direct naar inhoud van 4.5 Geluid
Plan: Stadhuiskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P283-VG01

4.5 Geluid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is akoestisch onderzoek verricht naar externe effecten van de voorgenomen planwijziging.

Wet geluidhinder (Wgh)

De Wgh richt zich op nieuwe geluidgevoelige bestemmingen zoals woningen. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mogelijk gemaakt. Binnen het plangebied zijn op de verdieping woningen mogelijk, maar deze zijn reeds op grond van de voorgaande bestemmingsplannen mogelijk gemaakt. Er is daarom geen toetsing aan de Wet geluidhinder aan de orde.

Geluidzone railverkeerslawaai

De locatie is niet gelegen in de geluizone van een spoorweg en het plan behelst geen geluidgevoelige objecten.

Wegverkeerslawaai

De locatie is niet gelegen in de geluizone van een weg en het plan behelst geen geluidgevoelige objecten.

Akoestische effecten van het Stadskantoor

Er is onderzoek gedaan door adviesbureau DGMR (b2006.0407.19.r002V2, d.d. 3 juni 2013, zie Bijlage 4 Akoestisch onderzoek).

Uit het onderzoek blijkt dat voldaan kan worden aan de geluidvoorschriften van het Activiteitenbesluit. Tevens is de indirecte hinder onderzocht veroorzaakt door komende en gaande voertuigen als gevolg van het Stadskantoor. Hieruit blijkt dat de voorkeurswaarde op grond van de Circulaire geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting (29 februari 1996) overschreden wordt met maximaal 4 dB(A). De maximale grenswaarde van 65 dB(A) wordt niet overschreden.

Conform de circulaire is er beoordeeld of er maatregelen mogelijk zijn om de overschrijding van de voorkeurswaarde op te heffen. Door de ruimtelijke situatie zijn overdrachtsmaatregelen (bv een geluidscherm) en/of bronmaatregelen (bv minder voertuigbewegingen) hier niet mogelijk.

Conform de circulaire is door adviesbureau DGMR onderzocht of het geluidniveau in de betreffende woningen voldoende gewaarborgd is. Deze gevelisolatieonderzoeken zijn opgenomen in Bijlage 5 Gevelisolatieonderzoeken:

  • DGMR, 05-06 -2013, Rapport B2006.0407.37.r001 vs 002, Polstraat 16;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r002 vs 002, Polstraat 24 A t/m M;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r003 vs 002, Polstraat 28 en 28 B;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r004 vs 002, Polstraat 34;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r005 vs 002, Polstraat 38;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r006 vs 002, Polstraat 40;
  • DGMR, 05-06-2013, Rapport B2006.0407.37.r007 vs 002, Polstraat 42;

Uit deze onderzoeken blijkt dat alleen maatregelen nodig zijn voor de woningen Polstraat 28/28b en 42 om het vereiste binnenniveau (het geluidniveau in de woning) van 35 dB(A) te bereiken. De maatregelen om te kunnen voldoen staan vermeld in Hoofdstuk 4 van de rapporten. Bij de overige woningen kan wel aan voornoemde bepaling voldaan worden.

Conclusie

De planwijziging veroorzaakt geen overschrijding van de normen uit het Activiteitenbesluit. Door de in- en uitrit van parkeergarage zal de voorkeurswaarde voor indirecte hinder als gevolg van de parkeergarage met 4 dB(A) overschreden worden. De grenswaarde van 65 dB(A) wordt niet overschreden. De maximale binnenwaarde bij geluidgevoelige bestemmingen wordt na het treffen van maatregelen niet overschreden. De akoestische gevolgen van de planwijziging, en van het Stadhuiskwartier als geheel, overschrijden niet de voorschriften uit het Activiteitenbesluit. De overschrijding als gevolg van Circulaire indirecte hinder blijft beperkt tot 4 dB(A) en veroorzaakt geen overschrijding van het binnen geluidniveau van de woningen.

Het plan ligt in de binnenstad van Deventer. Het woon- en leefklimaat is te typeren als intensief stedelijk. Gezien deze omstandigheden blijft het woon- en leefklimaat rond het nieuwe Stadskantoor in voldoende mate gewaarborgd.