Plan: | Windturbines Kloosterlanden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.D278-VG01 |
Planopzet
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en planregels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Het vormt de ruimtelijke onderbouwing van een ontwikkeling om zodoende de conclusie te kunnen trekken of een ontwikkeling voldoet aan een goede ruimtelijke ordenin.
Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De planregels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels bevat de inleidende regels. Deze regels beogen een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke regels en van de verbeelding te waarborgen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels bevat de planregels in verband met de bestemmingsbepalingen. Per op de verbeelding aangegeven bestemming bevat dit hoofdstuk planregels, welke specifiek voor die bestemming gelden.
Hoofdstuk 3 Algemene regels bevat de algemene regels. Hierbij gaat het om planregels die op nagenoeg alle bestemmingen betrekking hebben en die vooral om praktische redenen zijn ondergebracht in dit hoofdstuk, alsmede een aantal specifieke planregels, waaronder een anti-dubbeltelbepaling en procedureregels.
Ten slotte bevat hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels de overgangs- en slotregels. Deze planregels bevatten onder meer het overgangsrecht en de titel.
Planregels
De opzet van de planregels is zodanig dat is aangesloten op de nieuwe wettelijke regelingen, de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Tevens sluiten de regels aan bij de nieuwe eisen conform de Standaard Vergelijke Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008).
Dit heeft een aantal consequenties:
De inleidende regels (begrippen en wijze van meten) zijn gedeeltelijk gestandaardiseerd. Het betreft begrippen die nagenoeg in elk bestemmingsplan voorkomen en technische zaken die heel goed in het hele land op dezelfde manier geregeld kunnen worden. Beide komen de leesbaarheid en consequente toepassing van de planregels ten goede.
Niet alleen de begrippen en de wijze van meten zijn met de invoering van de SVBP 2008 (gedeeltelijk) gestandaardiseerd, ook de opbouw van de planregels bij de bestemmingen is voor elke bestemming hetzelfde. Voor zover van toepassing bestaan de planregels bij elke bestemming uit de volgende leden:
In onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Enkelbestemmingen
Bedrijf - windturbine
Ten behoeve van de twee windturbines is deze bestemming opgenomen. Binnen elk
bestemmingsvlak kan één windturbine worden geplaatst met een maximale ashoogte van 90
meter en een tiphoogte van 135 meter. Ook zijn aanvullende bouwwerken ten
dienste van het opwekken van windenergie toegestaan, zoals inkoopstations en kraanopstelplaatsen.
Verkeer
Om de oostelijke windturbine te kunnen bereiken, moet voor de aanleg een extra afrit/oprit gecreeerd worden op de Rijksweg A1. Voor het onderhoud van de oostelijke windturbine moet een speciale weg worden aangelegd. Deze wegen zijn in het bestemmingsplan opgenomen onder de bestemming verkeer.
Dubbelbestemmingen
Waarde - Archeologie
De gronden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde of een aanwezige, maar (nog) niet wettelijk beschermde archeologische waarde hebben de dubbelbestemming "Waarde - Archeologisch verwachtingsgebied, dan wel Archeologisch waardevol gebied" gekregen; deze dubbelbestemming ligt over de andere bestemmingen van deze gronden heen. Binnen deze bestemming geldt een omgevingsvergunningstelsel waarmee controle kan worden uitgeoefend op met name grondroeringen en andere met bijvoorbeeld bouwwerkzaamheden samenhangende grondwerken. Voor ingrepen over een oppervlakte van 100 m² of meer en met een diepte van 0,3 meter of meer dient via een omgevingsvergunning te worden vastgesteld of er daadwerkelijk archeologische waarden aanwezig zijn en zo ja, wat daar dan mee dient te gebeuren. Voor de gebieden waar van al is aangetoond dat er archeologische waarde in de grond zit, geldt dat voor elke bodemingreep van meer dan 0,5 meter een omgevingsvergunning is vereist.
Waterstaat - Waterkering
In deze dubbelbestemming zijn de waterkeringen langs de Schipbeek begrepen. Het gaat hier zowel om de kernzone van de waterkering (dijk) als om de bijbehorende beschermingszone. Voor de waterkeringen zijn in de Keuren van de betrokken waterschappen beschermingszones en bijbehorende bepalingen aangegeven. Binnen deze dubbelbestemming kunnen de andere bestemmingen van deze gronden eveneens worden gerealiseerd, zij het dat de waterkeringbeheerder, zijnde het desbetreffende waterschap of De Staat (Verkeer en Waterstaat), daarmee kan instemmen. Het waterschap zal in dat geval ontheffing verlenen van de verbodsbepalingen opgenomen in de betreffende Keur. Op deze manier wordt een verantwoord 'waterkerings'-besluit genomen en zullen alleen functies combineerbaar zijn die zich verdragen met de functie waterkering.
Gebiedsaanduidingen
Geluidzone - industrie
De geluidzone industrielawaai (als bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder) valt binnen het plangebied voor dit bestemmingsplan en is daarom meegenomen in de regels. Deze zone is gerelateerd aan het gezoneerde bedrijventerrein Bergweide, Kloosterlanden-Hanzepark, Veenoord. Het gaat hierbij om de zone, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan (zie artikel 40 Wet geluidhinder). De ter plaatse aanwezige bestemmingen worden daardoor inhoudelijk niet gewijzigd.
Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
De gronden met de aanduiding 'grondwaterbeschermingsgebied' zijn bestemd voor functies die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening en de bescherming van de bodem- en de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van drinkwatervoorziening. Op deze gronden mag niet worden gebouwd tenzij het bevoegd gezag onder voorwaarden middels een omgevingsvergunning toestemming geeft.
Veiligheidszone
Voor de windturbines geldt, vanuit het het Activiteitenbesluit, een veiligheidszone. Er is hiervoor een gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone’ opgenomen. Als norm wordt gehanteerd een afstand van tenminste 30 m of bij een rotordiameter van meer dan 60 m tenminste de halve diameter, gerekend vanaf de windturbinemast. Uitgaande van een maximale rotordiameter na afwijking van 117 meter is in dit plan een veiligheidszone van 58,5 meter aangehouden.
Functieaanduidingen
specifieke vorm van bedrijf - mast windturbine
De plaats voor de mast van windturbine is expliciet vastgelegd in het bestemmingsplan. Dit in verband met de externe veiligheidseisen. Op de verbeelding heeft deze plaats de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - mast windturbine gekregen.
De toelichting
De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.