Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Korenkamp ong. (naast nummer 2) |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.TAM009-OW01 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van een gebiedsontwikkeling op de locatie Korenkamp ong. (naast nr. 2) te Lettele en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk [22i]) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Deventer. Dit hoofdstuk is digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit deel van het omgevingsplan weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk [22i] van het omgevingsplan van de gemeente Deventer.
In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22i]' gelezen worden.
De bijlage bij de in deze voorziening weergegeven hoofstukken moet gelezen worden als onderdeel van Bijlage [22i] bij het omgevingsplan van de gemeente Deventer.
Artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van overeenkomstige toepassing op dit omgevingsplan, tenzij hierna daarvan is afgeweken.
Voor de toepassing van de Regels in dit TAM-IMRO omgevingsplan TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Korenkamp ong. (naast nummer 2) (hoofdstuk 22i van het omgevingsplan) gelden de volgende begripsbepalingen:
het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Korenkamp ong. (naast nummer 2) met identificatienummer NL.IMRO.0150.TAM009-OW01 van de gemeente Deventer, met de daarbij behorende geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van de nader in de planregels omschreven gronden aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een aan de woonactiviteit ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een beroep of bedrijf dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonactiviteit behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonactiviteit in overeenstemming is;
Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en dakvorm van een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarbij het voorgaande niet van toepassing is op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit omgevingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of wijzigingsbesluit omgevingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of besluit.
Gebruik van grond(en) en (een) bouwwerk(en) zoals dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit omgevingsplan bestaat of rechtens mag bestaan, waarbij het voorgaande niet van toepassing is op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of wijzigingsbesluit omgevingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan of wijzigingsbesluit.
Het bestuursorgaan dat bevoegd is om ten aanzien van een verzoek een besluit te nemen of een handeling uit te voeren.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in zowel functioneel als architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;
Plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, waarbij:
chemische gewasbeschermingsmiddelen (pesticiden) zijn toxische middelen die gebruikt worden voor het bestrijden van plagen en het beschermen van gewassen tegen ziekte en overwoekering door onkruid.
iedere bovenbeëindiging van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verrichten van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, natuurobservatie en natuurspeelplaatsen;
de grens van een functievlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebruiksactiviteit;
bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
Een afdekking van een gebouw of bouwwerk, die geen horizontale of gebogen vlakken bevat, met uitzondering van dakkapellen of vergelijkbare onderdelen.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
Een inrichtingsplan is de grafische beschrijving van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling waarin de situering van bouwwerken ten opzichte van elkaar en van de omgeving en het al dan niet aanbrengen van beplanting op een goede manier is weergegeven;
een dak met een nok en een zekere helling;
een recreatieve voorziening waarop, al dan niet in combinatie met andere recreatieve voorzieningen, dieren worden gehouden.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid van gebiedskenmerken en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;
een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat ingericht is voor het afmeren van een vaartuig;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna;
Een of meer bedrijfsmatige activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdactiviteiten uitgeoefende (agrarische) bedrijf of wonen.
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de Gebruiksactiviteiten toegestaan.
Omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet.
het doorlopende gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen, dat geheel of grotendeels is gelegen beneden het peil;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn Gebruiksactiviteiten toegestaan onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
seksinrichtingen, zoals clubprostitutie (seksclubs, privéhuizen) en erotische massagesalons en naar de aard daarmee gelijk te stellen seksinrichtingen;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter prostitutie plaatsvindt;
een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven met behulp van automaten;
een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven door middel van audiovisuele apparatuur;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop of sekstheater een seksautomatenhal, prostitutie, waaronder tevens begrepen een parenclub en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven door middel van live-shows;
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste artikel onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
(Wegenverkeerswet: wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;)
Stelselcatalogus: Weg met inbegrip van de daarin gelegen kunstwerken en wat verder naar zijn aard daartoe behoort.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van personen;
een woning voor de huisvesting van bepaalde categorieën van de bevolking, zoals ouderen, jongeren, of mensen met een beperking, waarbij de mate en de vorm van de geboden zorg en ondersteuning aan de bewoners dusdanig is dat niet langer gesproken kan worden van zelfstandige bewoning, maar die gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en hun geringe ruimtelijke impact wel aanvaardbaar zijn in de woonomgeving.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.24 gelden voor de toepassing van de regels in Hoofdstuk 3 [H. 22i paragraaf 3] Ruimtelijke bouwactiviteiten de volgende meetbepalingen:
tussen bouwwerken onderling daar waar deze afstand het kleinst is.
