direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 Inleiding
Plan: Blankenadijk 2
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P252-OH01

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding

Bij de gemeente Deventer is op 17 november 2009 een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen binnengekomen voor het gedeeltelijk vernieuwen van een boerderij en het oprichten van twee schuren op het perceel Blankenadijk 2 te Bathmen, kadastraal bekend gemeente Deventer, sectie I, nummer 195. Dit verzoek werd op 9 maart 2010 gevolgd door een aanvraag voor een herziening bestemmingsplan om de woonfunctie in een karakteristieke voormalige agrarisch schuur mogelijk te maken.

In het kader van het VAB-beleid (beleid ten aanzien van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen) komt een karakteristieke voormalig agrarische schuur in aanmerking voor functiewijziging naar wonen. Gezien de algehele landschappelijke en ruimtelijke verbetering van dit perceel werkt de gemeente mee aan deze aanvragen.

Plangebied

Het perceel Blankenadijk 2 ligt in het gebied ten zuiden van Bathmen, tussen de snelweg A1 en de grens tussen de provincies Overijssel en Gelderland. Het perceel bevindt zich circa 3 km ten zuiden van het dorp Bathmen aan de westkant van de Blankenadijk.

In de volgende figuur is de ligging van het plangebied met een rode cirkel aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P252-OH01_0001.png"

Globale ligging plangebied "Blankenadijk 2 "

Planologisch regime

Voor het bovengenoemde perceel geldt momenteel het bestemmingsplan Buitengebied 1994 (Bathmen), vastgesteld op 20 oktober 1994 en goedgekeurd op 26 april 1995.

Het beoogde plan is in strijd met dit vigerende bestemmingsplan. Het perceel heeft op basis van dit bestemmingsplan de bestemming 'Agrarisch gebied met landschapswaarden'. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor agrarische bedrijvigheid en voor de instandhouding van de aldaar voorkomende landschappelijke waarden. Op basis van de voorschriften mogen binnen het bouwperceel onder meer één agrarisch bedrijf met bedrijfswoning van maximaal 600 m³ en bedrijfsgebouwen aanwezig zijn. De functie wonen (zonder agrarische bedrijfsvoering) en het plan voor functiewijziging is in strijd met de bestemmingsbepalingen, omdat er na realisatie van de beoogde functiewijziging sprake is van een woonfunctie en een aanzienlijk grotere woning dan 600 m³ in het plangebied.

Het voorliggende bestemmingsplan beoogt de woonbestemming voor het gehele plangebied inclusief de beoogde bebouwing juridisch-planologisch mogelijk te maken.

Leeswijzer

Het eerstvolgende hoofdstuk geeft een planbeschrijving, de uitgangssituatie op de locatie en het voorgenomen inrichtingsplan. In hoofdstuk 3 volgt de ruimtelijke onderbouwing. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voor het plan geldende beleidskaders, de landschappelijke inpassing van de ontwikkeling en de zogeheten randvoorwaarden, zoals bodem, water en de milieuhygiënische aspecten. Op basis van deze aspecten wordt in dit hoofdstuk onderbouwd waarom de voorgenomen ontwikkeling acceptabel is. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de planopzet en juridische aspecten nader toegelicht. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.