Plan: | Oosterhuisweg 7 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P251-OH01 |
Aanleiding
Bij de gemeente Deventer is op 26 april 2010 een aanvraag om een herziening bestemmingsplan binnengekomen voor het creëren van wooneenheden in de bestaande karakteristieke boerderij op het perceel Oosterhuisweg 7 te Okkenbroek, kadastraal bekend gemeente Deventer, sectie K, nummer 746. In het kader van het VAB-beleid (beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen) wordt de monumentale boerderij met bijbehorende monumentale schuur door middel van een bestemmingsplanwijziging aangemerkt als woning. De boerderij wordt geschikt gemaakt voor twee woningen en de schuur wordt omgevormd tot één woning.
Plangebied
Het perceel Oosterhuisweg 7 ligt aan de westkant van de Oosterhuisweg. Het perceel bevindt zich circa 1 km ten zuiden van het dorp Okkenbroek.
In de volgende figuur is de globale ligging van het plangebied aangegeven ter hoogte van de rode cirkel.
Globale ligging plangebied "Oosterhuisweg 7 "
Planologisch regime
Voor het bovengenoemde perceel geldt momenteel het bestemmingsplan Buitengebied 1994 (Diepenveen), vastgesteld op 23 juni 1994 en goedgekeurd op 14 februari 1995.
Het beoogde plan is in strijd met dit vigerende bestemmingsplan. Het perceel heeft op basis van dit bestemmingsplan de bestemming 'woondoeleinden'. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor woningen met de daarbij behorende bijgebouwen, andere bouwwerken, tuinen en verhardingen. Op basis van de voorschriften mag op het perceel één woning aanwezig zijn en mogen de bijgebouwen niet gebruikt worden om in te wonen. Het onderhavige plan voor functiewijziging van een monumentale schuur tot een woning en het realiseren van één extra woning in het monumentale hoofdgebouw, is in strijd met deze bestemmingsbepaling, omdat er na realisatie van de beoogde functiewijziging sprake is van een drietal woningen in het plangebied.
Het voorliggende bestemmingsplan beoogt één extra woning in het bestaande hoofdgebouw en de toekenning van een woonfunctie aan de karakteristieke schuur juridisch-planologisch mogelijk te maken.
Leeswijzer
Het eerstvolgende hoofdstuk geeft een planbeschrijving, de uitgangssituatie op de locatie en het voorgenomen inrichtingsplan. In hoofdstuk 3 volgt de ruimtelijke onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voor het plan geldende beleidskaders, de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling en de zogeheten randvoorwaarden, zoals bodem, water en de milieuhygiënische aspecten. Op basis van deze aspecten wordt in dit hoofdstuk onderbouwd waarom de voorgenomen ontwikkeling acceptabel is. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de planopzet en juridische aspecten nader toegelicht. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.