Plan: | Blankenadijk 2 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P252-OH01 |
Huidige situatie
Het perceel ligt in een dekzandruggenlandschap. Dit landschap is een afwisseling van open en meer verdichte landschappen. Erven zijn gesitueerd langs de randen van essen. Ook komen er zogenaamde knooperven voor; dit erftype organiseerde met routes en beplantingen het omliggende landschap.
Luchtfoto bestaande situatie
Het bestaande erf van de Blankenadijk 2 ligt open in het omringende landschap. Er komen geen landschappelijke overgangen voor. Aan de voorzijde van de boerderij is een tuin aangelegd.
Bebouwing bestaande situatie
Op het erf is een als karakteristiek gewaardeerd ensemble aanwezig van een winterboerderij (de hoofdwoning met stal - in bovenstaande afbeelding nummer 1) en de zomerboerderij (het voormalig verblijf van de knecht - nummer 2). De buitenzijde van de zomerboerderij is nog bijzonder oorspronkelijk met de grote getoogde deuren in de achtergevel en de kleinere deuren in de zijgevel. Rondom het samenstel van de zomer- en winterboerderij ligt een vijftal schuren gegroepeerd: één ontsierende kapschuur (3), drie kleinere minder behoudenswaardige schuren (5, 6 en 7) en een grote behoudenswaardige schuur (4). Eén kleine schuur (8) is inmiddels reeds gesloopt.
Foto's bestaande situatie: vanaf linksboven met de klok mee: 1: voorgevel winter- en zomerboerderij; 2: linkerzijgevel winterboerderij; 3 achtergevel zomer- en winterboerderij; 4. linker zijgevel zomerboerderij
Toekomstige situatie
Functioneel
Van de winterboerderij wordt de deel ingericht als woonruimte. Onderdeel van de woonfunctie vormt het voornemen van initiatiefnemer om te fungeren als pleeggezin. Tussen de zomer- en de winterboerderij wordt een tussenlid, in de vorm van een overloop tussen beide gebouwen, gerealiseerd. De zomerboerderij, die deel uitmaakt van het karakteristieke ensemble, wordt verbouwd tot woonruimte. In de bijgebouwen wordt hobbymatig vee gehouden.
De kapschuur (3) en de kleine schuur (5) worden gesloopt en kleiner teruggebouwd in een meer passende, karakteristieke bouwstijl. Het grootste volume op het erf (4), blijft gehandhaafd. In deze schuur is een kantoor- en hobbyruimte voorzien. De drie overige kleinere schuren (6, 7 en 8) worden gesloopt.
Bebouwing toekomstige situatie
Stedenbouwkundig
In het kader van het onderhavige project wordt een tussenlid tussen de winter- en zomerboerderij gebouwd. Daarnaast worden de kapschuur en een kleine schuur hergebouwd.
De aanvragers willen de woonruimte ook deels aanwenden om als pleeggezin te kunnen functioneren, waarvoor één grote aaneengesloten woonruimte nodig is.
Door een koppeling krijgen de zomer- en winterboerderij ruimtelijk en functioneel weer een relatie met elkaar. De zomer- en winterboerderij kunnen weer aanvullend op elkaar zijn, net zoals ze dat in het verleden waren. In het toekomstige gebruik verdelen de verschillende woonfuncties zich over de zomer- en winterboerderij. Cultuurhistorisch wordt er op deze wijze voortgebouwd op het principe van twee, elkaar complementerende, boerderijen.
Bij het realiseren van het tussenlid geldt dat deze in massa en vorm sterk ondergeschikt moet zijn aan de zomer- en winterboerderij. De tussenverbinding krijgt beperkte afmetingen. De tussenverbinding wordt tenminste 5 meter terugliggend ten opzichte van de voor- en achtergevel van de zomerboerderij gesitueerd. Bij de materiaalkeuze en detaillering moet gekozen worden voor Iichte en transparante materialen. De vormgeving moet 'slank' zijn.
Voor de herbouw van de kapschuur en de kleine schuur geldt dat deze nieuwe schuren in omvang en volume duidelijk ondergeschikt worden aan de zomerboerderij, waardoor de boerderijen als primaire gebouwen op het erf herkenbaar worden en blijven. Voor de gevels wordt gebruikt gemaakt van hout en/of baksteen. Dakvlakken worden bij voorkeur gedekt met keramische pannen. De kapschuur en de kleine schuur krijgen een duidelijke lengte-breedte verhouding en de lengterichting (nokrichting) van deze schuur wordt parallel aan de naastliggende bebouwing gesitueerd.
Inrichtingsplan
In het kader van de onderhavige ontwikkeling is een (erf)inrichtingsplan opgesteld dat voorziet in kleinschalige beplanting rond de erven (zie onderstaande figuur).
Er wordt terughoudend omgegaan met beplantingen. Ten aanzien van het overige erf wordt in de directe nabijheid van de bebouwing erfbeplanting aangebracht of een siertuin aangelegd. Nieuwe erfbeplanting in de vorm van solitair of groepsgewijs geplaatste bomen en hagen kunnen worden geplant, onder de voorwaarde dat het erf een open karakter krijgt dat overgaat in het landschap.
Rondom de bebouwing wordt als bestrating een gebakken klinker toegepast, naar de randen van het erf toe aangevuld met halfverharding en (bestaande) betonklinkers.
Erfbeplantingsplan