Plan: | Winkelcentrum Keizerslanden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P259-VG01 |
In het bestemmingsplangebied is een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd in het kader van de herinrichting van het winkelcentrum. Dit onderzoek werd uitgevoerd door middel van boringen door BAAC bv (zie Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase), BAAC Rapport V-11.0189, juni 2011).
Prehistorie
Uit het booronderzoek bleek dat het gebied voorafgaand aan de bouw van het winkelcentrum grootschalig met 1 tot 1,5 m is opgehoogd. Daarnaast is mogelijk sprake van grootschalige verstoringen, waarbij tot in de natuurlijke bodem is gegraven. Tot de nieuwe tijd lag het bestemmingsplangebied dus veel lager en kan de verwachting voor de prehistorie worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting.
Middeleeuwen en nieuwe tijd
Ook voor de middeleeuwen en nieuwe tijd kan de verwachting op basis van de lagere ligging worden bijgesteld naar laag. De aanwezigheid van de Landweer om Enk, een verdedigingssysteem uit de 14de eeuw, dat bestond uit wallen, greppels en op sommige plaatsen palissaden, is echter op basis van het booronderzoek niet uit te sluiten. De locatie van de landweer is echter en globale reconstructie aan de hand van historisch bekende namen van onder andere boerderijen. Hierdoor kan de landweer ook buiten het bestemmingsplan gelegen hebben. Door de globale reconstructie van de ligging van de landweer is geen gericht inventariserend onderzoek naar de landweer mogelijk. De eventuele resten van de landweer bevinden zich, door de ophoging van het gebied, op grote diepte en zullen alleen worden bedreigd door diepere grondwerkzaamheden.
Op basis van het booronderzoek is de archeologische verwachting voor de prehistorie en middeleeuwen van het bestemmingsplangebied bijgesteld naar laag. De aanwezigheid van de landweer kan echter niet worden uitgesloten. Ook kan niet precies worden aangewezen waar de landweer in het bestemmingsplan verwacht wordt. De eventuele resten van de landweer zullen alleen worden bedreigd door de diepere grondwerkzaamheden.
Archeologische verwachtingswaarde na booronderzoek
Het bestemmingsplangebied is in het selectiebesluit van 13-07-2011 vrijgegeven op voorwaarde dat in de bouwvergunning een meldingsplicht voor de start van het diepe grondwerk wordt opgenomen. Hierdoor kan de gelegenheid worden geboden om een korte (kosteloze) archeologische waarneming te doen in de bouwkuip(en).
Vanwege de voorwaarde waarop het bestemmingplangebied is vrijgegeven, dient in het bestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied te worden opgenomen voor het gehele bestemmingplangebied. Voor de voorwaarden die hier van toepassing zijn, wordt verwezen naar de planregels.
In de planregels is vastgelegd dat bij ingrepen met een diepte van 120 cm of meer en een oppervlakte van 100 m2 of meer de start van de grondwerkzaamheden gemeld moet worden bij de gemeentelijk archeoloog.
De start van het diepe grondwerk dient gemeld te worden, zodat Archeologie Deventer de gelegenheid wordt geboden een korte waarneming te doen in de bouwkuip of bouwkuipen om de verwachting te controleren. De waarneming zal niet tot vertraging leiden.
In het plangebied zijn geen monumenten aanwezig. Ook bevat het plangebied geen waardevolle gebouwen.