direct naar inhoud van 7.3 Resultaten inspraak
Plan: Winkelcentrum Keizerslanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P259-VG01

7.3 Resultaten inspraak

Het college van burgemeester en wethouders heeft op 18 november 2011 het voorontwerpbestemmingsplan 'Winkelcentrum Keizerslanden' vastgesteld.

Op grond van artikel 2 van de gemeentelijke Inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan 'Winkelcentrum Keizerslanden' 1 december 2011 tot en met 11 januari 2011 voor iedereen ter inzage gelegen bij Publiekszaken, Leeuwenbrug 81 te Deventer, in de Openbare Bibliotheek, Brink 70 te Deventer en in de Bibliotheek en Wijkwinkel Keizerslanden, Graaf Florisstraat 3 te Deventer.

Tijdens deze periode bestond de mogelijk om een inspraakreactie in te dienen. Op 12 december 2011 heeft tevens een inloopavond plaatsgevonden.

Er zijn 8 inspraakreacties ingediend.

Op grond van artikel 5 van de Inspraakverordening moet ter afronding van een inspraak een eindverslag gemaakt worden. Dit eindverslag bevat in elk geval:

  • een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
  • een weergave van de inspraakreacties die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
  • een reactie op deze inspraakreacties, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het bestemmingsplan wordt overgegaan.

7.3.1 Inspreker 1

Samenvatting

  • a. Inspreker geeft aan dat er in de plannen vooral wordt gestuurd op bezoekers die met de fiets boodschappen doen. Er is echter geen bewaakte fietsenstalling in de plannen te zien. Inspreker adviseert om dit wel mee te nemen in de plannen
  • b. Inspreker geeft aan dat het klantvriendelijker zou zijn als er een bijvoorbeeld een glazen overkapping tussen de winkels komt om het idee van een overdekt winkelcentrum te scheppen.

Beantwoording

  • a. Het instellen van een bewaakte fietsenstalling vraagt een ruimteclaim die niet past in het huidige plan. Daarbij willen fietsers ook in dergelijke winkelcentra het liefst zo dicht mogelijk bij de winkels parkeren. Gezien de opzet van het winkelcentrum is er dan geen geschikte locatie voor een bewaakte fietsenstalling, rekening houdend met andere functies in de openbare ruimte. Daarbij brengt het in stand houden van een bewaakte stalling kosten met zich mee, die de gemeente niet wil dragen.
  • b. In het bestemmingsplan zou het mogelijk zijn om het huidige winkelcentrum te overdekken. In het stedenbouwkundig plan is er echter voor gekozen om het winkelcentrum niet te overdekken. Deze keuze ligt bij de eigenaar en ontwikkelaar van het winkelcentrum.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.2 Inspreker 2

Samenvatting

Door de nieuwe situatie (knip in de Karel de Grotelaan) ontstaat voor fietsers een onveilige situatie. In de kruising (met de Margijnenenk) is geen verkeerslicht voorzien waardoor jonge kinderen op weg van en van school richting Europaplein en terug geconfronteerd worden met twee kruisingen met een drukke voorrangsweg, een doorsteek met het winkelcentrum en een smalle weg zonder aparte fietsstrook. Zonder aanvullende maatregelen is dit een slechte 'verbetering' waar nu al gevolgen merkbaar zijn bij de herinrichting van de Karel de Grotelaan.

Beantwoording

Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Winkelcentrum Keizerslanden, maar op het Verkeersplan Keizerslanden.

In het Verkeersplan Keizerslanden is onderzoek gedaan naar de effecten van de afsluiting van de Karel de Grotelaan. De locatie Margijnenenk is ook onderzocht, waarbij gebleken is dat de hoeveelheid verkeer niet zo groot is, of wordt, dat verkeerslichten noodzakelijk zijn voor de doorstroming of oversteekbaarheid. Bij het ontwerp is met het oversteken nog extra rekening gehouden door een brede middenberm te maken, met smalle rijbanen voor het autoverkeer. Ook zijn er snelheidsremmende maatregelen ontworpen voor het autoverkeer.

De doorsteek door het winkelcentrum wordt zo ontworpen, dat het voor fietsers en voetgangers duidelijk is wie waar hoort. Daardoor worden conflicten zo laag mogelijk gehouden.

