Plan: | Ruimte voor de Rivier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D130-VG01 |
Voor het project Ruimte voor de Rivier is een Milieueffectrapport (MER) opgesteld (Planstudie Ruimte voor de Rivier Deventer, Milieueffectrapport deel A en B, november 2010, proj.nr. 9S8656.D0, Royal Haskoning). In het MER zijn aan de hand van onderstaande thema's de milieueffecten van het voorkeursalternatief, dat ten grondslag lag aan het Inrichtingsplan, beoordeeld:
De beschrijving van de voorkeur voor de toekomst van de Deventer uiterwaarden (het 'voorkeursalternatief') speelt zich af op het niveau van de deelgebieden en op het niveau van het totale plangebied. Per deelgebied is bepaald wat de voorkeur is en welke argumentatie voor deze voorkeur in hoofdlijnen geldt. Van belang is daarnaast dat er een consistent beeld ontstaat ten aanzien van het totaal. Met de alternatieven A, B en C zijn drie verschillende wijzen getoond van de omgang met het IJssellandschap en de ruimte voor de rivier. Belangrijke verschillen zitten in de mate waarin de rivier en natuurlijke processen het beeld bepalen, de mate waarin het huidige cultuurlandschap richtinggevend is en de mate waarin nieuwe cultuurelementen in het landschap worden ingebracht. Als gemeenschappelijke achtergrond voor de keuze per deelgebied is ingezet op een IJssellandschap waarin deze benaderingen samen en evenwichtig voorkomen in een ordening gerelateerd aan de hoofdopbouw van het landschap. Rond de rivier krijgt het water de gelegenheid om het landschap (opnieuw) te vormen. Zand en stranden bepalen deels het beeld, op enkele plaatsen is opslag van begroeiing mogelijk.
In de aansluitende waarden is op basis van (het reliëf van) het huidige landschap een aaneengesloten, open, enigszins ruig en vrij toegankelijk waardengebied geschapen, waarin ook de geïsoleerde wateren als hanken zijn opgenomen. De typische maat van de weerden is bepalend voor de schaalverhoudingen in het landschap. De verticale beweging van het water is goed merkbaar. Aan de randen en in de hogere delen van de waarden is het cultuurlijke aspect van het landschap bepalend, in een combinatie van behoud, versterking, vernieuwing en aaneenschakeling van het landschap. Op de randen liggen paden en kleine voorzieningen die beleving en gebruik van de waarden mogelijk maken, evenals een aantal (recreatieve) knooppunten die waarden en achterland met elkaar verbinden. In hoofdlijnen is een recreatieve zonering te herkennen met de grootste intensiteit rond de Worp en Zandweerd en extensiever gebruik in de overige delen.
Voor een uitgebreide beoordeling van deze thema's wordt verwezen naar het Milieueffectrapport. In het kader van dit bestemmingsplan wordt volstaan met het opnemen van onderstaand figuur 6.1 waarin schematisch een resumé van de milieueffecten is weergegeven.
Code | Beoordelingscriterium | HS | VKA | ||||
Rivierkunde | |||||||
R1 | Waterstandsdaling BWO | 0 | + | ||||
Waterstandsdaling KSO | 0 | ++ | |||||
R2 | Morfologische effecten in nevengeulen | 0 | 0 | ||||
R3 | Aanzanding hoofdvaargeul | 0 | - | ||||
R4 | Hinder voor scheepvaart door dwarsstroming | 0 | 0 | ||||
R5 | Stabiliteit waterkering en kunstwerken | 0 | - | ||||
Natuur | |||||||
N1 | Verandering ecotooptypen | 0 | + + | ||||
N2 | Instandhoudingsdoelstelling | 0 | + | ||||
N3 | Behoud / versterking beschermde en zeldzame soorten | 0 | + | ||||
N4 | Verstoring natuurwaarden | 0 | - | ||||
N5 | Robuustheid natuur en herstel dynamische processen | 0 | + | ||||
N6 | Ontwikkeling waardevolle gradiënten | 0 | + | ||||
N7 | Binnen- en buitendijkse ecologische relaties | 0 | ++ | ||||
N8 | Beheersafhankelijkheid | 0 | ++ | ||||
Bodem | |||||||
B1 | Verandering kwaliteit leeflaag | 0 | + | ||||
B2 | Blootstelling- en verspreidingsrisico's | 0 | + | ||||
B3 | Gevoeligheid voor herverontreiniging | 0 | 0 | ||||
rondwater | |||||||
GEO1 | Grondwateroverlast bebouwing | 0 | 0 | ||||
GEO2 | Opbrengstverandering landbouw | 0 | 0 | ||||
GEO3 | Effecten toepassing van grond | 0 | 0 | ||||
GEO4 | Verdroging natuur | 0 | 0 | ||||
GEO5 | Zetting bebouwing | 0 | 0 | ||||
GEO6 | Effecten op bestaande puntverontreinigingen | 0 | 0 | ||||
Waterkwaliteit | |||||||
W1 | Verandering van fysische en chemische kwaliteit in open wateren | 0 | 0 | ||||
W2 | Effecten van berging van grond op de waterkwaliteit in plassen | 0 | 0 | ||||
W3 | Realisatie KRW-doelen | 0 | ++ |
Code | Beoordelingscriterium | HS | VKA | |||||
Landschap, Cultuurhistorie, Archeologie | ||||||||
LCA1 | Aantasting (of versterking) van de ruimtelijk visuele kwaliteit | 0 | + | |||||
LCA2 | Aantasting (of versterking) van structuren en samenhang | 0 | + | |||||
LCA3 | Aantasting aanwezige relicten | Archeologie | 0 | - | ||||
Cultuurhistorie | 0 | + | ||||||
Aardkunde | 0 | - | ||||||
Hinder tijdens uitvoering | ||||||||
H1 | Verkeershinder | 0 | - | |||||
H2 | Aantal woningen belast met geluidsniveau boven richtwaarde* | 0 | - | |||||
H3 | Aantal woningen die mogelijk trillingshinder ondervinden* | 0 | 0 | |||||
H4 | Kans op overschrijding van luchtkwaliteitseisen* | 0 | 0 | |||||
Gebruik en leefomgeving | ||||||||
G1 | Toegankelijkheid en bereikbaarheid van recreatieve gebieden | 0 | ++ | |||||
G2 | Watersport | 0 | + | |||||
G3 | Hengelsport | 0 | + | |||||
G4 | Mogelijkheden voor oeverrecreatie | 0 | ++ | |||||
G5 | Verlies aan landbouwgrond | 0 | - | |||||
G6 | Kwaliteit woonomgeving | 0 | 0 | |||||
G7 | Bereikbaarheid woningen in gebruiksfase | 0 | - | |||||
G8 | Sloop woningen | 0 | 0 | |||||
G9 | Robuustheid t.a.v. toekomstige ontwikkelingen | 0 | ||||||
Kosten | ||||||||
F1 | KSO Uitvoeringskosten (PRI =/- 25%), | - | 33 | |||||
BWO Uitvoeringskosten (PRI =/- 25%), | - | 35 |
Vanuit de Wet milieubeheer heeft het rijk voor lucht, geluid en externe veiligheid kwaliteitseisen opgesteld. De voor dit plan relevante aspecten vanuit hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteit en geluid. Deze aspecten zijn in het MER behandeld. In paragraaf 6.3 van deze bestemmingsplantoelichting is het aspect externe veiligheid behandeld.
De Natuurderij die in de Keizers- en Stobbenwaarden is geprojecteerd, wordt in dit bestemmingsplan als een specifiek thema behandeld (paragraaf 6.4). Daarnaast wordt kort ingegaan op de Passende Beoordeling die in het kader van de natuurwetgeving is uitgevoerd (paragraaf 6.5).