Plan: | Ruimte voor de Rivier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D130-VG01 |
Over de rivier de IJssel vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De IJssel maakt deel uit van een vervoersnetwerk voor gevaarlijke stoffen over water, beschreven in het definitief ontwerp Basisnet water.
Voor het Basisnet water zijn risicoberekeningen opgesteld. Daaruit blijkt dat voor de binnenvaart tot 2030 met alle denkbare ontwikkelingen er geen PR 10-6 contour op de oever terecht komt en dat nergens de oriënterende waarde van het groepsrisico wordt overschreden.
In het definitief ontwerp Basisnet water zijn enkele begrippen geïntroduceerd waaraan getoetst moet worden. Dit is de waterlijn en het plasbrandaandachtsgebied.
De waterlijn wordt gedefinieerd als de grenslijn die wordt bepaald door de waterstand die meestal aanwezig is of die met enige regelmaat optreedt. Voor de IJssel met de sterk wisselende waterstanden is dit de waterstand die maximaal 50 dagen per jaar wordt overschreden. Deze waterlijn geldt als begrenzing van de maximale ruimte die de PR 10-6 contour mag innemen. Vanaf die waterlijn wordt een plasbrandaandachtsgebied gedefinieerd. In geval van de IJssel wordt daarbovenop het winterbed van de rivier als plasbrandaandachtsgebied gedefinieerd.
De ruimte binnen de waterlijnen gelden als groeiruimte voor de PR 10-6 ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over water. Binnen die waterlijnen mogen geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gevestigd.
Binnen het plangebied bevinden zich geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten binnen de waterlijnen en er wordt ook niet in vestiging van die objecten voorzien.
Het plasbrandaandachtsgebied strekt zich uit tot de winterbedding van de rivier. Binnen de begrenzing van het plangebied bevinden zich enkele (beperkt) kwetsbare objecten binnen dit plasbrandaandachtsgebied. Het betreft een hotel, enkele woningen en bedrijven. Bewoners en eigenaren van deze woningen en bedrijven zijn op de hoogte van de slechte bereikbaarheid bij hoog water voor de hulpdiensten van de panden. Dit is een geaccepteerd risico. Het hotel is verplicht om bij hoog water de vluchtwegen vanuit het hotel in stand te houden.
Bij het toelaten van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten dient een afweging plaats te vinden over de redenen tot toelating van die objecten in relatie tot de risico's. Het plan voorziet in twee nieuwe beperkt kwetsbare objecten; de Natuurderij en een uitbreiding van een paardenfokkerij met circa 1100 m2 bebouwingsoppervlakte aan de IJsseldijk 39.
De Natuurderij is een agrarisch bedrijf dat in directe relatie staat tot het beheer van de uiterwaarden. Er worden geen nutriënten op het bedrijf toegevoegd. De opbrengsten van de uiterwaarden worden toegepast voor het vee op het bedrijf. Het bedrijf krijgt een beheerdersfunctie voor de uiterwaarden en daarbij een beperkt educatieve functie met zeer beperkt een horecamogelijkheid in het kader van de voornoemde functies.
Uitbreiding van de paardenfokkerij wordt toelaatbaar geacht in relatie tot de economische levensvatbaarheid van het reeds aanwezige bedrijf.
Een plasbrand op de IJssel is moeilijk te bestrijden. Bestrijding van een dergelijke brand vindt normaliter plaats met blusschuim. Op een snelstromende IJssel waarbij de brandende vloeistof zich breeduit kan verspreiden is een dergelijke brand met blusschuim echter nauwelijks bestrijdbaar. Ook de bereikbaarheid is moeilijk door de snelle verplaatsing en de slechte bereikbaarheid van de IJsseloevers. Bestrijding zal plaatsvinden daar waar de plasbrand de oever bereikt.
Beide geprojecteerde objecten (Natuurderij en paardenfokkerij) bevinden zich in de uiterwaarden, op meer dan 25 meter van de waterlijn. De objecten lopen dus alleen risico in een plasbrand terecht te komen wanneer de uiterwaarden overstroomd zijn. Gezien de niet grote kans dat zowel de uiterwaarden onder water staan en er een ongeval gebeurt dat een plasbrand tot aan de twee geprojecteerde, beperkt kwetsbare objecten tot gevolg heeft, wordt het niet zinvol geacht brandwerende maatregelen aan deze objecten voor te schrijven.
Wel van belang is dat de objecten tijdig kunnen worden ontvlucht. Ook moeten de objecten bereikbaar zijn voor hulpdiensten. Daartoe moeten de toegangswegen wat betreft draagkracht en breedte geschikt zijn voor hulpdiensten.
In het plangebied ligt het spoor Apeldoorn - Deventer. Tot op een afstand van 200 meter vanaf een vervoersas met gevaarlijke stoffen dient volgens de circulaire Vervoer gevaarlijke stoffen rekening gehouden te worden met de mogelijke risico's van dergelijke vervoersas. Binnen het plangebied bevinden zich echter binnen deze zone van 200 meter geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten in de zin van woningen of recreatieve bestemmingen. Er wordt ook geen mogelijkheid geboden deze objecten te vestigen. Vanuit de optiek van het aspect externe veiligheid is er binnen het plangebied geen sprake van een groepsrisico. De verantwoordingsplicht voor het groepsrisico is derhalve niet aan de orde.
Door het plangebied loopt een hogedrukaardgasbuisleiding met een doorsnede van 30 cm en een druk van 66 bar. Het betreft de leidingsegmenten 23 en 24 van leidingnummer A-651. De leiding beschikt over een invloedsgebied van 170 meter waarbinnen zich in het plangebied 3 woningen bevinden. Voor de leidingsegmenten 15 tot en met 22 van deze leiding is het groeprsisico berekend ten behoeve van het plan Steenbrugge, ten noorden van Deventer. Uit de groepsrisicoberekening opgesteld d.d. 23 juni 2008 met kenmerk DET 2008.M.0378 volgt dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet wordt overschreden. Het berekende leidingtraject bevindt zich direct ten noorden van woonwijken van de stad Deventer en direct ten zuiden van Diepenveen. Tevens is voorzien in een uitbreidingswijk op een nog onbebouwd gebied ten noorden van de berekende leiding. Het berekende groepsrisico bedraagt inclusief de uitbreidingswijk 0,14. Hierbij staat de waarde 1 voor de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Op grond van dit rapport kan worden geconcludeerd dat in het plangebied, waar zich 3 woningen langs de leiding bevinden, de oriënterende waarde van het groepsrisico niet zal worden overschreden.
Verder wordt ervoor gezorgd dat ook na de realisering van de plannen voor ruimte voor de rivier het plaatsgebonden risico op de leiding blijft liggen (PR 10-6 = 0 meter).
De woningen nabij de gasleiding zijn tweezijdig bereikbaar via de Hoevelmansweg. Vluchten in de verschillende richtingen via de IJsseldijk naar het noorden of richting de Rembrandtkade naar het zuiden is mogelijk. De hulpdiensten kunnen ook de gasleiding en de woningen via twee richtingen bereiken, te weten via de IJsseldijk of de Rembrandtkade en vervolgens de Hoevelmansweg.