direct naar inhoud van 3.3 Archeologie
Plan: Schonenvaardersstraat 6
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0150.P287-VG01

3.3 Archeologie

Naast de monumentale en cultuurhistorische waarden moeten ook de archeologische (verwachtings)waarden worden meegewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Dit is vastgelegd in de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ, 1 september 2007). Doel van deze wet is: 'bescherming van aanwezige en te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten.

Geomorfologie

Volgens de geomorfologische kaart, die door RAAP is opgesteld voor de gemeente, ligt het bestemmingsplangebied in een verspoelde dekzandvlakte met beekafzettingen. Het moet een drassig en mogelijk moerasachtig gebied zijn geweest, dat werd doorsneden door verschillende lokale beeklopen. In dit drassige gebied lagen dekzandopduikingen uit het laat-Pleistoceen of vroeg Holoceen. Deze zandopduikingen zullen lange tijd de weinige relatief droge plaatsen in het gebied geweest zijn. De lager gelegen delen zijn veelal in gebruik geweest als weide- of hooiland, en werden vaak pas in de volle of late middeleeuwen en nieuwe tijd bewoond. Volgens de geomorfologische kaart liggen ten zuiden van het bestemmingsplangebied (lage) dekzandduinen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P287-VG01_0007.jpg"

Afbeelding 8: Ligging van het plangebied op de geomorfologische kaart

Verwachting

Het bestemmingsplangebied heeft op de oude verwachtingskaart uit 2006, die de basis vormt voor het vigerende bestemmingsplan Bergweide – Kloosterlanden – Hanzepark - Veenoord, een matige verwachting. De archeologische verwachting van de oude verwachtingskaart uit 2006 is vooral gebaseerd op de hoogte van het landschap. In dit advies wordt de verwachting van de nieuwe kaart aangehouden, die recentelijk door RAAP is opgesteld voor de gemeente Deventer. Op deze kaart is op basis van (nieuw) geomorfologisch en historisch onderzoek meer detail aangebracht in de verwachtingswaarden. In het plangebied is de verwachting op de nieuwe kaart gewijzigd in een lage verwachting, omdat het in de prehistorie een vrij nat gebied was en daardoor ongeschikt voor bewoning. De bepalende factoren voor de lage verwachting is dus mede de afwezigheid van een dekzandopduiking binnen het plangebied en de ligging ervan in een laaggelegen en nat gebied. Volgens de geomorfologische kaart liggen ten zuiden van het bestemmingsplangebied wel (lage) dekzandduinen waarvoor een verwachting van archeologische resten uit de prehistorie geldt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.P287-VG01_0008.jpg"

Afbeelding 9: Ligging plangbied op de nieuwe verwachtingskaart (opgesteld door RAAP)

Archeologie en historie

In het plangebied liggen geen bekende historische elementen en is in het verleden geen archeologisch onderzoek uitgevoerd. In de omgeving van het plangebied (binnen een straal van 300 m) is ook geen eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Wel zijn in de directe omgeving van het plangebied twee historische elementen bekend:

1) Op circa 100 m ten noordwesten van het bestemmingsplangebied heeft een belegeringskamp gelegen genaamd 'Schans van Hopman van Wageningen'. Dergelijke versterkingen werden vaak opgeworpen uit materiaal dat lokaal voor handen was, zoals klei en hout.4 De schans werd aangelegd bij de eerste belegering van Deventer tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1578, en is onder andere te zien op het schilderij van het beleg van Rennenberg uit datzelfde jaar. De exacte locatie van de schans is echter moeilijk te bepalen, de trefkans erop binnen het relatief kleine plangebied is daarom klein.

2) Op circa 150 m ten noorden van het bestemmingsplangebied heeft de landweer van Teuge gelopen. Deze landweer was gesitueerd op of naast de zogenaamde Snipperlingsdijk en fungeerde als een verdedigingssysteem bestaande uit greppels en palissaden of een haag, dat de stadsweiden moest beschermen tegen plunderaars. Resten van de landweer zullen niet in het bestemmingsplangebied voorkomen.

Advies

Op de nieuwe archeologische verwachtingskaart heeft het bestemmingsplangebied een lage verwachting. Gezien de ligging van het bestemmingsplangebied in een gebied met een lage verwachting zal in het bestemmingsplan geen waarde archeologie hoeven te worden opgenomen. Eventuele werkzaamheden kunnen zonder voorwaarden bij een vergunning uitgevoerd worden.