Plan: | Bergweidedijk-Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P209-OH01 |
Ter introductie
De toekomstige bedrijfslocatie aan de Bergweidedijk ligt aan de zuidkant van Deventer bij de verknoping van de rijksweg A1 met de Zutphenseweg. Deze en de oostelijk ervan gelegen aansluiting, de Siemelinksweg, verbinden de stad met het rijkswegennet ofwel met de rest van Nederland. Dit maakt de locatie bijzonder: voor veel automobilisten zal de bedrijfslocatie één van de eerste aangezichten op Deventer zijn. Dit alleen al is voldoende om specifieke eisen aan de beeldkwaliteit van de locatie te stellen.
De locatie
De snelweg A1, de Schipbeek met de bijbehorende dijklichamen en de zwaar beplante reststrook tussen snelweg en beek vormen een wereld op zich. Deze 'infrazone' begrenst de zuidelijke stadsrand. De Schipbeek maakt deel uit van de zogenaamde groene vinger c.q. ecologische verbindingszone 'Schipbeek en Dortherbeek'. Met de realisatie van het bedrijventerrein A1 aan de zuidzijde van de rijksweg komt de 'infrazone' in het stedelijk gebied te liggen. Ook dan zal de zone als een eigen wereld herkenbaar zijn.
Aan de zuidzijde volgt de contour van de bedrijfslocatie met een gebogen lijn de afslag van de A1. Deze lijn wordt ruimtelijk benadrukt door laanbomen langs de afrit en de strak vormgegeven dijklichamen langs de Schipbeek. Samen met het verkeerslawaai en het (incidentele) zicht op de A1 maakt dit op de locatie de infrawereld beleefbaar.
Aan de noord- en oostzijde grenst de locatie aan het bedrijventerrein Hanzepark. Het bedrijventerrein kenmerkt zich door een grote diversiteit aan bedrijven met onderling grote verschillen in omvang, bouwhoogte en uitstraling. De bedrijfsbebouwing aan de zuidzijde van de Bergweidedijk is met de achterkant op de A1 georiënteerd. Dit en de groene rand die het bedrijvenpark omzoomt, maken dat het Hanzepark zich afkeert van de wereld van de snelweg.
Aan de oostzijde grenst de locatie aan een groengebiedje met een natuurlijke uitstraling. Via dit uitloopgebiedje is voor de werknemers uit omliggende bedrijven een wandeling over de dijk langs de Schipbeek mogelijk.
Langs de Zutphenseweg heeft het bedrijventerrein een meer representatieve uitstraling. Een reeks van kantoorgebouwen begeleidt de oostzijde van deze invalsweg. Het tien verdiepingen hoge gebouw van de Kamer van Koophandel markeert de toegang tot de stad.
Visie stedenbouwkundige inpassing
Met de realisatie van Bedrijvenpark A1 verandert de stedenbouwkundige betekenis van de aansluiting A1/Zutphenseweg en omgeving. Naast een entree tot de stad krijgt het gebied een betekenis als schakel tussen Deventer ten noorden én ten zuiden van de A1. De ontwikkeling van de bedrijfslocatie biedt hier kansen om de wereld van de A1 en de stad op een meer vanzelfsprekende manier met elkaar te verknopen. Het verzilveren ervan is een eerste opmaat om de betekenis van de aansluiting A1/Zutphenseweg en omgeving als entree en schakel te versterken.
Het idee is om de bedrijfslocatie een herkenbare entiteit met een eigen gezicht te laten zijn, die ruimtelijk anticipeert op de wereld van zowel de infrazone A1, de groene vinger als de Zutphenseweg. Uitgangspunt is om de bebouwing visueel-ruimtelijk in de groene vinger in te bedden en daarmee los te houden van het bedrijventerrein Hanzepark. De bedrijfslocatie aan de Bergweidedijk zal zo ruimtelijk een intermediair kunnen vormen tussen de verschillende werelden.
Aan de Zutphenseweg vormt de nieuwbouw van de bedrijfslocatie aan de Bergweidedijk samen met het gebouw van de Kamer van Koophandel (en eventueel een op termijn nog te realiseren bedrijfsgebouw aan de westzijde van de Zutphenseweg) een ruimtelijke compositie, die de entree van de stad markeert.
Beeldkwaliteit
De bedrijfslocatie vormt stedenbouwkundig en architectonisch een eenheid. Voor de bebouwing zijn in principe twee opties denkbaar: één gebouw (alles onder één dak) of een ensemble van gebouwen waarvan de verschillende onderdelen door situering, architectonische vormgeving en materiaalgebruik tot een samenhangend geheel worden gesmeed.
Het belang van de ruimtelijke continuïteit van de groene vinger c.q. de ecologische verbindingszone versus de 'stedenbouwkundige schakelfunctie' vereist een subtiel samenspel tussen bebouwing en inrichting van de buitenruimte (beplanting, natuurontwikkeling, zichtlijnen etc.). Kortom gebouw(en) en inrichting van de buitenruimte zijn op elkaar afgestemd.
Aan de zijde van de Bergweidedijk vormt het groen de overgang tussen de nieuwbouw en de bestaande gebouwen aan de noordzijde van de straat. De bedrijfslocatie ligt daarmee ruimtelijk 'los' van het overige deel van het bedrijventerrein. Dit wordt versterkt door met de architectuur van de nieuwbouw niet op de architectuur van de overzijde te anticiperen, maar het een eigen gezicht te geven.
Aan de zijde van de A1 volgt de bebouwing op enige afstand de gekromde lijn van de afrit c.q. de dijk. Overeenkomstig de overige gebouwen langs de A1 heeft de bebouwing geen oriëntatie door middel van een representatieve gevel op de A1. De bebouwing gaat wel mee met de stoerheid en vormentaal van de snelweg. Dit vereist o.a. eenvoud en eenheid in de architectuur van de bebouwing aan de A1-zijde.
De architectuur van de bebouwing is eigentijds en met name aan de zijde van de Zutphenseweg representatief en expressief. Het streven zou moeten zijn om hier voor de toekomst een gebouw of een ensemble van gebouwen met een iconische waarde te realiseren; dit alles zonder schreeuwerig en opdringerig te worden.
Vanuit bedrijfsvoering noodzakelijke elementen aan de buitenzijde van het gebouw (bijvoorbeeld docks) en reclame-uitingen maken integraal onderdeel uit van de architectuur van het gebouw.
De inrichting van de buitenruimte zal de groene inbedding van de nieuwbouw moeten garanderen. Dit betekent dat: