze moet in of aan de rand van het stedelijk gebied liggen. Deze weg moet binnen 2.500 m toegang bieden tot het landelijke hoofdwegennet. Op maximaal 500 m van de locatie moet een halte voor openbaar vervoer zijn. Tevens dient het gebied per fiets goed bereikbaar te zijn.
Voor terreinen met een "C-profiel" stelt de provincie in het streekplan Overijssel 2000+ dat bij het opstellen van bestemmingsplannen uitgegaan moet worden van de globale indeling zoals bedoeld in de bijlage van het werkdocument "Geleiding van de mobiliteit door locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen" en van de in het werkdocument genoemde criteria.
Bij de invulling van het locatiebeleid streeft de provincie naar maatwerk en een marktconforme benadering.
Provinciale verordening
Op 1 september 2009 zijn de provinciale omgevingsverordening en de omgevingsvisie (op grond van de Wro) van de provincie Overijssel in werking getreden.
In de verordening is een overgangsbepaling opgenomen. De verordening is niet van toepassing op ontwerp bestemmingsplannen die voor de inwerkingtreding van de verordening ter inzage zijn gelegd. De provinciale omgevingsverordening is dan ook voor dit bestemmingsplan buiten beschouwing gelaten.