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de diepte van een aan- of uitbouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, gemeten.
de helling van het dakvlak, gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat bestaande (semi-)particuliere stoepen en opgangen rechtens gebruikt mogen worden ten behoeve van de aansluitende gebruiksactiviteiten, mag dit gebruik voortgezet worden.
Gebruik van ruimten binnen een woning (i.c. hoofdgebouw, aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen) ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt overeenkomstig de Gebruiksactiviteiten toegestaan(s) aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonactiviteiten en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Gebruik van ruimten binnen een woning (i.c. hoofdgebouw , aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen) ten behoeve van kleinschalige kinderopvang wordt overeenkomstig de Gebruiksactiviteiten toegestaan(s) aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonactiviteiten en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Bij het telen van gewassen in de openlucht is het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen verboden zonder omgevingsvergunning.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in subsubparagraaf 6.5.1 worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
De omgevingsvergunning als bedoeld in subsubparagraaf 6.5.1 wordt slechts verleend als;
Bij een omgevingsvergunning als bedoeld in subsubparagraaf 6.5.1 kunnen – met het oog op een aanvaardbaar woon- en leefklimaat –vergunningvoorschriften worden gesteld ten aanzien van:
In het als Agrarisch met waarden - Landschapswaarden aangewezen gebied zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
met de daarbij behorende voorzieningen.
In het als Wonen aangewezen gebied zijn de volgende gebruiksactiviteiten toegestaan:
met dien verstande dat:
met de daarbij behorende voorzieningen.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning:
Een aanvraag omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 8.2.1, wordt getoetst aan of er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.27 van het omgevingpslan is het uitsluitend toegestaan een bouwactiviteit te verrichten zonder omgevingsvergunning indien tevens voldaan wordt aan de regels uit Hoofdstuk 3 [H. 22i paragraaf 3] Ruimtelijke bouwactiviteiten.
In afwijking van de regels in dit omgevingsplan kan een omgevingsvergunning voor een bouwwerk ook worden verleend als de aangevraagde maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% afwijken van de toegestaan maten, afmetingen en percentages, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
In aanvulling op artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ter plaatse van 'Bouwregel-14' tevens de volgende regels voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde:
Voor het bouwen van bouwwerken ter plaatse van 'Bouwregel-16' gelden de volgende regels, als bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, onder a:
In aanvulling op artikel 11.1 gelden voor het bouwen van hoofdgebouwen ter plaatse van 'Bouwregel-16' tevens de volgende regels, als bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, onder a:
In aanvulling op artikel 11.1 gelden voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van 'Bouwregel-16' tevens de volgende regels, als bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, onder a:
In aanvulling op artikel 11.1 gelden voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van 'Bouwregel-16' tevens de volgende regels, als bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, onder a:
In aanvulling op artikel 11.1 gelden voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van 'Bouwregel-16' tevens de volgende regels, als bedoeld in artikel 22.29, eerste lid, onder a:
Een aanvraag omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 11.5.1, wordt getoetst aan of er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden op of in de gronden met de functie 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 12.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.2 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waarden, zoals bedoeld in de functie 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden, niet onevenredig worden aangetast.
Ter plaatse van het werkingsgebied worden de genomen natuurinclusieve maatregelen, zoals opgenomen in Bijlage 3, op een duurzame wijze in stand gehouden.
Ter plaatse van het werkingsgebied TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Korenkamp ong. (naast nummer 2) is de rechthebbende verplicht om binnen 18 maanden na het onherroepelijk worden van dit wijzigingsbesluit de natuurinclusieve maatregelen, zoals opgenomen in Bijlage 3 uit te voeren.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk [22i] geldt het volgende overgangsrecht:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig, in afwijking van het bepaalde in artikel 14.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 14.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 14.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 14.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 14.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.