Uit het Verkeersplan blijkt verder dat de hoeveelheid verkeer op de Karel de Grotelaan tussen winkelcentrum en Mariënburghplein fors daalt. De hoeveelheid verkeer op de Splithofstraat/Ludgerstraat zal iets toenemen. Herinrichting van de Karel de Grotelaan en het Mariënburghplein is hierdoor mogelijk. Bij de herinrichting van beide locaties is gekozen om de verblijfskwaliteit te versterken, zonder daarbij de veiligheid voor weggebruikers omlaag te brengen.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.3 Inspreker 3

Samenvatting

  • a. Insprekers zijn het niet eens met het bouwen van een hoge muur-gevel, omdat het zonlicht wegneemt en hierdoor geen zon meer in de woonkamers komt.
  • b. Ook zijn insprekers tegen het laden en lossen aan de Albert Heijn kant. Ze zien graag een andere ingang waar geladen en gelost kan worden.

Beantwoording

  • a. De afstand van de woningen aan de Graaf Reinoldstraat tot aan de bebouwing van de Roelandflat is in de huidige situatie ca. 28 meter. De breedte van de muur van de Roelandflat is ca. 13 meter. De hoogte van de Roelandflat is 18 meter.
    In de nieuwe situatie zal de bebouwing op een afstand van ca. 23 meter van de woningen aan de Graaf Reinoldstraat komen. Dit is 5 meter dichterbij. Deze nieuwe bebouwing heeft een breedte van circa 93 meter. De hoogte van deze bebouwing wordt over een breedte van ca. 16 meter maximaal 14 meter hoog. De rest van de bebouwing wordt (op de afstand van 23 meter vanaf de woningen aan de Graaf Reinoldstraat) maximaal 9 meter hoog.
    De bewoners van de woningen aan de Graaf Reinoldstraat zullen recht tegen de bebouwing van maximaal 9 meter hoog kijken. De bovenste woningen zullen over het nieuwe gebouw heen kunnen kijken.
    De bomen die nu al tussen de woningen aan de Graaf Reinoldstraat en de Roelandflat staan, blijven grotendeels behouden. Deze bomen zorgen ervoor dat het zicht op de nieuwe bebouwing beperkt blijft.
    De muur van de bebouwing zal zorgvuldig worden vormgegeven in metselwerk gecombineerd met een scherm van stalen lamellen, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze op termijn te laten begroeien.
  • b. In het bestemmingsplan wordt geen locatie benoemd waar geladen en gelost kan worden. Dit is bepaald in het stedenbouwkundig plan. In het plan is gekozen voor een goed benaderbare expeditie aan de achterzijde van de winkels, de andere zijden van het gebouw grenzen aan voetgangersgebied. Met de situering van de expeditie is rekening gehouden met het feit dat vrachtwagens niet achteruit hoeven te rijden, waardoor geen overlast ontstaat door de achteruitrij-piep en bovendien veel minder verkeersgevaar ontstaat.
    Op dit moment zijn de gemeente en de ontwikkelaar aan het onderzoeken of de expeditie parallel aan de Lebuïnuslaan gerealiseerd kan worden. Indien dit verkeerskundig opgelost kan worden dan zal het laden en lossen wellicht niet meer aan de Graaf Reinoldstraat plaatsvinden.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.4 Inspreker 4

Samenvatting

  • a. Inspreker geeft aan dat de inrit van de Godebaldstraat slecht is aangelegd. Dit kost schokbrekers en onderdelen van fiets en auto.
  • b. Inspreker vindt dat de bomen bij de ingang van het winkelcentrum beter bijgehouden moeten worden, door af vallende bladeren wordt het glad.
  • c. Fietsers rijden vaak aan de verkeerde kant van de Karel de Grotelaan ter hoogte van de Godebaldstraat, aan de kant waar de uitrit van de garage is.

Beantwoording

  • a. Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Winkelcentrum Keizerslanden, maar op het verkeersplan Keizerslanden.
    Bij de herinrichting van het deel van de Karel de Grotelaan waar de Godebaldstraat op uitkomt zal met deze opmerking rekening worden gehouden. De inrit wordt bij de herinrichting meegenomen.
  • b. Ook deze opmerking kan niet in het kader van het bestemmingsplan beantwoord worden. Bij het inrichten van de openbare ruimte zal bij de materiaalkeuze eventuele gladheid meegenomen worden.
  • c. In een bestemmingsplan worden geen regels vastgelegd met betrekking tot bijvoorbeeld verkeersregels. Bij de herinrichting van de Karel de Grotelaan wordt het fietspad aan de zijde van het Godebaldplantsoen opgeheven. Fietsers fietsen straks in twee richtingen over de zuidoostelijke rijbaan, die wordt ingericht als ventweg.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.5 Inspreker 5

Samenvatting

Bij herstructurering van de Karel de Grotelaan zou inspreker bijzonder graag zien dat de inrit van de Godebaldstraat wordt aangepast, zodat de schokdempers/bumpers niet jaarlijks vervangen hoeven te worden.

