Plan: | Bedrijvenpark A1, 1e partiële herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D124a-VG01 |
De ambitie ten aanzien van duurzame ontwikkeling is uitgewerkt in onderstaande uitgangspunten en randvoorwaarden voor het ruimtelijk ontwerp voor het Bedrijvenpark A1:
De bovenstaande uitgangspunten en randvoorwaarden hebben ook bij de 1e partiele herziening als basis gediend voor de aanpassing van het stedenbouwkundig plan.
Hoofdkenmerken bedrijvenpark A1
De hoofdkenmerken van het gebied zijn onveranderd. Hieronder staat een schets van de hoofdkenmerken beschreven. Het bedrijvenpark wordt aan de noordzijde dicht tegen de rijksweg A1 aan gesitueerd. Aan de oostzijde ligt de spoorlijn Deventer-Zutphen en aan de westzijde de N348 (Deventerweg).
Aan de oostzijde krijgt het bedrijvenpark een aansluiting op de rijksweg A1. Deze hoofdontsluiting van het bedrijvenpark vindt door middel van een onderdoorgang onder het spoor plaats. Tevens wordt het bedrijvenpark vanaf de westkant ontsloten op de N348. Deze aansluiting zal minimaal worden gedimensioneerd.
Aan de zuidzijde van het bedrijvenpark wordt een groene bufferzone aangebracht, die onder andere dient als afscherming voor de woonbebouwing van het dorp Epse. In deze bufferzone worden de aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden zoveel mogelijk ingepast. Ook zal in de bufferzone een ecologische verbindingszone (model kamsalamander) worden aangebracht.
In het plangebied loopt de Dortherbeek. Deze beek wordt gewijzigd ingepast in het plangebied en wordt zodanig vormgegeven dat zij haar functie als ecologische verbindingszone (model laaglandbeek) kan vervullen. Met name aan de noord- en westzijde van het plangebied worden retentiegebieden aangebracht.
Het bedrijvenpark is als zichtlocatie aan de rijksweg A1 primair bedoeld voor hoogwaardige bedrijvigheid. De te vestigen bedrijven vallen in de categorieën 1 tot en met 3.2, met onder voorwaarden mogelijkheden voor categorie 4 bedrijven. Het bedrijvengedeelte van het plangebied krijgt een functioneel ontwerp. De architectonische kwaliteit zal niet zozeer ontstaan als gevolg van de inrichting van het openbaar gebied als wel als gevolg van de architectonische kwaliteit van de individuele gebouwen, de onderlinge relatie tussen de gebouwen en de situering van de gebouwen ten opzichte van de openbare weg.
Afbeelding 4.1 - Voorgestelde inrichting van het bedrijvenpark (Arcadis 2011)
Het minimale bebouwingspercentage van een kavel bedraagt 50%. Het maximale bebouwingspercentage bedraagt 75%. Bedrijven dienen op eigen terrein te parkeren. Parkeren op de openbare weg is niet toegestaan. Bedrijven zullen worden gestimuleerd om zo mogelijk op het dak te parkeren dan wel hun bedrijfsvoering "in de hoogte" te organiseren. Bedrijven zullen tevens worden gestimuleerd om te werken met besparende en milieuvriendelijke energieconcepten.
Op het bedrijvenpark is ruimte nodig voor een groene bufferzone en voor voldoende waterberging en waterretentie. Eén en ander heeft in het volgende ruimtebeslag/ oppervlakteverdeling voor het Bedrijvenpark A1 geresulteerd.:
Exploitatie plangebied. | 129 ha | |
Uitgeefbaar (bedrijven, woning en woonwagenplaats) | 56,3 ha | |
Verharding | 23,7 ha | |
Groen en water | 49 ha | |
Opgemeten percelen buiten beschouwing | 7,5 ha | |
Bruto gebied | 136,5 ha |
De totale omvang van het uitgeefbaar gebied is 56 ha.
Voor het aantal werknemers dat in de toekomst op het bedrijvenpark werkt, is uitgegaan van in totaal circa 5.100 personen. Bij de berekeningen van de milieueffecten is uitgegaan van 90 arbeidsplaatsen per hectare uitgeefbaar terrein. Dit is een 'worst case', die bij de berekening van de milieueffecten moet worden meegenomen. Deze situatie doet zich echter alleen voor als zich vele hoogwaardige bedrijven op het Bedrijvenpark A1 zullen vestigen. Voor een bedrijventerrein wordt echter veelal uitgegaan van circa 40 arbeidsplaatsen per hectare.