Bedrijvenpark A1, 1e partiële herziening

In het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 is uitvoerig de visie en invulling voor het gehele bedrijvenpark beschreven. Gekoppeld aan deze visie en gewenste invulling zijn voor het bedrijvenpark in het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 passende bestemmingen opgenomen.

De visie en invulling uit het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 blijven in principe overeind, maar worden op enkele onderdelen gewijzigd. Deze herziening dient nu om deze wijzigingen door te voeren. Het gaat hier in hoofdzaak om de volgende onderwerpen:

• schrappen kantoorbestemming in de noordoosthoek van het bedrijvenpark
  Landelijk is er een discussie gaande over de behoefte aan kantoren, mede gezien de leegstand van kantoren. De behoefte aan kantoren op het Bedrijvenpark A1 is nogmaals tegen het licht gehouden rekening houdende met het vervallen de voorstadhalte ter hoogte van de kantorenlocatie.
  De gemeente heeft besloten de kantoorbestemming om te zetten naar een bedrijvenbestemming. Deze mogelijkheid was al met een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1.
• regeling archeologische verwachtingswaarde
  In het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 is voor het grootste deel van het bedrijvenpark een archeologische dubbelbestemming opgenomen. In de periode na de vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 zijn meerdere nadere archeologische onderzoeken uitgevoerd. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat in het gebied van Bedrijvenpark A1 meerdere vindplaatsen zijn aangetroffen. Daarnaast kunnen op basis van de onderzoeksresultaten ook gronden worden aangewezen waar aanwezigheid van archeologische waarden kan worden uitgesloten.
  In het kader van de uitgevoerde nadere archeologische onderzoeken is, recentelijk in een nieuw wijzigingsplan opnieuw bepaald welke gronden wel of geen archeologische dubbelbestemming dienen te krijgen. Dit wijzigingsplan heeft betrekking op het westelijk deel. In deze herziening is voor het oostelijk deel de archeologische bestemming geactualiseerd.
  
• milieuzonering ter hoogte van de Molbergsteeg 1
  De woning aan de Molbergsteeg 1 is gelegen op een afstand van circa 80-90 meter van het bedrijvenpark. Op het bedrijvenpark worden bedrijven toegestaan tot en met categorie 3.2. De algemene hinderafstand die bij categorie 3.2 bedrijven wordt aangehouden is 100 meter. Aan deze afstandsmaat wordt derhalve niet voldaan.
  Onder milieucategorie 3.2 worden ook composteerbedrijven verstaan. Composteerbedrijven hebben conform de Bijzondere regeling van de NeR een minimale hinderafstand van 400 meter vanwege geur.
  
  De gronden van het bedrijventerrein die gelegen zijn op minder dan 100 meter van de woning aan de Molbergsteeg 1 worden in deze herziening voorzien van een aanduiding die enkel bedrijven toestaat uit milieucategorie 3.1. Voor categorie 3.1 bedrijven geldt een aan te houden hinderafstand van 50 meter. Daarnaast kan in voorkomend geval maatwerk worden geleverd door bij vergunningverlening ten behoeve van een bedrijf, maatregelen op te leggen zodat aan de milieunormen kan worden voldaan.
  Om te voorkomen dat op het bedrijventerrein een composteerbedrijf wordt gevestigd en dit alsnog leidt tot conflicterende situaties met de omgeving, wordt het realiseren van een composteerbedrijf in deze herziening onmogelijk gemaakt.
  
• veiligheidszone - bevi
  In het kader van het ingestelde beroep tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijvenpark A1 zijn ook de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' ter discussie gesteld. In het beroep wordt gesteld dat binnen de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' ten onrechte geen goed leefklimaat wordt geborgd. In het Stab-advies is bovendien aangegeven dat op het punt van externe veiligheid ten onrechte alleen rekening is gehouden met 'kwetsbare objecten' (woningen) en niet met 'beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijfs- en andere ruimten waar regelmatig, gedurende langere tijd, grote aantallen mensen aanwezig zijn). Hoewel de gemeente van mening is dat voldaan wordt aan de minimale eisen voor een goed 'woon- en leefklimaat' wordt de mogelijkheid tot het vestigen van een Bevi-inrichting in deze herziening geschrapt.
  
  Om op het bedrijvenpark toch de mogelijkheid open te houden voor de vestiging van een Bevi-inrichting is in deze herziening een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Met deze wijzigingsbevoegdheid kan onder bepaalde voorwaarden een Bevi-inrichting op het bedrijvenpark worden toegestaan. De plaats van de Bevi-inrichting en de ligging van de bijbehorende risicocontour worden bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid specifiek bepaald.