Beantwoording

Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Winkelcentrum Keizerslanden, maar op het verkeersplan Keizerslanden.
Bij de herinrichting van het deel van de Karel de Grotelaan waar de Godebaldstraat op uitkomt zal met deze opmerking rekening worden gehouden. De inrit wordt bij de herinrichting meegenomen.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.6 Inspreker 6

Samenvatting

Inspreker vraagt zich af of er in het verkeersplan rekening is gehouden met de kinderen (uit de hele omgeving) die naar de nieuwe Christelijke school gaan. De situatie is nu gevaarlijker dan voorheen.

Beantwoording

Deze inspraakreactie heeft geen betrekking op het bestemmingsplan Winkelcentrum Keizerslanden, maar op het verkeersplan Keizerslanden. In het algemeen is er bij het Verkeersplan rekening gehouden met alle weggebruikers, dus ook busjes, auto's en fietsers die naar de nieuwe school in het Oranjekwartier gaan.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.7 Inspreker 7

Samenvatting

  • a. Om het uitzicht aan de achterzijde (woonkamer) niet nog verder te verslechteren en daarmee een daling in woningwaarde te veroorzaken dient de bebouwing niet hoger te worden dan de hoogte van het huidige AH-pand. Een gevel van een toegestane 9 meter hoog zal hier grote afbreuk aan doen.
  • b. Om het uitzicht aan de achterzijde (woonkamer) niet nog verder te verslechteren en daarmee een daling in woningwaarde te veroorzaken dient de bebouwing niet hoger te worden dan de hoogte van het huidige AH-pand. Hoewel niet aangegeven in de beschikbare tekeningen spreken de kranten op dit moment van een voor mij niet acceptabele opbouw van nog eens 40 centimeter t.o.v. de hoogte van het huidige AH-pand.
  • c. Het voorgestelde herkenningspunt voor het winkelcentrum is t.o.v. de omliggende bebouwing te hoog en staat te dicht op de reeds aanwezige Keizerslandenflat. Tevens om het uitzicht aan de voorzijde niet nog verder te verslechteren en daarmee een daling in woningwaarde te veroorzaken dient deze bebouwing niet of aanzienlijk kleiner uitgevoerd te worden.

Beantwoording

  • a. Het bestemmingsplan biedt ruimte om op de hoek van de uitbreiding aan het Karel de Groteplein een entreegebouw (portaal) op te trekken tot maximaal 9 meter. De werkelijke hoogte van dit portaal is in het definitieve ontwerp van het bouwplan 7,70 meter geworden. De begrenzing van dit hogere bouwdeel ligt op circa 30 meter van de woning en heeft een gevelbreedte richting de woning van circa 7 meter. Het volume is zodanig klein en de afstand zodanig groot dat het uitzicht wel veranderd maar niet onevenredig verslechterd.
  • b. Het verschil in hoogte tussen de huidige en nieuwe situatie is minimaal. Het deel van het winkelcentrum grenzend aan de woning wordt verbouwd, de bestaande constructie blijft daarbij gehandhaafd. Afhankelijk van de gekozen dakoplossing kan er een minimaal verschil in hoogte zijn tussen het bestaande en het toekomstige dak. Daarom is in het bestemmingsplan standaard een marge ingebouwd. In het definitieve ontwerp van het bouwplan zijn de werkelijke hoogtes aangegeven. Ter hoogte van de woning van inspreker wordt deze hoogte 4,7 meter, waarbij ook het nieuwe deel zoveel mogelijk gelijk aan de schuine kap van de bestaande winkel zal worden uitgevoerd. Alle grote installatievoorzieningen op het dak worden geplaatst in het hier bovengenoemde entreegebouw. Aan het Karel de Groteplein komen nieuwe gevels die vanwege de uitstraling (wandvorming aan het plein) een meter hoger zijn dan de rest van het gebouw, deze gevelrand ligt op minimaal 55 meter van de woning.
  • c. Voor het winkelcentrum is een baken ontworpen als herkenningspunt voor het centrum en als beëindiging van het Keizerspark. Dit baken is dus bewust in de lijn van het park en in de gevellijn van het nieuwe winkelplein gepositioneerd. De kortste afstand tot de flat is 20 meter ter hoogte van de flatentree. De afstand tot de woning is circa 50 meter. De woning heeft geen frontaal zicht op het baken. Het uitzicht wordt slechts minimaal beïnvloed. Daarnaast zal er extra aandacht aan de architectuur van dit object worden geschonken zodat het juist een fraaie toevoeging wordt van het aanzicht.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.

7.3.8 Inspreker 8

Samenvatting

  • a. Insprekers maken bezwaar tegen het onoverdekt laden en lossen onder hun appartement. Insprekers wonen op de eerste galerij in het eindappartement en zijn ervan overtuigd dat dit heel veel geluidsoverlast en overlast van uitlaatgassen gaat brengen;
  • b. Insprekers geven aan dat de waarde van het appartement sterk zal dalen wegens de ongunstige locatie;
  • c. De plaatsing van een hoge zuil aan de rand van het winkelcentrum en de Graaf Florisstraat zal het uitzicht van insprekers in grote mate belemmeren;
  • d. Door plaatsing van een hek aan het eind van de steeg die zich bevindt tussen de Keizerslandenflat en de achterkant van het winkelcentrum ontstaat overlast doordat bij elk gebruik het hek open en dicht klapt.

Beantwoording

  • a. Op de locatie waar het laden en lossen ten behoeve van de supermarkt plaatsvindt is in het bestemmingsplan een bouwvlak opgenomen. Dat betekent dat het bestemmingsplan het in theorie mogelijk maakt om overdekt laden en lossen mogelijk te maken. Hoe dit echter in de praktijk gaat gebeuren, wordt bepaald door de eigenaar van het winkelcentrum. In het stedenbouwkundig plan is er sprake van onoverdekt laden en lossen. Natuurlijk is het wel zo dat het bestemmingsplan moet zorgen voor een goede ruimtelijke ordening. Overlast moet zo veel mogelijk worden voorkomen. In het geluidsrapport zijn daarom een aantal aanbevelingen gedaan, zoals het laden en lossen alleen in de dagperiode, het laden en lossen van de supermarkten zou PIEK gecertificeerd moeten zijn en de terreinverharding ter plaatse van laad- en losplaatsen zou vlak moeten zijn. Ten slotte is het zo dat in een stedelijke omgeving vormen van overlast niet uitgesloten kunnen worden.
  • b. Indien insprekers van mening zijn dat naar aanleiding van het bestemmingsplan de waarden van het appartement zal dalen, dan bestaat er een mogelijkheid om een planschadevergoeding aan te vragen op het moment dat het bestemmingsplan onherroepelijk is. Meer informatie hierover kan gevonden worden op http://www.deventer.nl/loket/product-en-dienstencatalogus/bestemmingsplan-tegemoetko ming-planschade;
  • c. Voor het winkelcentrum is een baken ontworpen als herkenningspunt voor het centrum en als beëindiging van het Keizerspark. Dit baken is dus bewust in de lijn van het park en in de gevellijn van het nieuwe winkelplein gepositioneerd. De kortste afstand tot de flat is 20 meter ter hoogte van de flatentree. De afstand tot de woning is circa 50 meter. De woning heeft geen frontaal zicht op het baken. Het uitzicht wordt slechts minimaal beïnvloed. Daarnaast zal er extra aandacht aan de architectuur van dit object worden geschonken zodat het juist een fraaie toevoeging wordt van het aanzicht.
  • d. Afsluiting van de steeg door een hekwerk is in het bestemmingsplan niet uitgesloten. Buiten het bouwvlak zijn bouwwerken geen gebouw zijnde van maximaal 2 meter hoog toegestaan. Het bestemmingsplan verplicht echter niet dat bouwwerken gebouwd worden. Of er een hek geplaatst wordt is nog een keuze, die gemaakt wordt op basis van sociale veiligheidsoverwegingen. De steeg zal niet meer gebruikt worden als voorname toegang tot de flat. Het afsluiten van de steeg is mogelijk wenselijk om te voorkomen dat ongewenste situaties ontstaan. Het gebruik van het hekwerk zal in dat geval niet frequent zijn.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan.